Het verhaal van de spiraal

Met dank overgenomen van K. (Kees) Verhoeven i, gepubliceerd op maandag 22 augustus 2011, 2:28.

Zomerblog #9. Voor de derde keer in tien jaar dreigt een sectorale crisis over te slaan naar de echte economie van bedrijven en consumenten. Na de internetzeepbel in 2002 en de failliete banken in 2008, dreigt nu de schuldencrisis van de Eurozone en de VS over te gaan in een recessie (twee kwartalen zonder economische groei).

Dit verloopt via een ingewikkeld mechanisme vol tandwielen en radartjes die elkaar opjagen en afremmen. Leest u maar eens mee.

1. Overschatting, overwaardering en overkreditering

Het begint steeds met geld dat er niet blijkt te zijn.

In het verse millennium bleken de nieuwe internetbedrijven, zoals World Online van Nina Brink toch niet zoveel waard als investeerders hadden gedacht. Dus waren zij hun geld kwijt.

In 2008 bleken veel Amerikanen hun hypotheek niet te kunnen betalen. Banken hadden hier niet op gerekend en hadden deze schulden intussen allemaal als verrassingspakketjes aan elkaar doorverkocht. Zo raakten banken over de hele wereld besmet. Overheden moesten massaal bijspringen om faillisementen te voorkomen.

En begin 2011 blijken Portugal, Ierland en vooral Griekenland hun oplopende staatsschulden niet te kunnen aflossen. Dit in combinatie met een zwakke economie en hoge werkeloosheid zorgt voor een dalend vertrouwen. Zonder hulp kunnen deze landen geen geld meer lenen en dreigen zij failliet te gaan. De sterkere Eurolanden moeten helpen om de Euro overeind te houden.

Overslaande brand en afnemende vertrouwen

De volgende fase is dat het niet beperkt blijft tot de bron. In onze global village zijn bedrijven, banken en landen nauw met elkaar verweven. Van isolatie is geen sprake meer.

Als beleggers verliezen leiden, stort de beurs in en vinden bedrijven geen investeerders meer. Als banken geld zien verdampen, komen pensioenfondsen en spaarders onder druk. Als landen failliet dreigen te gaan, draait de consument daar als belastingbetaler voor op.

Met nog wat tijdrovende politieke besluitvorming, een paar pessimistische journalisten en een stel sceptische deskundigen, analisten en kredietbeoordelaars erbij, begint het vertrouwen al snel tot een nulpunt te dalen. En zakken de beurskoersen nog verder.

Van papier naar praktijk

Als het vertrouwen daalt, gaan consumenten minder besteden en worden private investeerders voorzichtiger. Daardoor dalen de inkomsten van grote bedrijven die op hun beurt gaan besparen op innovatie en concurrentie en ook minder gaan investeren en uitbesteden aan het midden- en kleinbedrijf (mkb). Zo dalen in het brede bedrijfsleven de omzetten en winsten.

Met als gevolg dat er banen verloren gaan en de werkeloosheid oploopt. Hierdoor daalt het besteedbaar inkomen en dus het consumentenvertrouwen. De economie valt stil omdat niemand nog wat koopt. Het geld is gestopt met rollen. Parallel hieraan valt de wereldhandel en dus de export stil. Ten koste van nog meer bedrijven en banen.

Zo ongeveer luidt het verhaal van de spiraal.

Ingrijpen om het tij te keren

Om het geld weer in beweging te krijgen, verlagen Centrale Banken vaak de rente (en drukken ze geld bij). Door deze monetaire inflatie (geforceerde geldontwaarding) heeft het minder zin om geld vast te houden en is het doen van uitgaven aantrekkelijker.

In aanvulling hierop kunnen overheden op Keynesiaanse wijze de consumptie op gang brengen en de economie te stimuleren via overheidsbeleid en publieke investeringen (opdrachten en projecten). Dit alles kan de economie dan weer op gang brengen. In theorie kan de vraag naar producten en diensten zelfs weer zo toenemen dat bedrijven zich genoodzaakt zien om te prijzen te verhogen. Die combinatie van lage rente en een economie op volle toeren leidt uiteindelijk tot bestedingsinflatie. Dan is het tijd om de oververhitting te dempen door de rente weer te laten stijgen. De economie kan dan weer op eigen benen staan.

Spenderen om het tij te keren

Dit hoopvolle scenario was de reden dat veel landen zich na 2008 in de schulden staken. Maar de schulden van veel landen zijn in 2011 dus zo hoog opgelopen dat de economie langs een andere weg opnieuw in problemen is gekomen. En nu hebben overheden geen geld meer om de economie opnieuw te stimuleren.

Dus zitten er nog maar twee dingen op: geld uitgeven en duimen dat het tij keert. Zodat alle radartjes weer de andere kant op gaan draaien.