Blog Mozambique en Kenia, maandag 22 augustus - Hoofdinhoud
Unicef project voor kinderen
De Nederlandse ambassadeur in Mozambique, Frederique de Man geeft ons ‘s ochtends een goede briefing over de politieke situatie in het land. Zuur te zien dat ontwikkelingsgeld de machthebbers lui hebben gemaakt. Ja, er gebeuren veel goede dingen in Mozambique, het land heeft een enorm potentieel, maar de zittende elite deelt de baantjes uit, en verdient zelf goed. Zonder lidmaatschap van de heersende Frelimo-partij geen werk, zo lijkt het.
Weer in het vliegtuig, nu naar de tweede stad van Mozambique; Beira. Ook daar weer een ontvangstcomité op de landingsbaan en veel handjes schudden. Na een beleefdheidsbezoek bij de lokale bestuurders brengt ons eerste veldbezoek ons naar de haven van Beira. Er zit een Nederlands bedrijf (Cornelder) dat de overslag doet en veel investeert in de haven. Nederlandse baggeraars hebben de haven toegankelijk gemaakt voor grote schepen en de hoop is dat Beira de haven wordt waarvandaan ook de omringende landen hun spullen gaan vervoeren. Het vervoer van steenkool moet deze haven de ultieme boost geven. De spoorwegen en de haven werken nauw samen om dat te laten slagen. Wonderlijk genoeg wordt er weinig in de toegangswegen geïnvesteerd. Er zal veel vrachtverkeer over smalle, vaak zandpaden moeten denderen om de ambities van de haven waar te kunnen maken. En aan ambitie geen gebrek.
In de middag gaan we met Unicef op stap. Ze laten ons zogenaamde ‘social protection’ programma’s zien, waar kinderen geholpen worden die hun ouders aan aids hebben verloren. We ontmoeten veel grootouders, die met een kleine financiële bijdrage zorgdragen voor veel kleinkinderen. Het zijn goede programma’s. Zonder dit geld zijn meisjes gedoemd tot prostitutie. Je verandert de wereld niet met dit geld, maar je maakt een enorm belangrijk verschil in het leven van de kinderen. Nederland is een grote donor van dit project. Ik hoop dat we een betrouwbare donor blijven en zolang nodig deze kwetsbare kinderen blijven beschermen. Een beetje cash geld maakt ook veel verschil in de lokale economie. Mensen hebben een heel klein beetje geld om te spenderen aan voedsel, dat is goed voor de lokale middenstand.
Wat mij betreft mogen we wel wat langer stilstaan bij de rol van de grootouders. Alle aandacht gaat uit naar het helpen van de kinderen, maar zonder zorg op maat voor de ouderen hebben die kinderen geen liefdevol thuis. Het is zuur te zien dat de uitvoerende organisatie binnen het budget geen ruimte heeft om geld te spenderen aan de verzorgers, de grootouders. Dat past niet in het ‘frame-work’ waarin elke cent tot ver achter de komma (terecht!) moet worden verantwoord. Iets meer flexibiliteit in besteding naar noden, en niet uitsluitend naar eisen van de Westerse donoren zou erg welkom zijn.
De dag is nog niet klaar: we vliegen in de avond door naar Maputo, de hoofdstad van Mozambique.