Verordening 1989/2967 - Voortzetting van de invoer, onder bijzondere voorwaarden, van boter uit Nieuw-Zeeland in het Verenigd Koninkrijk

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1.

Stand van zaken

Deze verordening was geldig van 1 januari 1989 tot 31 december 1992.

2.

Kerngegevens

officiële titel

VERORDENING (EEG) Nr. 2967/89 VAN DE RAAD van 25 september 1989 inzake de voortzetting van de invoer, onder bijzondere voorwaarden, van boter uit Nieuw-Zeeland in het Verenigd Koninkrijk

officiële Engelstalige titel

Council Regulation (EEC) No 2967/89 of 25 September 1989 relating to the continued import of New Zealand butter into the United Kingdom on special terms
 
Rechtsinstrument Verordening
Wetgevingsnummer Verordening 1989/2967
Origineel voorstel COM(1988)600
Celex-nummer i 31989R2967

3.

Key dates

Document 25-09-1989
Bekendmaking in Publicatieblad 30-09-1989; PB L 281 p. 114-115
Inwerkingtreding 01-01-1989; Toepassing zie art 1
01-10-1989; in werking zie art 9
Einde geldigheid 31-12-1992; zie art. 1

4.

Wettekst

Avis juridique important

|

5.

31989R2967

VERORDENING (EEG) Nr. 2967/89 VAN DE RAAD van 25 september 1989 inzake de voortzetting van de invoer, onder bijzondere voorwaarden, van boter uit Nieuw-Zeeland in het Verenigd Koninkrijk -

Publicatieblad Nr. L 281 van 30/09/1989 blz. 0114 - 0115

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 2967/89 VAN DE RAAD

van 25 september 1989

inzake de voortzetting van de invoer, onder bijzondere voorwaarden, van boter uit Nieuw-Zeeland in het Verenigd Koninkrijk

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op de Akte van Toetreding van Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk, inzonderheid op artikel 5, lid 2, van het daaraan gehechte Protocol nr. 18,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat het Verenigd Koninkrijk bij Verordening (EEG) nr. 3667/83 (1) is gemachtigd om in de vijf kalenderjaren 1984 tot en met 1988 bepaalde hoeveelheden boter uit Nieuw-Zeeland onder bijzondere voorwaarden in te voeren;

Overwegende dat de Raad niet tijdig tot een nieuwe invoerregeling voor een langer tijdvak heeft kunnen besluiten; dat de Raad, om onderbreking van de invoer te vermijden, laatstelijk bij Verordening (EEG) nr. 2331/89 (2) tijdelijke machtigingen heeft verleend die lopen van 1 januari tot en met 30 september 1989;

Overwegende dat, om de continuïteit van de invoer uit Nieuw-Zeeland te verzekeren, de afwijkende regeling dient te worden voortgezet; dat het, gezien de huidige situatie op de botermarkt die wordt gekenmerkt door belangrijke wijzigingen in een kort tijdbestek, dienstig is de hoeveelheid boter uit Nieuw-Zeeland die onder bijzondere voorwaarden mag worden ingevoerd voor een periode van vier jaar vast te stellen;

Overwegende dat het, gezien de maatregelen die zijn vastgesteld om de melkproduktie in de Gemeenschap te verminderen, nodig is de invoer van boter uit Nieuw-Zeeland vanaf 1989 tot en met 1992 te beperken door een geleidelijke verlaging van de hoeveelheden, die jaarlijks mogen worden ingevoerd; dat de in het kader van de bij Verordening (EEG) nr. 3667/83 ingestelde tijdelijke machtiging tussen 1 januari en 30 september 1989 ingevoerde hoeveelheden zijn geboekt bij de voor 1989 vastgestelde hoeveelheid van 64 500 ton; dat op de in 1989 ingevoerde hoeveelheid boter de bij de onderhavige verordening ingestelde bijzondere heffing dient te worden toegepast;

Overwegende dat moet worden bepaald dat, als wegens de situatie op de botermarkt wijzigingen in de voorwaarden bij interventie nodig zijn, die wijzigingen moeten doorwerken in de prijzen voor Nieuwzeelandse boter die in de Gemeenschap in de handel wordt gebracht;

Overwegende dat een speciale heffing, die in beginsel ongewijzigd blijft zolang de interventieprijs voor boter van oorsprong uit de Gemeenschap niet wordt veranderd, het meest geschikte instrument is om de marktprijs van boter uit de Gemeenschap te beschermen en om Nieuw-Zeeland in staat te stellen zijn uitvoer naar het Verenigd Koninkrijk te plannen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Het Verenigd Koninkrijk wordt gemachtigd om onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden bepaalde hoeveelheden boter uit Nieuw-Zeeland in te voeren.

Artikel 2

  • 1. 
    Deze regeling geldt van 1 januari 1989 tot en met 31 december 1992.

De hoeveelheden die mogen worden ingevoerd bedragen:

  • 64 500 ton in 1989,
  • 61 340 ton in 1990,
  • 58 170 ton in 1991,
  • 55 000 ton in 1992.

De voor 1989 vastgestelde hoeveelheid wordt evenwel verminderd met de in het kader van de bij Verordening (EEG) nr. 3667/83 ingestelde tijdelijke machtiging tussen 1 januari en 30 september 1989 ingevoerde hoeveelheid.

  • 2. 
    De Raad kan, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen en op voorstel van de Commissie, besluiten de in lid 1 vermelde hoeveelheden tijdelijk te verlagen om ernstige verstoringen van de botermarkt in het Verenigd Koninkrijk te voorkomen, met name wanneer het...

Lees meer

Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.

6.

Origineel voorstel

 

7.

Bronnen en disclaimer

Zie voor uitgebreidere informatie eventueel ook de volgende voor dit dossier gebruikte bronnen:

Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.

 

8.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

9.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.