Besluit 2008/431 - 5 juni 2008 Machtiging van bepaalde lidstaten worden gemachtigd om het Verdrag van 's-Gravenhage van 1996 inzake de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en de samenwerking op het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van kinderen te bekrachtigen of tot dit verdrag toe te treden, en waarbij bepaalde lidstaten een verklaring af te leggen betreffende de toepassing van de interne voorschriften van het Gemeenschapsrecht - Verdrag inzake de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en de samenwerking op het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van kinderen - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
2008/431/EG: Beschikking van de Raad van 5 juni 2008 waarbij bepaalde lidstaten worden gemachtigd om, in het belang van de Europese Gemeenschap, het Verdrag van 's-Gravenhage van 1996 inzake de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en de samenwerking op het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van kinderen te bekrachtigen of tot dit verdrag toe te treden, en waarbij bepaalde lidstaten worden gemachtigd een verklaring af te leggen betreffende de toepassing van de interne voorschriften van het Gemeenschapsrecht - Verdrag inzake de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en de samenwerking op het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van kinderenofficiële Engelstalige titel
2008/431/EC: Council Decision of 5 June 2008 authorising certain Member States to ratify, or accede to, in the interest of the European Community, the 1996 Hague Convention on Jurisdiction, Applicable Law, Recognition, Enforcement and Cooperation in respect of Parental Responsibility and Measures for the Protection of Children and authorising certain Member States to make a declaration on the application of the relevant internal rules of Community law - Convention on Jurisdiction, Applicable Law, Recognition, Enforcement and Cooperation in respect of Parental Responsibility and Measures for the Protection of ChildrenRechtsinstrument | Beschikking |
---|---|
Wetgevingsnummer | Besluit 2008/431 |
Origineel voorstel | COM(2003)348 |
Celex-nummer i | 32008D0431 |
Document | 05-06-2008 |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 11-06-2008; OJ L 151, 11.6.2008,Special edition in Croatian: Chapter 19 Volume 008 |
Inwerkingtreding | 01-01-1001; in werking datum kennisgeving 11-06-2008; Toepassing zie art 5 |
Einde geldigheid | 31-12-9999 |
11.6.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 151/36 |
BESCHIKKING VAN DE RAAD
van 5 juni 2008
waarbij bepaalde lidstaten worden gemachtigd om, in het belang van de Europese Gemeenschap, het Verdrag van 's-Gravenhage van 1996 inzake de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en de samenwerking op het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van kinderen te bekrachtigen of tot dit verdrag toe te treden, en waarbij bepaalde lidstaten worden gemachtigd een verklaring af te leggen betreffende de toepassing van de interne voorschriften van het Gemeenschapsrecht
(2008/431/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 61, onder c), artikel 67, lid 1, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, lid 3, eerste alinea,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Gemeenschap werkt aan de totstandbrenging van een gemeenschappelijke justitiële ruimte die is gebaseerd op het beginsel van wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen. |
(2) |
Het Verdrag inzake de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en de samenwerking op het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van kinderen, dat op 19 oktober 1996 in het kader van de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht werd gesloten, (hierna „het verdrag” te noemen), levert een waardevolle bijdrage aan de bescherming van kinderen op internationaal niveau en het is bijgevolg wenselijk dat de bepalingen ervan zo snel mogelijk worden toegepast. |
(3) |
Bij Beschikking 2003/93/EG van 19 december 2002 (2) werden de lidstaten gemachtigd het verdrag in het belang van de Gemeenschap te ondertekenen. De toenmalige lidstaten van de Gemeenschap hebben het verdrag op 1 april 2003 in Den Haag ondertekend, behalve Nederland, dat het verdrag al eerder had ondertekend. Andere lidstaten, die op 1 april 2003 geen lidstaten van de Gemeenschap waren, hebben het verdrag ook ondertekend. |
(4) |
De Raad en de Commissie zijn bij de aanneming van Beschikking 2003/93/EG overeengekomen dat deze beschikking zou worden gevolgd door een voorstel van de Commissie voor een beschikking van de Raad waarbij de lidstaten worden gemachtigd het verdrag in het belang van de Gemeenschap ten gepaste tijde te bekrachtigen of in het belang van de Gemeenschap daartoe toe te treden. |
(5) |
Sommige lidstaten hebben het verdrag al bekrachtigd of zijn reeds tot het verdrag toegetreden. |
(6) |
Bepaalde artikelen van het verdrag hebben gevolgen voor het afgeleide recht van de Gemeenschap ter zake van de rechterlijke bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen, met name Verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid (3). De lidstaten behouden hun bevoegdheid op de onder het verdrag vallende gebieden die geen gevolgen hebben voor het Gemeenschapsrecht. De Gemeenschap en de lidstaten hebben derhalve de gedeelde bevoegdheid voor het sluiten van het verdrag. |
(7) |
Krachtens het verdrag kunnen enkel soevereine staten toetreden. Om deze reden kan de Gemeenschap het verdrag niet bekrachtigen en evenmin tot het verdrag toetreden. |
(8) |
Het is derhalve dienstig dat de Raad de lidstaten bij wijze van uitzondering machtigt om in het belang van de Gemeenschap het verdrag te bekrachtigen of tot het verdrag toe te treden onder de in deze beschikking bepaalde voorwaarden, met uitzondering evenwel van de lidstaten die het verdrag al hebben bekrachtigd of er reeds... |
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.