Kaderbesluit 2008/978 - Europees bewijsverkrijgingsbevel ter verkrijging van voorwerpen, documenten en gegevens voor gebruik in strafprocedures - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Kaderbesluit 2008/978/JBZ van de Raad van 18 december 2008 betreffende het Europees bewijsverkrijgingsbevel ter verkrijging van voorwerpen, documenten en gegevens voor gebruik in strafproceduresofficiële Engelstalige titel
Council Framework Decision 2008/978/JHA of 18 December 2008 on the European evidence warrant for the purpose of obtaining objects, documents and data for use in proceedings in criminal mattersRechtsinstrument | Kaderbesluit |
---|---|
Wetgevingsnummer | Kaderbesluit 2008/978 |
Origineel voorstel | COM(2003)688 ![]() ![]() |
Celex-nummer i | 32008F0978 |
Document | 18-12-2008 |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 30-12-2008; OJ L 350, 30.12.2008,Special edition in Croatian: Chapter 19 Volume 006 |
Inwerkingtreding | 19-01-2009; in werking datum publicatie + 20 zie art 25 |
Einde geldigheid | 21-02-2016; opgeheven door 32016R0095 |
30.12.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 350/72 |
KADERBESLUIT 2008/978/JBZ VAN DE RAAD
van 18 december 2008
betreffende het Europees bewijsverkrijgingsbevel ter verkrijging van voorwerpen, documenten en gegevens voor gebruik in strafprocedures
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 31 en artikel 34,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Europese Unie heeft zich ten doel gesteld een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid te handhaven en te ontwikkelen. Volgens de conclusies van de Europese Raad van Tampere van 15 en 16 oktober 1999, en in het bijzonder punt 33, moet het beginsel van wederzijdse erkenning de hoeksteen van de justitiële samenwerking binnen de Unie worden in zowel burgerlijke als strafzaken. |
(2) |
Op 29 november 2000 heeft de Raad, overeenkomstig de conclusies van Tampere, een programma van maatregelen om uitvoering te geven aan het beginsel van wederzijdse erkenning van strafrechtelijke beslissingen aangenomen (2). Dit kaderbesluit is noodzakelijk met het oog op de uitvoering van de maatregelen 5 en 6 van dat programma, die betrekking hebben op de wederzijdse erkenning van beslissingen inzake bewijsverkrijging. |
(3) |
In punt 3.3.1 van het Haags programma (3), dat aan de conclusies van de Europese Raad van 4 en 5 november 2004 is gehecht, wordt erop gewezen dat het uitgebreide programma van maatregelen om uitvoering te geven aan het beginsel van wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen in strafzaken moet worden vervolledigd en wordt de invoering van het EBB als prioriteit aangemerkt. |
(4) |
Het kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten (4) vormt de eerste tastbare toepassing op strafrechtelijk gebied van het beginsel van wederzijdse erkenning. |
(5) |
Het kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad van 22 juli 2003 inzake de uitvoering in de Europese Unie van beslissingen tot bevriezing van voorwerpen of bewijsstukken (5) komt tegemoet aan de noodzaak van een onmiddellijke wederzijdse erkenning van beslissingen ter voorkoming van de vernietiging, omzetting, verplaatsing, overdracht of vervreemding van bewijsstukken. Dit besluit regelt echter slechts een deel van het spectrum van de justitiële samenwerking in strafzaken met betrekking tot bewijsmateriaal; op de overdracht van het bewijsmateriaal blijven de bestaande procedures in het kader van wederzijdse rechtshulp van toepassing. |
(6) |
Het is daarom noodzakelijk de justitiële samenwerking verder te verbeteren en het beginsel van wederzijdse erkenning toe te passen op een rechterlijke beslissing, in de vorm van een EBB, die ten doel heeft voorwerpen, documenten en gegevens te verkrijgen voor gebruik in strafprocedures. |
(7) |
Het EBB kan dienen voor het verkrijgen van voorwerpen, documenten en gegevens voor gebruik in strafprocedures waarvoor een EBB kan worden uitgevaardigd. Het kan onder meer gaan om voorwerpen, documenten of gegevens in bezit van een derde of voortkomend uit een doorzoeking, met inbegrip van de woonruimte van de verdachte; gegevens met betrekking tot het gebruik van diensten, met inbegrip van financiële transacties; processen-verbaal van verklaringen en verhoren, verslagen van hoorzittingen; alsmede andere documenten, met inbegrip van de resultaten van het gebruik van bijzondere opsporingsbevoegdheden. |
(8) |
Het beginsel van wederzijdse erkenning is gebaseerd op een hoge mate van vertrouwen tussen de lidstaten. Om dit vertrouwen te bevorderen dient dit kaderbesluit sterke garanties te bevatten voor de bescherming van de grondrechten. Het EBB... |
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de samenvatting van wetgeving, de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en tot slot de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.