Richtlijn 2006/99 - Aanpassing van een aantal richtlijnen op het gebied van vennootschapsrecht, in verband met de toetreding van Bulgarije en Roemenië - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Richtlijn 2006/99/EG van de Raad van 20 november 2006 tot aanpassing van een aantal richtlijnen op het gebied van vennootschapsrecht, in verband met de toetreding van Bulgarije en Roemeniëofficiële Engelstalige titel
Council Directive 2006/99/EC of 20 November 2006 adapting certain Directives in the field of company law, by reason of the accession of Bulgaria and RomaniaRechtsinstrument | Richtlijn |
---|---|
Wetgevingsnummer | Richtlijn 2006/99 |
Origineel voorstel | COM(2006)523 |
Celex-nummer i | 32006L0099 |
Document | 20-11-2006 |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 20-12-2006; OJ L 352M , 31.12.2008,Special edition in Bulgarian: Chapter 17 Volume 003,Special edition in Croatian: Chapter 17 Volume 002,OJ L 363, 20.12.2006,Special edition in Romanian: Chapter 17 Volume 003 |
Inwerkingtreding | 01-01-2007; in werking zie art 3 |
Einde geldigheid | 18-07-2013; stilzwijgende opheffing door 32013L0034 |
Omzetting | 01-01-2007; ten laatste zie art. 2.1 |
20.12.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 363/137 |
RICHTLIJN 2006/99/EG VAN DE RAAD
van 20 november 2006
tot aanpassing van een aantal richtlijnen op het gebied van vennootschapsrecht, in verband met de toetreding van Bulgarije en Roemenië
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op het Toetredingsverdrag van Bulgarije en Roemenië (1), en met name op artikel 4, lid 3,
Gelet op de Toetredingsakte van Bulgarije en Roemenië, en met name op artikel 56,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Indien besluiten van de instellingen na 1 januari 2007 van kracht blijven en in verband met de toetreding moeten worden aangepast, en de Toetredingsakte of de bijlagen daarbij niet in de noodzakelijke aanpassingen voorzien, moet overeenkomstig artikel 56 van de Toetredingsakte de Raad de daartoe noodzakelijke besluiten vaststellen, tenzij het oorspronkelijke besluit door de Commissie is aangenomen. |
(2) |
In de Slotakte van de Conferentie die het Toetredingsverdrag heeft opgesteld, wordt aangegeven dat de Hoge Verdragsluitende Partijen een politiek akkoord hebben bereikt over de ingevolge de toetreding vereiste aanpassingen van de besluiten van de instellingen, en wordt de Raad en de Commissie verzocht om deze aanpassingen vóór de toetreding aan te nemen, waar nodig aangevuld en bijgewerkt om rekening te houden met de ontwikkeling van het recht van de Unie. |
(3) |
De Richtlijnen 68/151/EEG (2), 77/91/EEG (3), 78/660/EEG (4), 78/855/EEG (5), 83/349/EEG (6) en 89/667/EEG (7) moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
De Richtlijnen 68/151/EEG, 77/91/EEG, 78/660/EEG, 78/855/EEG, 83/349/EEG en 89/667/EEG worden gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage.
Artikel 2
-
1.De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op de datum van de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
-
2.De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking onder voorbehoud en op de datum van inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, op 20 november 2006
Voor de Raad
De voorzitter
-
J.KORKEAOJA
BIJLAGE
VENNOOTSCHAPSRECHT
-
A.VENNOOTSCHAPSRECHT
1. |
31968 L 0151: Eerste Richtlijn 68/151/EEG van de Raad van 9 maart 1968 strekkende tot het coördineren van de waarborgen, welke in de lidstaten worden verlangd van de vennootschappen in de zin van de tweede alinea van artikel 58 van het Verdrag, om de belangen te beschermen zowel van de deelnemers in deze vennootschappen als van derden, zulks ten einde die waarborgen gelijkwaardig te maken (PB L 65 van 14.3.1968, blz. 8), gewijzigd bij:
|
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de geconsolideerde versie, de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en tot slot de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.