Verordening 2009/1139 - Intrekking van een aantal achterhaalde wetsbesluiten van de Raad

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1.

Stand van zaken

Deze verordening is op 27 november 2009 gepubliceerd en is op 30 november 2009 in werking getreden.

2.

Kerngegevens

officiële titel

Verordening (EG) nr. 1139/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot intrekking van een aantal achterhaalde wetsbesluiten van de Raad

officiële Engelstalige titel

Council Regulation (EC) No 1139/2009 of 20 November 2009 repealing certain obsolete Council acts
 
Rechtsinstrument Verordening
Wetgevingsnummer Verordening 2009/1139
Origineel voorstel COM(2009)375 NLEN
Celex-nummer i 32009R1139

3.

Key dates

Document 20-11-2009
Bekendmaking in Publicatieblad 27-11-2009; PB L 312 p. 1-3
Inwerkingtreding 30-11-2009; in werking datum publicatie + 3 zie art 2
Einde geldigheid 31-12-9999

4.

Wettekst

27.11.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 312/1

 

VERORDENING (EG) Nr. 1139/2009 VAN DE RAAD

van 20 november 2009

tot intrekking van een aantal achterhaalde wetsbesluiten van de Raad

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 133,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Het transparanter maken van de communautaire wetgeving is een essentieel onderdeel van de strategie voor beter wetgeven die de communautaire instellingen ten uitvoer leggen. In deze context is het dienstig besluiten die niet langer een reëel effect hebben, uit de geldende regelgeving te verwijderen.

 

(2)

Besluit 91/373/EEG van de Raad van 8 juli 1991 betreffende de sluiting van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken betreffende een kredietgarantie voor de uitvoer van landbouwproducten en levensmiddelen uit de Gemeenschap naar de Sovjet-Unie (1) en Verordening (EEG) nr. 599/91 van de Raad van 5 maart 1991 betreffende een kredietgarantie voor de uitvoer van landbouwproducten en levensmiddelen uit de Gemeenschap, Bulgarije, Tsjechoslowakije, Hongarije, Polen, Roemenië, Joegoslavië, Litouwen, Letland en Estland naar de Sovjet-Unie (2) hadden betrekking op een tijdelijke situatie en hebben bijgevolg niet langer effect.

 

(3)

Verordening (EG) nr. 3093/95 van de Raad van 22 december 1995 houdende vaststelling van de uit de onderhandelingen in het kader van artikel XXIV, lid 6, van de GATT voortvloeiende rechten die de Gemeenschap dient toe te passen als gevolg van de toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden tot de Europese Unie (3) is geïntegreerd in Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (4) en heeft bijgevolg niet langer effect.

 

(4)

Besluit 96/620/EG van de Raad van 1 oktober 1996 betreffende de sluiting van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko tot vaststelling, met ingang van 1 januari 1994, van het aanvullend bedrag dat in mindering moet worden gebracht op de heffing of de douanerechten die bij invoer in de Gemeenschap van toepassing is respectievelijk zijn op niet-behandelde olijfolie van oorsprong uit Marokko (5) strekte tot uitvoering van een overeenkomst die inmiddels is opgeheven, en Besluit 2002/958/EG van de Raad van 28 november 2002 betreffende de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko waarbij tijdelijk wordt afgeweken, wat betreft de invoer in de Gemeenschap van tomaten van oorsprong uit Marokko, van Landbouwprotocol nr. 1 bij de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en haar lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds (6), waren tijdelijk van aard; deze besluiten hebben bijgevolg niet langer effect.

 

(5)

Verordening (EG) nr. 1804/98 van de Raad van 14 augustus 1998 tot vaststelling van een autonoom recht voor residuen van de vervaardiging van maïszetmeel, van de GN-codes 2303 10 19 en 2309 90 20, en houdende invoering van een tariefcontingent voor de invoer van residuen van de vervaardiging van maïszetmeel, van de GN-codes 2303 10 19 en 2309 90 20, (maïsglutenvoer), van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika (7) is vastgesteld in het kader van een handelsgeschil met de Verenigde Staten van Amerika waarvoor inmiddels een regeling is gevonden; deze verordening heeft bijgevolg niet langer enig praktisch nut.

 

(6)

Verordening (EG) nr. 2249/1999 van de Raad van 22 oktober 1999 houdende opening van een...


Lees meer

Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.

5.

Origineel voorstel

 

6.

Bronnen en disclaimer

Zie voor uitgebreidere informatie eventueel ook de volgende voor dit dossier gebruikte bronnen:

Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.

 

7.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

8.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.