Voorlopig verslag - Wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Wet toelating zorginstellingen in verband met het regelen van de voorwaarden voor aanspraken op langdurige zorg buiten Nederland en de financiering van deze aanspraken (Wet AWBZ-zorg buitenland) - Hoofdinhoud
Dit voorlopig verslag is onder nr. B toegevoegd aan wetsvoorstel 32154 - Wet AWBZ-zorg buitenland i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Wet toelating zorginstellingen in verband met het regelen van de voorwaarden voor aanspraken op langdurige zorg buiten Nederland en de financiering van deze aanspraken (Wet AWBZ-zorg buitenland); Voorlopig verslag |
---|---|
Documentdatum | 08-11-2011 |
Publicatiedatum | 08-11-2011 |
Nummer | KST32154B |
Kenmerk | 32154, nr. B |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Eerste Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2011–2012
32 154
Wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Wet toelating zorginstellingen in verband met het regelen van de voorwaarden voor aanspraken op langdurige zorg buiten Nederland en de financiering van deze aanspraken (Wet AWBZ-zorg buitenland)
B
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT1
Vastgesteld 8 november 2011
Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel geeft de commissie aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen. De commissie verzoekt de regering om deze vragen uiterlijk binnen vier weken na dagtekening van beantwoording te voorzien.
1 Samenstelling:
Holdijk (SGP), Dupuis (VVD) (vice-voorzitter), Linthorst (PvdA), Putters (PvdA), Slagter-Roukema (SP) (voorzitter), Thissen (GL), Nagel (50PLUS), Hermans (VVD), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), Meurs (PvdA), Quik-Schuijt (SP), Reuten (SP), De Vries-Leggedoor (CDA), Flierman (CDA), Martens (CDA), vac. (CDA), Scholten (D66), Backer (D66), Van Ganzevoort (GL), De Lange (OSF), Beuving (PvdA), Popken (PVV), Frijters-Klijnen (PVV), Van Dijk (PVV), De Grave (VVD), Bröcker (VVD) en Beckers (VVD).
Inleiding
De leden van de fractie van de PvdA hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel dat de AWBZ zorg buitenland beperkt. Zij hebben de volgende vragen.
Vragen PvdA-fractie
Kan de regering een gespecificeerd overzicht geven van de kostenstijgingen van gedeclareerde AWBZ zorg in het buitenland in de laatste vijf jaar? Graag zien de leden van de PvdA fractie een zo geactualiseerd mogelijk overzicht tegemoet.
De regering stelt in de memorie van toelichting dat er in het buitenland in toenemende mate zorgaanbod wordt gecreëerd – door Nederlandse zorgaanbieders – waarbij vervolgens de patiënten en cliënten met bijbehorende financiering gezocht worden. Kan de regering hiervan concrete voorbeelden aanreiken? Graag zien de leden van de PvdA-fractie onderbouwd om hoeveel zorgaanbod dit momenteel gaat.
De regering geeft aan dat individuele zorgverzekeraars meer prikkels zouden moeten ervaren om kosten van in het buitenland genoten AWBZ zorg te beperken. Doordat er geen direct verband bestaat tussen aanspraken en uitgaven zijn die prikkels er niet of maar beperkt. Met de aanpassing van aanspraken (dus van de rechten van AWBZ cliënten in het buitenland) ziet de regering meer mogelijkheden om tot een remmende werking te komen op de uitgaven aan AWBZ zorg. De leden van de
PvdA-fractie hebben daarmee echter nog niet begrepen hoe de regering de verzekeraars stimuleert om aan kostenbesparingen te doen. Op welke wijze vraagt de regering aan de zorgverzekeraars via deze regeling, dan wel via aanpalend beleid, om hun verantwoordelijkheid en regierol te nemen? Kan de regering voorts aangeven wanneer zij duidelijkheid geeft over de toekomstige rol van zorgverzekeraars in de AWBZ?
Een van de manieren om de kosten te beteugelen is dat de regering de eis stelt dat om gecontracteerd te worden in het buitenland een rechtspersoon instelling moet zijn in de zin van de AWBZ. De leden van de PvdA-fractie stellen zich zo voor dat dit kan gaan om een variëteit aan organisaties en hulpverleners, van intramurale instellingen, tot woonvoorzieningen en persoonlijke verzorging thuis. Kan de regering aangeven welke variëteit aan zorginstellingen en zorgverleners in het buitenland de gevolgen van deze wet ondervinden. Kan de regering daarbij ook specifiek ingaan op de gevolgen voor ZZP-ers die in het buitenland zorg verlenen? Graag vernemen deze leden wat de voorliggende wetten voor hen betekenen.
De regering geeft in de memorie van toelichting aan dat deze wettelijke regeling ook een beperking behelst van de mogelijkheden voor vreemdelingen om ten laste van de AWBZ in Nederland zorg in te roepen. De leden van de PvdA-fractie krijgen graag een nadere uitleg van de regering welke groepen zij onder «vreemdelingen» verstaat, alsmede van welk type AWBZ zorg zij in Nederland worden uitgesloten.
Hebben de leden van de PvdA-fractie goed begrepen dat de dekking voor zowel intra- als extramurale zorg intact blijft, maar buiten Europa alleen de dekking voor intramurale zorg? Betekent dit dat de Nederlander die in Torremolinos overwintert zijn zorgvoorziening wel vergoed krijgt en dat dit niet geldt voor een Nederlander die 200 km verderop datzelfde in Tanger doet? De leden van de PvdA-fractie vernemen graag de argumenten van de regering hierbij.
De leden van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport zien met belangstelling de antwoorden van de regering tegemoet.
De voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en
Sport,
Slagter-Roukema
De griffier van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en
Sport,
De Boer