Europarlement moet ministers van Financiën horen

Met dank overgenomen van G.J.M. (Gerben-Jan) Gerbrandy i, gepubliceerd op donderdag 10 november 2011.

Europarlementariër Gerben-Jan Gerbrandy wil dat het Europees Parlement in de toekomst nationale ministers van Financiën ter verantwoording kan roepen.

D66 vindt het onbestaanbaar dat de Europese Rekenkamer vandaag voor de 17e keer op rij de jaarrekeningen van de Europese Unie afkeurt.

Nationale overheden

Het oordeel van de Rekenkamer geeft elk jaar weer aanleiding tot forse kritiek op Europa. Zowel de publieke opinie als nationale parlementen hekelen het feit dat 'Brussel' EU-geld verkeerd uitgeeft. Feit is echter dat de Rekenkamer vooral fouten aantreft in de bestedingen van landbouw- en regionale subsidies: geld dat wordt besteed onder verantwoordelijkheid van nationale overheden. Gerbrandy: "De kritiek moet zich niet richten op Europa, maar op de eigen nationale ministers van onder meer Financiën en Landbouw. Díe geven het geld verkeerd uit."

Raad van Ministers

D66 vindt dat het Europees Parlement de mogelijkheid moet krijgen nationale ministers te horen over Europese bestedingen. "Nu nog kan het EP alleen de Europese Raad van Ministers als instituut ondervragen", verklaart Gerbrandy. "Dan staat het roulerend voorzitterschap keurig het parlement te woord, maar kunnen we niet op het bestedingspatroon van individuele lidstaten ingaan."

Schorsen

Volgens Gerbrandy moeten nationale ministers van Financiën politieke verantwoordelijkheid nemen voor bestedingen van Europees geld in eigen land. Ook moeten lidstaten die onvoldoende meewerken bij het opsporen van onregelmatigheden, voorlopig worden geschorst voor Europese subsidies. Gerbrandy: "Lidstaten zijn maar in één ding geïnteresseerd: zoveel mogelijk geld uit Brussel naar eigen land harken. Nationale parlementen voeren spoeddebatten als er geld in Brussel op de plank blijft liggen, nooit als er sprake is van verkeerde uitgaven."

Truc

Een bekende truc om EU-geld in eigen land te houden, is om projecten achter de hand te houden. Moet er geld worden terugbetaald aan Brussel, dan wordt een 'nieuw' project uit de la getrokken om de poen te behouden. "De lidstaten houden elkaar de hand boven het hoofd, een soort niet-aanvalsverdrag. 'Begin jij niet over mijn gerotzooi, dan laat ik jou lekker je gang gaan', lijkt het adagium", aldus Gerbrandy. Ruim 120 miljard euro Europees geld is door deze praktijken een lachertje. Het is vermomde begrotingssteun aan lidstaten, zonder enig verband met Europese doelen.