Persvrijheid in koerdistan - Hoofdinhoud
Judit Neurink bij het Onafhankelijk Mediacentrum IMCK
Bij ons is het zondag maar hier in Koerdistan hebben we afgelopen vrijdag al rustdag gehad. Scholen, winkels, ministeries en andere instellingen zijn gewoon open. Ik heb dus alle gelegenheid om vandaag een aantal interessante gesprekken te voeren in het teken van de persvrijheid en de economische ontwikkeling.
De Nederlandse Judit Neurink schrijft niet alleen voor het dagblad Trouw, ze is ook directeur van het Onafhankelijk Mediacentrum in Koerdistan met vestigingen in Suleymania en Erbil. Haar centrum traint (aspirant-)journalisten in onafhankelijk denken en berichten. Veel media in Koerdistan zijn gelieerd aan politieke partijen en ook hier geldt: wiens brood men eet, diens woord men spreekt. Dat verklaart volgens Judit de beperkte belangstelling voor haar opleiding bij Koerdische journalisten. Er is meer belangstelling bij journalisten uit de rest van Irak. In Erbil volgen er nu 19 een opleiding van 6 maanden en veel studenten logeren in slaapzalen boven de opleiding. Het centrum wordt bekostigd door verschillende buitenlandse overheden maar ook de Koerdische regionale regering betaalt mee. Dat is ook noodzakelijk omdat de Koerden uiteindelijk zelf de verantwoordelijkheid voor de persvrijheid zullen moeten nemen.
Het IMCK leidt journalisten niet alleen op om onafhankelijk te opereren. De trainers dagen hun studenten ook uit om te schrijven over onderwerpen waar in Irak een taboe op rust. Voorzichtig wordt er nu geschreven over Aids, een ziekte waarvan men dacht dat hij niet in Irak aanwezig was. Of over vrouwenbesnijdenis, genitale verminking, wat in sommige gebieden nog voorkomt. In de groep cursisten die ik spreek, is er slechts één vrouw. Judit betreurt dat in hoge mate.
Harry van Bommel in gesprek met cursisten van het onafhankelijk mediacentrum
Om de cursisten een extra opdracht te kunnen geven, heeft Judit me gevraagd een uur eerder te komen. Ik vertel ze wat ik in Koerdistan kom doen en geef ze gelegenheid tot vragen. Die zijn er meer dan de tijd toelaat. De cursisten zullen van het gesprek een artikel maken dat wordt beoordeeld door een internationale gastdocent. In het IMCK-kantoor ontmoet ik projectleider Sam en later ook Ahmed Mufti, een jonge ingenieur, die werkt als adviseur op het gebied van olie voor premier Bahram Salih.
Ahmed Mufti, adviseur van de premier
Hij vertelt me dat hij straks niet meer voor de regering wil werken omdat hij het op veel terreinen niet eens is met de nieuwe premier die binnenkort zal aantreden. Omdat de twee partijen KDP en PUK samen regeren, is besloten dat er halverwege de rit een premier van de andere partij komt. Ahmed gaat daarom liever weer terug naar Nederland om in Rotterdam zijn MBA te behalen. Omdat hij een Nederlands paspoort heeft, is dat geen enkel probleem.
De Jalil Khayat moskee
Al enkele keren ben ik in het centrum de imposante Jalil Khayat-moskee gepasseerd en nu er tijd over is, ga ik hem ook van binnen bekijken. Zoals de meeste moskeeën is hij vrijwel leeg en liggen er kleden op de vloer voor het gebed. Een moderne digitale aanduiding toont de vijf tijdstippen waarop vandaag gebeden moet worden. De moskee is vernoemd naar Jalil Khayat die het leeuwendeel van de kosten op zich heeft genomen.
Entree van de moskee
Interieur van de moskee
Jalil Khayat is een schatrijke zakenman en tevens voorzitter van Erbils Kamer van Koophandel. Daarnaast is hij ook nog eens vice-voorzitter van de Kamer van Koophandel van heel Irak. Een man uit de praktijk dus die weet waar hij het over heeft. In gesprek met hem stel ik de vraag waar er mogelijkheden zijn voor samenwerking tussen het Koerdische en het Nederlandse bedrijfsleven. Khayat ziet die mogelijkheden vooral op het gebied van landbouw en veeteelt. Daar schijnt in Nederland ook een keer serieus over te zijn gesproken met ondernemers maar concreet is daar niets uit voortgekomen. Ik beloof Kahyat dat ik eens zal informeren bij de landbouworganisatie LTO waarom men niet eens in Koerdistan gaat kijken.
In gesprek met voorzitter Khayat van de Kamer van Koophandel
De lunch is vandaag wat later dan gewoonlijk maar dat is in het geheel niet erg. De Koerden houden van uitgebreid eten en de lunch geldt als hoofdmaaltijd van de dag. Met een stevig ontbijt en een goede lunch kun je eigenlijk de hele dag toe. Het voorgerecht bestaat uit veel verse groenten, het hoofdgerecht uit vlees met rijst of brood. Als toetje krijg je natuurlijk mierzoete baklava en thee met heel veel suiker.
Lunchen met Salah Bawani (links) en Delavar Ajgeiy en Hajar Sadoon
Vandaag staat vooral in het teken van de economische betrekkingen en daarom bezoek ik ook nog de Investerings Raad van Koerdistan. Enkele jaren geleden is er een investeringswet aangenomen die het buitenlandse investeerders makkelijk moet maken om naar Koerdistan te komen. Belasting hoeft men niet of nauwelijks te betalen, grond krijgt men met gemak aangewezen en personeel is er ook in redelijke mate. Algemeen directeur Nawroz laat me een investeringskaart zien waaruit blijkt dat vooral de bouw, de agro-industrie, landbouw, medische dienstverlening en irrigatiewerken veel investeringen trekken.
Algemeen directeur Nawroz van de Koerdische Investeringsraad
Sectoren met een ‘gouden’ toekomst zijn toerisme en openbaar vervoer. Er liggen plannen voor de aanleg van trams in Erbil, Suleymania en Dohuk; in totaal 200 kilometer tramrails. Ook zijn er plannen voor spoorwegverbindingen tussen Erbil, Duho en Zakho (330 km) en Erbil, Suleymania en Penjween (320 km). Dat zijn mega-projecten die niet zonder buitenlandse betrokkenheid kunnen worden gerealiseerd.
Het is dan wel zondag maar omdat alles open is, lijkt het toch meer op een maandag. Mijn kalender raakt danig in de war. Door het tijdsverschil van twee uur moet ik ook oppassen met bellen, anders bel ik mensen uit bed. Overigens zal Emile Roemer het voor dit keer niet erg vinden als ik hem al vroeg feliciteer met het feit dat we in de peilingen nu met de VVD op een gedeelde eerste plaats staan met dertig zetels.