Modelcontract energie bijna klaar, maar kan nog beter - Hoofdinhoud
Bijna drie jaar geleden nam de Kamer mijn amendement 31374-7 aan, waarin geregeld werd dat energiebedrijven verplicht zijn om -naast eventuele andere contractvormen- elektriciteit en gas aan te bieden op basis van een standaardcontract, vastgesteld in overleg met de consumentenorganisaties. Er ligt nu -na lange onderhandelingen- een voorstel van Energie Nederland, dat nog een aantal open einden heeft. Die verminderen de vergelijkbaarheid tussen de aanbiedingen van energiebedrijven. Tot 7 maart kan iedereen die dat wil commentaar op het concept contract indienen bij de NMa.
In de toelichting omschreef ik destijd het doel van het amendement als volgt: “Sinds de liberalisering van de energiemarkt is er een enorme verscheidenheid van contractvormen ontstaan, die vaak slechts op details verschillen. Dit maakt het met name voor niet-professionele afnemers – de kleinverbruikers – lastig om de aanbiedingen van leveranciers te vergelijken. Door de invoering van een modelcontract, naast alle andere vrije contractvormen, wordt het voor de consument eenvoudig om voor deze contractvorm de aantrekkelijkste aanbieder te selecteren. Vermoedelijk zullen veel consumenten voor deze contractvorm kiezen waardoor het voor aanbieders aantrekkelijk wordt om scherpere aanbiedingen te doen. Dat komt de concurrentie ten goede.
Bijkomend voordeel van een modelcontract is dat de contractvoorwaarden gebaseerd kunnen worden op een goede rechtspositie voor de consument, die daardoor niet voor onaangename verrassingen kan worden gesteld door de «kleine lettertjes» in het contract.”
Het concept-modelcontract dat er nu ligt is gebaseerd op een onbepaalde looptijd, een variabele prijs die in principe twee keer per jaar gewijzigd kan worden en de mogelijkheid om bij een prijswijziging direct op te zeggen. Tot zover prima, helemaal in lijn met de bedoeling van het amendement. Andere pluspunten zijn het ontbreken van actievoorwaarden (ik zou dat liever “lokkertjes” noemen, waarvan de rekening uiteindelijk door de consument driedubbel wordt terugbetaald) en het standaard-format van de aanbiedingsbrief, waarin een contract naar de klant bevestigd wordt.
Waar ben ik minder tevreden over?
Allereerst de mogelijkheid om “bij onvoorziene marktomstandigheden” de prijs ook op andere momenten dan de vaste data (1 januari en 1 juli) aan te passen. Dat versluiert toch weer de vergelijkbaarheid tussen aanbieders, ook al kan een klant op dat moment direct overstappen.
Een tweede kritiekpunt is dat de halfjaarlijkse tariefaanpassingen slechts via de website van het energiebedrijf aangekondigd hoeft te worden. Wat mij betreft moet de klant altijd -op papier of via mail- actief geinformeerd worden over prijsstijgingen.
Na een prijsstijging krijgt een klant maximaal 10 dagen de tijd om over te stappen. Ik vind dat te kort. Er zijn vele valide redenen waarom mensen niet altijd binnen 10 dagen kunnen reageren. Mijn voorstel is om de overstaptermijn gelijk te stellen aan de betalingstermijn, dus een maand.
De opzegtermijn is in het concept-modelcontract een variabele. Ik vind dat ook hier een standaardtermijn gehanteerd moet worden, gelijk aan de betalingstermijn.
En dan tenslotte de productomschrijving. Die is nu vrij. Ik ben er voorstander van om het aantal producten dat geleverd kan worden via het standaardcontract te beperken tot: gas, elektriciteit, warmte, zonder kwalitatieve specificaties anders dan de wettelijke vereisten. Hoe groot voorstander ik ook ben van het verhogen van het aandeel groene elektriciteit, gas en warmte: als je deze variabele toestaat BINNEN de context van het modelcontract loop je het grote risico dat leveranciers dit gaan gebruiken om mist te creëren. Natuurlijk staat het leveranciers vrij om dan voor specifieke groene producten dezelfde contractvoorwaarden te hanteren als bij het modelcontract. Graag zelfs!