Open de koloniale doofpot - Hoofdinhoud
Foto: Verzetsmuseum
Naar aanleiding van de Nederlandse excuses aan de nabestaanden van Rawagedeh, schreef ik hier al dat Nederland in het reine dient te komen met haar koloniale verleden. Deze week werd de noodzaak daarvan weer eens pijnlijk duidelijk door onthullingen in de Volkskrant over het optreden van Nederlandse militairen in Indonesië. In drie maanden tijd zouden zij op Zuid-Celebes drieduizend Indonesiërs hebben gedood, waarvan velen door standrechtelijke executies. Ondanks het feit dat deze schendingen van het oorlogsrecht in 1947 al breed bekend waren in de politieke en justitiële top, werd er niet tegen opgetreden. In 1954 zou de regering er Drees bewust voor hebben gekozen hier geen werk meer van te maken. Ik ben van mening dat Nederland niet voor haar verleden mag weglopen en alsnog de onderste steen boven moet komen. Daarom heb ik de volgende vragen gesteld:
Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie over Nederlandse oorlogsmisdaden op Zuid-Celebes
-
1.Kent u het bericht ‘Drees: executies in Indië niet vervolgen’? 1)
-
2.Is het juist dat in drie maanden tijd op Zuid-Celebes drieduizend Indonesiërs sneuvelden, van wie velen door standrechtelijke executies door Nederlandse militairen en dat de militaire, politieke en justitiële top van Nederland al in 1947 op de hoogte was deze oorlogsmisdaden? Is het ook juist dat op één dag in een dorp maar liefst driehonderd mensen werden gedood? Kunt u uw antwoord toelichten?
-
3.Is het verder juist dat Kapitein Raymond Westerling de opdracht kreeg het gebied rond de hoofdstad van Zuid-Celebes te zuiveren van ‘rampokkers’ en dat hij daarbij de bevoegdheid kreeg tegenstanders te executeren? Is het ook juist dat ondergeschikten van Westerling ertoe overgingen reeds veroordeelde gevangenen te executeren?
-
4.Waarom werd in 1954 besloten om niemand te vervolgen voor de oorlogsmisdaden van Nederlandse militairen op het Indische Zuid-Celebes? Deelt u mijn opvatting dat dit een onjuiste beslissing was?
-
5.Deelt u de opvatting van de toenmalige chef kabinetszaken dat ‘niet alleen militairen, doch ook hoge burgerlijke autoriteiten in Indonesië zijn tekortgeschoten’? Indien neen, waarom niet?
-
6.Deelt u de opvatting van historicus IJzereef dat Nederland met het geheim houden van het rapport uit 1954 over de standrechtelijke executies de doofpot hanteerde? Indien neen, waarom niet?
-
7.Deelt u verder de opvatting van IJzereef dat er geen enkel oorlogsrecht was waarop Nederland zich kon beroepen voor het gehanteerde ‘noodrecht’? Kunt u uw antwoord toelichten?
-
8.Hoe beoordeelt u de opvatting van advocate Zegveld dat het OM niet lijdzaam kan afwachten, maar alle zaken opnieuw moet beoordelen en getuigenverklaringen serieus moet nemen? Bent u het met mij eens dat het belangrijk is dat de daders van de oorlogsmisdaden op Zuid-Celebes worden vervolgd? Bent u het met mij eens dat het wenselijk is dat het OM actief werk maakt van deze zaak?
-
9.Bent u bereid de Kamer inzage te geven in het rapport over de oorlogsmisdaden op Zuid-Celebes?
Bron
-
1.De Volkskrant, 22 februari 2012