De ideologie van 'eigen schuld, dikke bult'

Met dank overgenomen van J.F. (Jesse) Klaver i, gepubliceerd op woensdag 14 maart 2012.
Jesse Klaver
Bron: Blog GroenLinks (kamerleden)
 
Jesse Klaver
Bron: Blog GroenLinks (kamerleden)

Jesse Klaver

Deze week houdt de Tweede Kamer twee volle dagen een hoorzitting over de Wet Werken naar Vermogen. Het kabinet gaat met dit wetsvoorstel ten onrechte uitgaat van de ideologie van eigen schuld dikke bult. Niet iedereen die in een uitkering zit, heeft dat aan zichzelf te wijten. Het kabinet trekt zijn handen af van mensen, terwijl je ze juist in staat moet stellen aan het werk te komen. Daarvoor heb je iets anders nodig: geduld en investeren in mensen. Werkgevers die hun organisatie willen aanpassen om mensen die anders zijn dan gemiddeld, aan werk te helpen en een overheid die investeert in mensen aan de bak krijgen, zegt Jesse Klaver.

Het kabinet heeft het wetsvoorstel Werken naar Vermogen ingediend bij de Kamer. Het is één van de grote ideologische missies van het kabinet. Het kabinet bezuinigt bijna twee miljard, maar het is meer dan een boekhoudkundige operatie die bedoeld is om de overheidsfinanciën betaalbaar te houden. Maar het kabinet claimt presenteert het als een ideologische keuze. Trots noemde de minister-president dit de grootste hervorming van het kabinet. Deze wet moet een bestaansminimum verzekeren voor verschillende groepen: mensen die nu in de bijstand zitten, jongeren met een arbeidshandicap en mensen die nu in een sociale werkplaats werken. Dit kabinet gelooft dat de verzorgingsstaat mensen te veel heeft gepamperd.

Dat we mensen te veel hebben verwend waardoor mensen geen eigen verantwoordelijkheid meer nemen. Rutte huldigt het idee dat als je mensen maar genoeg afknijpt ze vanzelf gaan werken. Mensen moeten zelf hun eigen broek ophouden. Als je dat niet kan, dan geldt bij dit kabinet 'eigen schuld dikke bult'.

Het is een mooi ideologisch dogma 'alles wat je verdient, is je eigen verdienste', maar het is niet de maatschappelijke realiteit: één van de groepen die deze wet raakt, zijn jongeren met een arbeidshandicap. In de wereld van de Haagse afkortingen worden dit Wajongeren genoemd. Ik heb veel van deze jongeren persoonlijk mogen ontmoeten. Geen enkele zegt: 'ik zit het liefste thuis op de bank.' Allemaal willen ze aan het werk. Maar ze lopen tegen ongelofelijk grote muren aan: werkgevers kennen dit soort jongeren niet en zijn bang dat ze uitvallen.

Zo ook een van mijn vrienden. We hebben samen op school gezeten. Hij haalde de hoogste cijfers van de klas. We zaten samen op voetbal en hij stond altijd in de basis. Tot rond zijn twintigste duidelijk werd dat hij psychiatrische aandoening had. We zaten laatst in het café en toen vroeg hij me: 'wat is het verschil tussen jou en mij? Waar is het misgegaan?'. Een kleine genetische afwijking heeft zijn toekomst anders gemaakt dan hij zich ooit had kunnen voorstellen.

Hij is nu zo'n Wajongere, woont begeleid en werkt een paar uur in de week bij een supermarkt. Hij doet zijn best op tijd te komen, zich te concentreren en zich aan afspraken te houden. Dat is voor hem een grote uitdaging. Niet omdat hij verwend is door de overheid, maar omdat zijn brein hem in de steek laat. In de wereld van eigen schuld dikke bult is hij een loser, maar hij doet alles wat in zijn vermogen ligt om mee te kunnen doen in de samenleving. Hij kan dat nu omdat hij nu een werkgever heeft gevonden die hem steunt.

Dit kabinet denkt dat alles wat je bereikt je eigen verdienste is. Ze mist het besef dat veel van wat je bereikt in je leven is het resultaat van geluk of ongeluk buiten je eigen verantwoordelijkheid om: jonge arbeidsgehandicapten kiezen er niet voor om geboren te worden met een afwijking. We moeten samen de verantwoordelijkheid nemen om ervoor te zorgen dat ook deze jongeren aan het werk kunnen.