Europees Parlement stemt in met gemeenschappelijke heffingsgrondslag

Met dank overgenomen van M. (Thijs) Berman i, gepubliceerd op donderdag 19 april 2012, 2:24.

Het Europees Parlement heeft vandaag ingestemd met de invoering van een gemeenschappelijke heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting. Het betreft hier een regeling die het voor bedrijven die actief zijn in meerdere EU-lidstaten mogelijk maakt om via een enkel formulier de belastinggrondslag aan te geven. "Het nieuwe voorstel zal de administratieve lasten voor het bedrijfsleven verlichten. Dat is heel welkom. Nog belangrijker is dat het voorgestelde systeem grootschalige belastingontwijkingen tegengaat, waardoor overheden meer inkomsten krijgen. Dat is hard nodig in deze eindeloze crisis", aldus PvdA-Europarlementariër Thijs Berman.

Met dit voorstel hebben grote bedrijven geen last meer van de complexe aangifte in 27 verschillende belastingregimes. Met het zogenaamde ‘one-stop-shop’ formulier kunnen bedrijven hun belastingaangiften bij een instantie indienen en al hun winsten en verliezen in de hele EU consolideren. Het Europees Parlement heeft haar voorkeur uitgesproken om de regeling verplicht te stellen voor grote, grensoverschrijdend opererende bedrijven. Voor het midden- en kleinbedrijf blijft de regeling optioneel.

Via een verdeelsleutel zal de winst berekend worden en per lidstaat worden verdeeld. Bij de berekening van de winst wordt gekeken naar arbeid, bezittingen en kapitaal van een bedrijf. Op deze wijze krijgen lidstaten een beter beeld van de activiteiten van grote bedrijven en zijn ze niet afhankelijk van de cijfers die de bedrijven aan hen openbaren. De lidstaten blijven overigens hun soevereiniteit behouden over de vaststelling van het nationale vennootschapstarief.

"Het bepalen van het tarief van de vennootschapsbelasting blijft de exclusieve keuze van de lidstaten. Het zou wenselijk zijn dat er in de toekomst een minimumtarief voor de vennootschapsbelasting komt, om negatieve belastingconcurrentie te voorkomen", aldus Berman.

Bron afbeelding: European Parliament Audiovisual