Willen we nou beter onderwijs, of niet? - Hoofdinhoud
Het onderwijs gaat er in het Kunduzakkoord gewoon op achteruit. De rekening van het Passend onderwijs wordt betaald uit de salarissen van leraren. De grootste verkiezingsbeloften van D66, zó in de vuilinisbak. In dit opiniestuk zet Jeroen Dijsselbloem uiteen hoe het onderwijs wordt geraakt.
Toen op 6 maart dit jaar 50.000 leraren zich verzamelden in de Amsterdam Arena uit protest tegen het onderwijsbeleid, was dat de grootste onderwijsdemonstratie ooit. Al die leraren voerden geen actie voor meer salaris of meer vrije dagen maar protesteerden tegen de bezuinigingen op Passend onderwijs. Het Kabinet Rutte had, in strijd met de verkiezingsbeloften van VVD en CDA, besloten 300 miljoen te bezuinigen op de zorg en begeleiding voor leerlingen met een handicap, beperking of stoornis. Het beeld is wel eens opgeroepen dat dat ging om drukke kinderen met ADHD en we gewoon moeten ophouden met medicaliseren. Maar in werkelijkheid gaat het hier over chronisch zieke kinderen, dove en slechthorende kinderen, kinderen met epilepsie, kinderen met autisme en zo kan ik nog wel even doorgaan. Kinderen die met extra begeleiding mee kunnen op de gewone school of naar een speciale school moeten. Op beiden zou fors worden bezuinigd.
Dat de leraren niet voor hun eigen salaris actie voerden was opmerkelijk want sinds 2010 staan de lerarensalarissen al op de nullijn. Er komt geen cent bij. De middelen die waren gereserveerd voor een gematigde loonontwikkeling waren namelijk door het kabinet ook wegbezuinigd. En nu, nu door het Kunduz-akkoord de bezuinigingen op Passend onderwijs in ieder geval in 2013 zijn afgeblazen, betalen de leraren opnieuw de rekening. De nullijn is namelijk verlengd met nog eens twee jaar. En niet voor iedereen in Nederland. Nee, opnieuw alleen voor leraren en agenten. De nullijn voor leraren bespaart de overheid ruim 300 miljoen per jaar. Precies het bedrag van de bezuiniging op Passend onderwijs. Deze keer zijn het D66 en GroenLinks die hun beloften aan het onderwijs schaamteloos breken.
Veel mensen zullen zeggen; “Ja, maar er moet toch bezuinigd worden? Het geld is er gewoon niet”. Mijn stelling is: politiek is een kwestie van kiezen. Een eenvoudig voorbeeld. Omdat rechts jarenlang niets aan de hypotheekrente wilde doen, zijn de uitgaven daarvoor gestegen van 6 naar 11 miljard. De maatregelen die de Kunduz-coalitie neemt, alleen de starters aanpakken, levert financieel niks op en zet de woningmarkt nog verder op slot. Er rijdt straks geen verhuiswagen meer door ons land. Als we de onbeperkte aftrek nu eens voor iedereen maximeren, zoals de PvdA voorstelt, besparen we miljarden. Dat is één van de maatregelen die wij voorstellen om het financieringstekort aan te pakken. En in ons pakket zit daardoor óók nog ruimte om te investeren in onderwijs.
Dat het hier daadwerkelijk om een investering gaat, waarmee we later als Nederland een grotere welvaart kunnen krijgen, spreekt niet voor zich. Niet alle uitgaven zijn ook echt investeringen in economische groei. Maar gericht investeringen in het onderwijs zijn dat wèl, zo laat ook het Centraal Planbureau zien.
Wat de PvdA betreft zijn er maar twee sectoren waarvoor we, onvermijdelijk, de komende jaren meer geld moeten vrijmaken en dat zijn onderwijs en zorg. Zorg onder andere omdat er nu eenmaal steeds meer ouderen komen. Onderwijs omdat Nederland economisch achteruit kachelt als we ons opleidingsniveau niet op peil houden. Op alle andere terreinen zal de broekriem moeten worden aangehaald.
Hoewel ons onderwijs ook internationaal nog in hoog aanzien staat, moeten we ambitieus zijn. De kwaliteit van onze leraren moeten geleidelijk verhoogd, te beginnen met de lerarenopleidingen en Pabo's. Bijscholing van leraren moet regel in plaats van uitzondering worden. Het aantal onbevoegde leraren voor de klas moet binnen enkele jaren drastisch worden verlaagd. De lesroosters moeten weer vol worden. De slagingsnormen voor examens moeten garanderen dat het schooldiploma weer waardevast wordt. En alle perverse prikkels om leerlingen en studenten eerst snel in huis te halen en dan met genade-zesjes door het onderwijs heen te helpen, moeten eruit worden gehaald. Kortom, eisen durven stellen en de middelen beschikbaar stellen die daarvoor nodig zijn. Alleen zó behouden we degelijk onderwijs, waarin leraren weer het aanzien krijgen dat ze verdienen en leerlingen met voldoende bagage zichzelf kunnen redden in de samenleving.
Jeroen Dijsselbloem
Tweede kamerlid PvdA
oud-voorzitter van de Parlementaire commissie Onderwijsvernieuwing