Meer handel EU en China heeft een prijskaartje - Hoofdinhoud
Google kreeg gisteren toestemming van China om voor 12,5 miljard dollar het Amerikaanse Motorola over te nemen. Die toestemming was nodig omdat beide bedrijven in China al zaken doen. Nu kan Google zelf mobiele telefoons en tablets produceren. Er zit alleen wel één addertje onder het gras: Google’s mobiele besturingssysteem, Android, moet de komende vijf jaar in China gratis beschikbaar zijn. Deze voorwaarde is een typisch voorbeeld van hoe China controle houdt over de toegang tot haar markt en over buitenlandse investeringen.
Europese bedrijven kunnen zich in China bovendien slechts vestigen via joint ventures, meerderheidsbelangen zijn verboden. De strategische transfer van technologie, zoals Android, die standaard wordt bedongen is één van de onderwerpen in een rapport over de handelsrelaties tussen de EU en China dat het Europees Parlement vandaag heeft aangenomen. Naast het voordeel van grootschalige staatssteun kunnen Chinese bedrijven ook de concurrentie aangaan met Europese bedrijven met gebruik van technologie die ze moeten vrijgeven om überhaupt zaken te mogen doen. Er worden geen licenties of opbrengsten betaald. Gebrek aan bescherming van intellectuele eigendomsrechten weerhoudt de EU er steeds meer van de potentie van export naar China te verzilveren. Wij hebben de iPhone 4s maar de Chinese consument is een paar versies vooruit. Europese architecten zien afgekeurde ontwerpen toch verrijzen aan Chinese skylines.
Sinds China in 2001 lid werd van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) is het de grootste exporteur van goederen geworden (10.36% wereldwijd 2010), waarvan het meeste naar de EU gaat (39,5%). China is inmiddels de EU’s tweede handelspartner. De EU staat voor 20% van de buitenlandse investeringen in China, terwijl omgekeerd het Chinese aandeel slechts 1,7% is. Het Europese handelstekort in de handel met China is tussen 2000 en 2010 van 49 miljard Euro naar 168.8 miljard opgelopen. De handelsrelatie tussen China en de EU raakt uit balans. Dat zegt op zijn minst iets over de toegankelijkheid van de Chinese markt voor Europese bedrijven.
Als lid van de WTO is China verplicht haar handel te liberaliseren en haar markt te openen. Onlangs dienden de VS, Japan en de EU voor het eerst gezamenlijk een klacht in bij de WTO tegen Chinese exportbeperkingen van ‘zeldzame grondstoffen’, waarvan China 97% van de totale productie beheert. Deze rare earths zijn essentieel voor geavanceerde technologieën en producten: Sectoren waarin de VS, Japan en de EU nu nog een concurrentievoordeel hebben en veel onderzoeksgelden naar toe gaan. Chinese handelspolitiek in optima forma. Het toont ook aan hoe de multipolaire wereld zich in de internationale handel manifesteert. Het uitvechten van (handels)disputen in multilaterale (handels)organisaties zal toenemen.
Het Europees Parlement wil dat de Europese Commissie, die namens de lidstaten het gemeenschappelijk handelsbeleid voert, dan ook vol inzet op geschilbeslechting in de WTO en het handelsdefensief instrumentarium gebruikt. De EU mag haar concurrentievoordeel in de kenniseconomie niet verliezen. Daarom moeten we samen met de VS China onder druk zetten om in de WTO of de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom (WIPO) tot redelijke internationale afspraken te komen. De potentie van Europese export naar China is simpelweg te groot om niet ten volle te benutten.
China zal zich de komende jaren bovendien verder richten op het vergroten van de binnenlandse consumptie en groei door het ontwikkelen van de dienstenmarkt en de auto-industrie, energie-, en bouwsector. Deze doelen komen ook terug in de 2020 strategie van de Europese Commissie die de Europese economie sterker en competitiever moet maken. Daar liggen dus kansen en uitdagingen voor het Europese bedrijfsleven. Juist nu de noodzaak hoog is om de handel tussen de EU en China in balans te brengen is het de vraag of de EU daartoe wel in staat is.
De enorme Chinese staatsbeleggingen in de Eurozone hebben de onderhandelingspositie van de EU niet gesterkt. Maar de EU staat niet met lege handen. In 2016 moet het mede beslissen of China de felbegeerde ‘markteconomie status’ krijgt in de WTO. Met die status mogen de EU en de VS geen defensieve handelinstrumenten meer inzetten tegen China, zoals antidumpingmaatregelen tegen goederen die met Chinese overheidssteun onder kostprijs worden aangeboden. Maar voor het zover is moet China haar handel verder liberaliseren, de staatsinvloed beperken en koersen op duurzame economische groei met respect voor milieu en mensenrechten. Daarom is de handelsdialoog ook zo belangrijk, het mes snijdt hier duidelijk aan meerdere kanten. Bovendien is onze gezamenlijke economische kracht de enige overtuigende vuist die de EU internationaal kan maken.
Zie ook het rapport over handel tussen de EU en China van het Europees Parlement