Moderne slavernij - Hoofdinhoud
Gistermiddag overhandigde Henk Klein Poelhuis, voorzitter van de Aannemersfederatie Nederland (AFNL) mij het eerste exemplaar van het zwartboek schijnzelfstandigen. De AFNL vertegenwoordigt het midden- en kleinbedrijf in de bouwbranche, zowel de algemene aannemingsbedrijven als de specialisten (bv. voegers, dakdekkers, rietdekkers). Veel bedrijven staat het water aan de lippen: door de crisis in de bouw, maar ook door oneigenlijke concurrentie door schijn-ZZP-ers. Slecht voor de bedrijven, maar minstens zo beroerd voor de betrokken bouwvakkers.
Het aantal mensen dat valt onder de Bouw-CAO is in acht jaar tijd teruggelopen van 250.000 naar 130.000. Tegelijkertijd is het aantal ZZP-ers (Zelfstandigen Zonder Personeel) gestegen van vrijwel niets naar ca. 100.000. Ongeveer 30% van deze mensen zijn echte ondernemers, vakmensen die voor eigen rekening en risico bouwwerken aannemen. De andere 70.000 hebben nooit gekozen voor het ondernemerschap, maar zijn tegen wil-en-dank in deze positie terecht gekomen.
De reden van de explosieve groei van het aantal ZZP-ers in de bouw (en in een aantal andere bedrijfstakken, zoals de tuinbouw, transportsector en zorg) is het enorme verschil tussen het uurtarief van een CAO-bouwvakker in loondienst en een ZZP-er. Hoe kan het dat iemand die allerlei extra risico’s loopt toch goedkoper is?
In essentie is de verklaring: ZZP-ers hoeven wettelijk niet verzekerd te zijn tegen arbeidsongeschiktheid, hoeven niet aangesloten te zijn bij een pensioenfonds en hoeven evenmin bij te dragen aan het O&O (opleidings-)fonds voor de bouwsector. Dat verklaart het volledige verschil tussen het uurtarief van een bouwvakker (€35) en het bodemtarief voor een ZZP-er op de bouwplaats (€19).
Natuurlijk werken schijnzelfstandigen niet voor hun lol voor een uurtarief van €19. Maar als ze zich zouden verzekeren of een pensioenvoorziening opbouwen valt hun concurrentiepositie ten opzichte van de reguliere aannemer weg en zitten ze zonder werk. Het komt steeds vaker voor dat onslagen bouwvakkers door het UWV onder druk gezet worden om als ZZP-er aan de slag te gaan. Dat is geen ondernemerschap maar moderne slavernij.
Een andere variant op het thema zijn bouwvakkers uit MOE-landen die via listige uitzend- en detacheringsconstructies onder de prijs van de reguliere bouwvakker worden aangeboden.
Deze ontwikkeling is ronduit desastreus voor de bouwsector: het opleidingssysteem wordt ondermijnd doordat inmiddels minder dan de helft van de mensen die rondlopen op bouwplaatsen nog bijdragen aan het O&O-fonds. Aannemersbedrijven die vroeger 80% van hun personeel in vaste dienst hadden en 20% inhuurden hebben nu misschien nog eenderde eigen personeel. Dat gaat ten koste van de kwaliteit en de veiligheid op de bouwplaats. Logische vraag is waarom de leden van de AFNL, als ze zo’n pesthekel aan deze race-to-the-bottom hebben, zelf óók schijnzelfstandigen inhuren. Het antwoord is economisch even rationeel: als ze dat niet doen worden ze kapot geconcurreerd door collega’s die dat wél doen.
Wat mij betreft moet deze neerwaardse spiraal zo snel mogelijk gestopt worden. Iedereen die in de bouw werkt hoort verzekerd te zijn, een pensioen op te bouwen en bij te dragen aan collectieve opleidingsvoorzieningen, of hij nou in loondienst is of niet. Dat moet wettelijk geregeld worden en daar zit hem nu net de kneep: het kabinet Rutte had daar geen zin in. Vervolgens zijn er in Nederland voldoende immorele opdrachtgevers te vinden -ook overheden- die het stilzwijgend accepteren dat deze moderne slaven ook op hun bouwplaatsen rondlopen: als de bouwsom maar omlaag gaat. Hopelijk ontstaat er na 12 september een kamermeerderheid voor het verbeteren van de rechtspositie van de moderne slaven van de bouw.