Oosterdok zelfvoorzienend energie-eiland - Hoofdinhoud
Afgelopen vrijdag bezocht ik samen met SP-statenlid Dago Wellink het Oosterdokeiland, sinds kort een van de meest intensief benutte stukjes grond in Nederland, op een steenworpafstand van het Amsterdamse centraal station. Met Bas Ambachtsheer van Cofely Energy Solutions daalden wij af naar de diepgelegen installatieruimten van het 230.000 m2 metende complex (op slechts 5 hectare) bestaande uit de centrale bibliotheek, conservatorium, hotel, kantoren, appartementen en winkels.
Cofely (het voormalige GTI) is de installatie-/engineeringsdivisie van GdF Suez. Met een omzet van €1,2 miljard en 7.000 medewerkers is het een van de grootste installatiebedrijven in Nederland. Het bedrijf heeft een grote portefeuille aan gerealiseerde WKO-projecten (WKO: warmte-koude-opslag). Die techniek maakt gebruik van het grondwater als warmte- en koudebuffer, in combinatie met warmtepompen. WKO is economisch interessant vanaf een vloeroppervlak van 8.000m2, mits een complex bestaat uit een combinatie van verschillende complementaire functies, waardoor de warmte- en koudevraag gelijkmatiger wordt.
De WKO installaties van het Oosterdokseiland (14MW verwarming, 12MW koeling) vergden een investering van €5 miljoen, ongeveer €25/m2, wat ik opmerkelijk weinig vind voor deze hoogwaardige techniek. Ten opzichte van een conventionele verwarmings- en koelinginstallatie wordt ca. 65% energie bespaard.
Net als Structon Worksphere (werkbezoek 9 juli) is ook Cofely overtuigd dat de Esco (Energy Service Company) de beste beheerformule is om het binnenklimaat in gebouwen te verbeteren en tegelijk heel veel energie te besparen. Ik denk dat ze dat goed zien. Als het installatiebedrijf ook ná oplevering verantwoordelijk blijft voor een project is er een veel groter belang om te optimaliseren op levensduurkosten, in plaats van op de laagst mogelijke bouwkosten. Daar profiteren de gebruikers van het gebouw van, in de vorm van een beter comfort en een lagere energierekening.