Veel minder erfbelasting betalen

Met dank overgenomen van P.H. (Pieter) Omtzigt i, gepubliceerd op maandag 6 augustus 2012.

De rechtbank in Breda heeft recentelijk bepaald dat de erfbelasting voor ondernemingsvermogen gelijk moet zijn aan de erfbelasting voor "gewoon" vermogen.

Nu krijg je voor ondernemingsvermogen nog een korting van 90%(!) op de erfbelasting. De uitspraak kan dus vergaande gevolgen hebben. In het meest extreme geval gaat de erfbelasting voor iedereen met 90% omlaag.

Echter niets is gratis en zeker niet bij de huidige stand van de overheidsfinancien, waarin we al vervelende en ingrijpende maatregelen hebben moeten nemen (denk aan het eigen risico of de BTW verhoging).

Daarom willen we graag snel duidelijkheid van staatssecretaris Weekers wat hij gaat doen; de wet aanpassen of de uitspraak volgen?

En als hij de uitspraak volgt, zou het wel zo netjes zijn om niet te wachten op stapels met duizenden en tienduizenden bezwaren. Vandaar deze Kamervragen

Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de Staatssecretarisvan Financiën over de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet 1956

  • 1. 
    Bent u bekend met de uitspraak van Rechtbank Breda van 13 juli 2012(1)waarin de rechtbank geoordeeld heeft dat de vrijstelling voorondernemingsvermogen in de Successiewet 1956 in strijd is met hetgelijkheidsbeginsel?
  • 2. 
    Kunt uaangeven wat de reikwijdte van deze uitspraak is? Is de uitspraak volgens ubeperkt tot privévermogen van de overledene (dat tot een tijdens leven gestaakteonderneming behoorde) en dat gebruikt wordt in de onderneming van de verkrijgerof geldt de uitspraak ook voor privévermogen dat geen ondernemingsvermogen isgeweest of zal worden?
  • 3. 
    Bent uhet eens met deze uitspraak en zo nee, op welke gronden niet? Wat betekent dezeuitspraak voor belastingplichtigen?
  • 4. 
    Moetiedere verkrijger in de Successiewet 1956 bezwaar maken tegen aanslagen schenk- of erfbelasting? Moet in nog in te dienen aangiften reeds een beroep wordengedaan op deze uitspraak?
  • 5. 
    Bent u bereidnu al aan te geven dat u vanaf een nu aan te geven moment de uitspraak algemeenbindend zult verklaren, onafhankelijk van het feit of iemand bezwaar/beroepheeft aangetekend dan wel beroep heeft gedaan op de uitspraak ten einde eenenorme stapel bezwaarschriften en een rare vorm van rechtsongelijkheid (zij diewel wisten van de uitspraak en daar beroep op deden versus mensen die hem niet kenden en er geen beroep op deden) te voorkomen?
  • 6. 
    Bent ubekend met de schatting van de gevolgen van de uitspraak op € 1 miljard?(2)
  • 7. 
    Kunt ubevestigen dat de budgettaire consequenties van de uitspraak € 1 miljardbedragen? Zo nee, hoe hoog schat de Belastingdienst de budgettaireconsequenties?
  • 8. 
    Bent u voornemensom de vrijstelling voor ondernemingsvermogen in de Successiewet 1956 aan tepassen, zodat deze volgens de rechter niet in strijd is met hetgelijkheidsbeginsel? Of bent u voornemens om op andere wijze het financiëlebelang van de heffing van schenk- en erfbelasting te waarborgen?
  • 9. 
    Hoe zal zo’n besluit eruit zien en binnen welke termijn zult u dit besluit nemen?
  • 10. 
    Hoe beoordeelt u de uitspraak in het licht van het bepaalde in artikel 11 Wet algemenebepalingen en HR 14 juli 2000(3) waaruit volgt dat de rechter alleende macht heeft de wet toe te passen en terughoudend moet zijn bij het ingrijpenin wetgeving omdat dat in onze rechtstaat is overgelaten aan de wetgever?

(1) Rechtbank Breda 13 juli 2012, AWB 11/5509 LJN: BX3386, publicatiedatum 1 augustus 2012.

(2) http://www.geldenrecht.nl/artikel/2012-08-02/discriminatie-bij-erfbelasti

(3) Hoge Raad 14 juli 2000, LJN AA6513, BNB 2000, 306.