Leg derivaten aan banden - Hoofdinhoud
Financiële derivaten spelen een belangrijke rol in de economie. Met derivaten kunnen ondernemers en bijvoorbeeld pensioenfondsen risico’s afdekken. Een meubelverkoper heeft verstand van meubels, niet van wisselkoersen. Als hij in Brazilië meubels koopt is het verstandig dat hij zich verzekert tegen een stijgende koers van de Braziliaanse real. Boeren verzekeren zich sinds jaar en dag via de termijnhandel tegen prijsrisico’s op hun oogst en hun inkoopkosten in het komende seizoen. Dankzij de financiële markten kunnen risico’s met elkaar worden gedeeld of geruild, en daardoor verminderd.
Allemaal heel nuttig. Derivatenhandel kan echter ook een bron van ellende zijn.
Dat gebeurt zodra speculanten in die markt stappen. Helaas hebben we gezien dat ook woningcorporaties, waterschappen en zelfs scholen speculanten zijn geworden. Zij dekten hun risico’s niet af, maar vergrootten die juist in de hoop daar aan te verdienen. Met alle gevolgen van dien. Dat kan natuurlijk niet.
Er is een aantal stappen in de goede richting gezet om ongedekte derivatenhandel tegen te gaan. Maar er is meer nodig.
Semi-publieke instellingen mogen alleen nog risico’s afdekken, niet aangaan. Banken en verzekeraars zouden vanuit hun zorgplicht voor de klant die rommel niet meer mogen verkopen. De PvdA wil positielimieten of een verbod op het hebben van een long-positie in een derivaat als je het onderliggende risico niet ook bezit.
In 2011 stond er wereldwijd voor 416.700 miljard dollar aan onderhandse derivaten uit. Dat was een stijging van 18 procent ten opzichte van 2010 en is zeven keer zo hoog als het bruto binnenlands product (bbp van de hele wereldeconomie. Dat heeft niets meer te maken met afdekken van risico’s. Derivaten zijn een bedreiging voor financiële stabiliteit geworden en moeten daarom aan banden worden gelegd.