Commissie richt zich op internationale wetenschappelijke samenwerking om het hoofd te bieden aan mondiale uitdagingen

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op maandag 17 september 2012.

De onderzoekswereld evolueert snel: het aandeel van de BRIC-landen in de wereldwijde O&O-uitgaven is verdubbeld tussen 2000 en 2009. Kwesties als klimaatverandering, voedselveiligheid of de bestrijding van ziektes vergen steeds vaker gezamenlijke internationale onderzoeksinspanningen. Europa i kan de uitmuntende prestaties van zijn wetenschappelijke basis en innoverende bedrijfssectoren alleen in stand houden door open te staan voor internationale samenwerking en voor de beste breinen ter wereld. Daarom heeft de Europese Commissie i vandaag een nieuwe strategie uiteengezet om de internationale samenwerking op het gebied van onderzoek en innovatie uit te bouwen. In deze strategie wordt de samenwerking verder toegespitst op strategische prioriteiten van de EU. Tegelijk wordt de traditie van openheid voor de deelname van derde landen aan EU-onderzoek in stand gehouden. Dit betekent dat mondiale uitdagingen niet uit de weg worden gegaan, maar ook dat Europa aantrekkelijker wordt gemaakt als plaats voor onderzoek en innovatie en dat de industriële concurrentiekracht wordt gestimuleerd.

Máire Geoghegan-Quinn i, Europees commissaris i voor onderzoek, innovatie en wetenschap, verklaarde: "Onze eigen weg gaan, is geen optie op het gebied van onderzoek en ontwikkeling. Het is van essentieel belang dat Europa de hand reikt aan internationale partners om nieuwe kennisbronnen aan te boren en mondiale uitdagingen aan te gaan. Net als zijn voorgangers zal Horizon 2020 i open staan voor deelnemers uit de hele wereld. Deze openheid zorgt ervoor dat de samenwerking met onze belangrijke internationale partners voordelen oplevert voor beide partijen en voor ontwikkelingslanden. Bovendien helpt ze Europa toegang te krijgen tot nieuwe en ontluikende markten."

Bij een vijfde van alle EU-onderzoeksprojecten is al minstens één partner van buiten de EU betrokken. Via het Partnerschap voor klinische proeven tussen Europese en ontwikkelingslanden werken bijvoorbeeld 14 EU-lidstaten i, Zwitserland, Noorwegen en 47 landen in Afrika ten zuiden van de Sahara samen aan de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen en vaccins tegen HIV/Aids, malaria en tuberculose.

De nieuwe strategie wordt hoofdzakelijk ten uitvoer gelegd via Horizon 2020, het EU-programma i voor de financiering van onderzoek en innovatie vanaf 2014, en via gezamenlijke initiatieven met EU-lidstaten. Voorts worden ook gerichte acties uitgevoerd met belangrijke partners en regio's, waarbij maatschappelijke uitdagingen en ontsluitende industriële technologieën centraal staan.

Er worden meerjarenprogramma's voor samenwerking met belangrijke partners en regio's opgezet om de internationale samenwerking te verbeteren en gerichter te laten verlopen. In de strategie wordt ook een oproep gedaan om de dialoog met onze partners te versterken en om de informatieverzameling te verbeteren, in het kader van een voorgestelde waarnemingspost voor onderzoek en innovatie. Bovendien zal de Europese Unie ernaar streven haar invloed in relevante internationale organisaties te vergroten.

Achtergrond

De Europese Unie is op het gebied van onderzoek en innovatie wereldwijd toonaangevend: zij neemt 24 % van de uitgaven aan onderzoek in de wereld, 32 % van de toppublicaties en 32 % van alle octrooiaanvragen voor haar rekening, terwijl haar bevolkingsaandeel slechts 7 % bedraagt.

De EU-onderzoeksprogramma's staan open voor deelname uit de hele wereld. Momenteel is 6 % van alle deelnemers aan het zevende kaderprogramma voor onderzoek (KP7 i) afkomstig uit derde landen. In het kader van de Marie Skłodowska-Curie acties wordt financiële steun verleend voor mobiliteit en opleiding van onderzoekers uit 80 verschillende landen. De Europese Onderzoeksraad, die onderzoekers uit de hele wereld financieel ondersteunt om baanbrekend onderzoek in Europa te verrichten, heeft een campagne opgezet om meer deelnemers uit derde landen aan te trekken. De interne wetenschappelijke dienst van de Commissie, het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek i, onderhoudt ook nauwe banden met organisaties over de hele wereld.

De nieuwe strategie volgt een tweesporenbenadering. Via de algemene openstelling van Horizon 2020 voor internationale samenwerking krijgen Europese onderzoekers de vrijheid om samen te werken met collega's uit derde landen op onderzoeksgebieden van hun eigen keuze. Dit wordt aangevuld door gerichte activiteiten, waarbij wordt gestreefd naar samenwerking op specifieke domeinen en met welbepaalde partners. De strategie bevordert ook gemeenschappelijke internationale beginselen op het gebied van onderzoek en innovatie, zoals integriteit, genderbewustzijn en open toegang, zodat een gelijk speelveld wordt gecreëerd voor internationale samenwerking binnen de mondiale onderzoeks- en innovatiegemeenschap. De strategie streeft er ook naar om onderzoek en innovatie sterker te laten bijdragen tot het externe beleid van de Unie. De Commissie zal om de twee jaar verslag uitbrengen over de voortgang.

De Commissie deelt de bevoegdheid over onderzoek met de lidstaten. Door voort te bouwen op de werkzaamheden van het Strategisch forum voor internationale wetenschappelijke en technologische samenwerking (SFIC) wordt een sterk partnerschap gegarandeerd.

Nadere informatie:

MEMO/12/672

Mededeling: http://ec.europa.eu/research/internationalstrategy

Horizon 2020: http://ec.europa.eu/research/horizon2020/index_en.cfm

Zevende kaderprogramma voor onderzoek van de EU (KP7): http://ec.europa.eu/research/fp7/index_en.cfm

Marie Skłodowska-Curie acties: http://ec.europa.eu/research/mariecurieactions/index_nl.htm

Europese Onderzoeksraad: http://erc.europa.eu/

 

Contact:

Michael Jennings (+32 22963388)

Monika Wcislo (+32 22955604)