Wet aanbestedingsvrijheid OV grote steden

Met dank overgenomen van J.W.M. (Hans) Engels i, gepubliceerd op donderdag 27 september 2012.

“Openbaar vervoer is één van de belangrijkste elementen van de stedelijke economie. Mensen moeten zich in de stad ook zonder auto of fiets snel en goed kunnen verplaatsen. Een doorweven netwerk, soepele aansluitingen en zo kort mogelijke reistijden maken van de stad een betere en plezierige plek om te wonen en te werken en een aantrekkelijke vestigingsplaats voor bedrijven”, aldus senator Hans Engels tijdens het debat over de Wet aanbestedingsvrijheid OV grote steden. Deze Wet is mede-ingediend door D66 Tweede Kamerlid Kees Verhoeven.

Keuzevrijheid

Op dit moment is het voor de grote steden Amsterdam, Den Haag, Utrecht en Rotterdam in de toekomst verplicht haar metro-, tram- en busvervoer openbaar aan te besteden. Dit betekent dat alleen marktpartijen nog bus-, tram- en metrolijnen mogen uitvoeren en de gemeentelijke vervoersbedrijven zullen verdwijnen. Deze wet geeft steden de mogelijkheid deze keuze zelf te maken. D66 maakt met deze wet geen keuze voor de vrije markt of het gemeentelijk vervoersbedrijf maar vindt dat grote steden deze keuze het best zelf kunnen maken, zonder dat dit van bovenaf opgelegd wordt. Besluit de stadsregio dat het gemeentelijk vervoersbedrijf het beste is voor haar stad dan moet zij de mogelijkheid krijgen deze te behouden. De lokale overheid weet namelijk het beste wat er geschikt is voor haar gemeente.

De keuzevrijheid voor stadsbesturen sluit aan bij de gedachte van D66 dat beslissingen zo dicht als mogelijk bij de bevolking moeten worden genomen. Dit betekent hier dat stadsbesturen deze afweging maken en dat ‘Den Haag’ een stapje terug doet.