Besluit 2007/436 - Stelsel van eigen middelen van de EG

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1.

Stand van zaken

Dit besluit is op 23 juni 2007 gepubliceerd en moest uiterlijk op 1 januari 2007 zijn omgezet in nationale regelgeving.

2.

Kerngegevens

officiële titel

2007/436/EG,Euratom: Besluit van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen

officiële Engelstalige titel

2007/436/EC,Euratom: Council Decision of 7 June 2007 on the system of the European Communities’ own resources
 
Rechtsinstrument Besluit
Wetgevingsnummer Besluit 2007/436
Origineel voorstel COM(2006)99 NLEN
Celex-nummer i 32007D0436

3.

Key dates

Document 07-06-2007
Bekendmaking in Publicatieblad 23-06-2007; PB L 163 p. 17-21
Inwerkingtreding 01-01-1001; in werking zie art 11
01-01-2007; van kracht zie art 11
Einde geldigheid 31-12-9999

4.

Wettekst

23.6.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 163/17

 

BESLUIT VAN DE RAAD

van 7 juni 2007

betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen

(2007/436/EG, Euratom)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 269,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 173,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Gezien het advies van de Rekenkamer (2),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Europese Raad van 15 en 16 december 2005 te Brussel concludeerde onder andere dat de algemene doelstelling van billijkheid als leidraad voor de eigenmiddelenregelingen moet dienen. Deze regelingen moeten er derhalve voor zorgen, overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van Fontainebleau in 1984, dat geen enkele lidstaat een begrotingslast behoeft te dragen die buitensporig is in vergelijking met zijn relatieve welvaart. In deze regelingen moeten dus bepalingen voor specifieke lidstaten worden opgenomen.

 

(2)

Het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen moet de zekerheid bieden dat de middelen toereikend zijn voor een geordende ontwikkeling van het beleid van de Gemeenschappen, waarbij de noodzaak van een strakke begrotingsdiscipline niet uit het oog mag worden verloren.

 

(3)

Voor de toepassing van dit besluit dient onder bruto nationaal inkomen (bni) te worden verstaan, het bni voor het betrokken jaar tegen marktprijzen, zoals bepaald door de Commissie krachtens het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen (hierna „ESR 95” genoemd) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2223/96 (4).

 

(4)

Naar aanleiding van de overschakeling van ESR 79 op ESR 95 voor begrotings- en eigenmiddelendoeleinden en om de financiële middelen die ter beschikking van de Gemeenschappen worden gesteld op hetzelfde peil te handhaven, zijn de maxima voor de eigen middelen en de vastleggingskredieten (tot twee decimalen) door de Commissie opnieuw berekend volgens de formules in artikel 3, leden 1 en 2, van Besluit 2000/597/EG, Euratom van de Raad van 29 september 2000 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (5). De nieuwe maxima zijn op 28 december 2001 door de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement meegedeeld. Het maximum voor de eigen middelen bedraagt 1,24 % van het totale bni van de lidstaten tegen marktprijzen en dat voor de vastleggingskredieten 1,31 % van het totale bni van de lidstaten. De Europese Raad van 15 en 16 december 2005 heeft besloten dat deze maxima op het huidige niveau blijven.

 

(5)

Om ervoor te zorgen dat de financiële middelen die ter beschikking van de Europese Gemeenschappen worden gesteld, gelijk blijven, dienen de in procenten van het bni uitgedrukte maxima te worden aangepast wanneer veranderingen in het ESR 95 resulteren in een significante verandering van het bni-peil.

 

(6)

Nu de tijdens de Uruguayronde van multilaterale handelsbesprekingen gesloten overeenkomsten in het EU-recht zijn opgenomen, is er geen wezenlijk verschil meer tussen landbouwrechten en douanerechten. Daarom moet dit onderscheid in het kader van de algemene begroting van de Europese Unie niet meer worden gemaakt.

 

(7)

De Europese Raad van 15 en 16 december 2005 heeft besloten ten behoeve van een overzichtelijke en eenvoudige regeling het afdrachtpercentage van de btw-bron vast te stellen op 0,30 %.

 

(8)

De Europese Raad van 15 en 16 december 2005 heeft besloten dat Oostenrijk, Duitsland, Nederland en Zweden in de periode 2007-2013 een geringer percentage van de btw-bron mogen afdragen en dat de jaarlijkse...


Lees meer

Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.

5.

Origineel voorstel

 

6.

Bronnen en disclaimer

Zie voor uitgebreidere informatie eventueel ook de volgende voor dit dossier gebruikte bronnen:

Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.

 

7.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de samenvatting van wetgeving, de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en tot slot de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

8.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.