VVD Nieuwsbrief Werk en Inkomen Jeugdzorg en Zorg #9

Met dank overgenomen van T.M.Ch. (Ton) Elias i, gepubliceerd op donderdag 30 augustus 2012, 15:39.
 

Nieuwsbrief Werk en Inkomen, Jeugdzorg en Zorg

 
 

De hervorming van de WWB, de WMO en jeugdzorg is van groot belang voor VVD-bestuurders in het land. Reden voor Brigitte, Malik en Tamara om de handen ineen te slaan om u op de hoogte te houden van de ontwikkelingen in Den Haag op het gebied van Werk en Inkomen, Jeugdzorg en Zorg. Want of u nu een VVD-bestuurder bent in een gemeente of gewoon nieuwsgierig, deze zaken raken ons allemaal.

Onze jeugd, onze toekomst, mijn zorg!

 

Door: Brigitte van der Burg

De twintigste eeuw heeft de levensomstandigheden van kinderen in Nederland aanzienlijk verbeterd. Kinderarbeid werd verboden, scholing en medische zorg werden voor iedereen toegankelijk en opgroeien in armoede is sterk teruggedrongen. Het liberalisme heeft daarin het voortouw genomen. De eerste sociale wetgeving in Nederland, zoals het Kinderwetje van Van Houten, komt uit liberale kring. De jeugd in Nederland groeit nu op in één van de meest welvarende landen ter wereld. Uit wetenschappelijke bronnen blijkt dat de Nederlandse jeugd tot de gelukkigste jeugd in Europa behoort, gezond is en goed opgeleid. Zo´n 80 tot 85 procent van onze kinderen groeit op zonder noemenswaardige problemen. Daar mogen wij trots op zijn!

Dat betekent echter niet dat er geen verbetering, geen verandering nodig is. Andere tijden kenmerken zich door andere uitdagingen. Op dit moment staan we voor een grote uitdaging, en de VVD wil hierin wederom een leidende rol spelen. Het gaat om de strijd tegen het onnodige medicaliseren van onze jeugd. Uit wetenschappelijke bronnen blijkt dat er circa twee keer zoveel kinderen met problemen zijn in de jeugdzorg dan op basis van objectieve gezondheidscriteria kan worden verwacht. We moeten erkennen dat het onnodig problematiseren en medicaliseren van onze jeugd een serieus probleem is voor de ontwikkeling van onze kinderen, voor hun eigen waarde en hun ontwikkeling en gezondheid en daarmee voor de toekomst van Nederland. De jeugd is immers de toekomst en als ze in hun jeugd al onnodig tot een probleem gemaakt worden en mogelijk beschadiging van hun hersenen oplopen door het veel te makkelijk en vaak toedienen van medicijnen schaadt dit hun mogelijkheden nu en in de toekomst. Bovendien leidt het nu en in de toekomst tot veel bijkomende kosten die op de samenleving drukken in plaats van dat deze kinderen een bijdrage op hun niveau aan diezelfde samenleving kunnen leveren.

Ik ben van mening dat kinderen die zich niet volgens het zogenaamde ideale patroon ontwikkelen en een iets afwijkend patroon volgen, dan wel kinderen die te druk zijn en daarom snel afgeleid zijn, dan wel kinderen die niet aan alle hooggespannen verwachtingen van hun ouders of verzorgers kunnen voldoen niet per definitie een probleem hebben of zijn! Daarom heb ik in december 2011 een motie ingediend in de Tweede Kamer om het demedicaliseren van de Nederlandse jeugd tot een hoofddoel te maken bij de nieuw te ontwikkelen wet 'zorg voor jeugd'. Het kabinet heeft toegezegd deze aangenomen motie serieus uit te werken. Het is zaak om ook bij het nieuwe kabinet goed in de gaten te houden of de demedicalisering in beleid wordt omgezet. En daar ga ik me voor inzetten. De perverse prikkels moeten uit het systeem gehaald worden zodat voorkomen wordt dat kinderen onnodig een etiket 'probleem' opgeplakt krijgen en dat al gemedicaliseerde kinderen weer volledig kunnen participeren in de samenleving. Het huidige systeem maakt namelijk een deel van onze kinderen letterlijk onnodig ziek!

Er is nog veel werk te doen en daarom heb ik mij wederom namens de VVD vol overtuiging kandidaat gesteld voor de Tweede Kamer.

Brigitte van der Burg

VVD, lijst 1, nummer 26.

Huishoudelijke hulp zelf betalen

 

Door: Tamara Venrooy

De zorgkosten exploderen. Een gemiddeld Nederlands gezin geeft elfduizend euro per jaar uit aan zorg, of ze wel of niet naar de dokter gaan. Dat is een kwart van het inkomen, een percentage dat groeit naar bijna de helft van ons inkomen in 2040 als we niets doen. Dat is voor mensen niet meer op te brengen en het ondermijnt de solidariteit in ons zorgstelsel. Zorg kan en moet dus beter en goedkoper. Dit is een discussie waar we niet voor weg moeten lopen en we moeten ook niet de kop in het zand steken. Het is een discussie die gevoerd moet worden om het grote vraagstuk van de stijging van de zorgkosten op te lossen zodat de zorg ook in de toekomst betaalbaar en beschikbaar blijft. Goede zorg is immers betaalbare zorg.

Het voorstel in het VVD verkiezingsprogramma om de huishoudelijke hulp voor mensen niet langer te vergoeden is noodzakelijk om de zorg betaalbaar te houden. Mensen moeten eerst kijken of ze het zelfnkunnen, of vrienden of familie hebben waarop ze kunnen terugvallen. Alleen mensen die echt geen oplossing kunnen vinden in de eigen omgeving, kunnen - met recht - een beroep kunnen doen op de overheid. Daarvoor reserveert de VVD een flink budget (enkele honderden miljoenen euro's) om dit uit te laten voeren door de gemeente.

Het karwei is nog niet af

 

Door: Malik Azmani

In de vorige nieuwsbrief heb ik al naar voren gebracht hoe jammer het is dat het eerste kabinet Rutte de eindstreep niet heeft gehaald. Door het weglopen van de PVV kwam er een streep door een reeks van maatregelen die noodzakelijk zijn voor een sterker Nederland. Een Nederland dat ophoudt om meer uit te geven dan dat er binnenkomt, een Nederland dat uitgaat van de kracht van mensen in deze samenleving. Kijken naar wat mensen wel kunnen, in plaats van niet. Een Nederland dat de vrijheid geeft aan een ieder om zijn/haar leven in te richten zoals hij/zij dat wilt zonder inbreuk te maken op de vrijheid van een ander. Een Nederland dat niet alleen maatregelen neemt voor de uitdagingen van vandaag maar ook anticipeert op de uitdagingen van morgen. Ontwikkeling als de vergrijzing en de ontgroening liggen op loer. Een steeds kleiner wordende beroepsbevolking die de premies moeten dragen voor een steeds grotere groep mensen die zorg nodig hebben. Zo stonden in de jaren '60 zes werkenden tegenover een AOW'er. Dat is nu ongeveer vier werkenden en we gaan in 2040 naar ongeveer twee werkenden tegenover één AOW'er. Wil je dan als fatsoenlijk land een sociaal vangnet en goede zorg kunnen blijven bieden voor mensen die daarop noodgedwongen aangewezen zijn, dan ontkom je er niet aan om daarvoor nu maatregelen te nemen, die dat mogelijk maken. Eén dag geen maatregelen kunnen nemen, is één dag achteruitgang.

In de vorige nieuwsbrief gaf ik dan ook aan dat gemeenten voor wat betreft de decentralisatie van de Wajong en samenvoeging met de WWB en Wsw nu niet moeten gaan stil zitten en afwachten wat landelijk gaat gebeuren. De beweging die in gang is gezet door de aangekondigde maatregelen, hervormingen en herstructureringen, dat moet doorgaan. Het zou doodzonde zijn dat door het vallen van het kabinet dit allemaal tot stilstand zou komen. We zijn nog lang niet klaar. De VVD is nog lang niet klaar. Er liggen nog veel keuzes op ons te wachten. Kortom, de klus is nog niet af!

Zo voel ik het zelf ook. De afgelopen twee jaar dat ik lid ben geweest van de Tweede Kamer heb ik gezien hoeveel er nog veranderd kan worden. In Nederland was het gemeengoed geworden dat de regeling belangrijker is dan de persoon, dat een uitkering meer loont dan werk en dat we mensen liever in hokjes plaatsen dan in eigen kracht zetten. Te veel mensen zijn te snel verdwenen in de uitkering en zitten vast in een wettelijke regeling. Wat een springplank moet zijn, werkt soms uit als een kooi. Dit vind ik niet kunnen. Niet alleen voor de financiële houdbaarheid van ons sociale stelsel, maar vooral ook voor de mensen zelf. Zo ben ik de afgelopen periode vaak aangesproken door Saskia. Saskia heeft een Wajong-uitkering van voor 2010. De oude-Wajong regeling. In de oude regeling staat de uitkering centraal. Maar Saskia had en heeft werk. Zij doet het zelfs zo goed op haar werk dat ze meer wil en kan gaan werken. Maar nu werkt haar Wajong-regeling zo dat wanneer Saskia meer gaat werken zij er per saldo fors op achteruit gaat. Hier schiet de regeling echt de persoon voorbij. Gelukkig is dit recht gezet voor mensen die vanaf 2010 in Wajong zijn ingestroomd, de zogeheten nieuwe-Wajong regeling. Hier staat het werk centraal, en komt de uitkering op een tweede plaats. Saskia zou ook graag van de nieuwe regeling gebruik willen maken. Maar dit mag niet. Je mag niet vrijwillig overstappen naar de nieuwe regeling om zo meer te kunnen gaan werken zonder dat je de dupe wordt. Ik vond dit te gek voor woorden, een overheid die iemand zo in haar eigen kracht belemmert. Tijdens de behandeling van de Wet werken naar vermogen heb ik hier dan ook een groot punt van gemaakt en er lag derhalve op dit punt ook een motie van mij ter stemming. Door het vallen van het kabinet ging de wet niet door, en hiermee ook mijn motie. In de laatste week voor het reces was er gelukkig nog een algemeen overleg over de Wajong. Hierbij heb ik de kans gezien om alsnog een toezegging van staatssecretaris De Krom te ontvangen dat een vrijwillige overstap van de oude naar de nieuwe regeling mogelijk maakt. Voor Saskia wordt het nu eindelijk mogelijk om het extra werk te gaan doen zonder dat zij er op achteruit gaat. Zij volgde het debat uiteraard op de voet en was zeer blij met dit goede nieuws. Ik heb zelfs van haar onlangs een kaartje mogen ontvangen vanaf haar vakantieadres.

Dat is de reden dat ik voor de politiek heb gekozen, om zaken te kunnen veranderen die ten goede komen van mensen. Dit geeft mij extra energie om vol vertrouwen weer de campagne in te gaan en te laten zien dat de VVD de noodzakelijke keuzes wil maken. Zodat we niet alleen op macro-niveau de maatregelen nemen om Nederland sterker uit de crisis te laten komen, maar ook op het niveau van het individu er voor zorgen dat iemand in zijn/haar kracht kan komen te staan. We moeten hiervoor mensen de ruimte durven geven. Mark Rutte heeft het al vaker aangegeven. De overheid is niet de geluksmachine die je maar even aan hoeft te zetten. Nee, de overheid werkt faciliterend, schept kaders en geeft mensen de ruimte. De ruimte en vrijheid om zelf het leven in te kunnen richten zonder dat ze daarbij nodeloos in de weg worden gezeten door regels. Het zijn de mensen zelf die hun geluk creëren. Vanuit hun eigen kracht, niet aan de hand meegenomen door de overheid. Ook voor de periode na 12 september popel ik om hiermee door te gaan in de Tweede Kamer op weg naar een meer liberale samenleving!

Het karwei is nog niet af

 

Door: Ton Elias

Het is natuurlijk doodzonde dat dit kabinet niet door kan zonder tussentijdse verkiezingen, gelet op het enthousiasme van onze VVD onderwijsstaatssecretaris Halbe Zijlstra en de inzet van de Tweede Kamerfractie. Ik noem twee kernpunten: het lerarenbeleid is voortvarend opgepakt en voor het eerst in jaren wordt over de hele linie een veel sterker accent op presteren in het onderwijs gelegd.

Op vrijwel alle scholen staan leraren voor de klas die niet over de basiscompetenties beschikken. Ten minste een op de acht leraren in het basisonderwijs mist basisvaardigheden. En in het voortgezet onderwijs is het nog slechter gesteld: één op de vier leraren in het havo en één op de vijf leraren in het vwo kan het vak niet aan (gegevens uit het Onderwijsverslag 2010/2011 van de Onderwijsinspectie, mei 2012: http://www.onderwijsinspectie.nl/onderwijsverslag). Dit is natuurlijk een uiterst zorgelijke situatie en is aanleiding om dit punt opnieuw onder de aandacht te brengen. Er zijn heel veel goede docenten die prachtig werk doen. Het is geen lippendienst dat ik dit zeg; ik meen het en ik breng dat bij ieder onderwijsdebat naar voren. Maar dat wil echter niet zeggen dat wij, politici, niet óók hardop moeten blijven zeggen dat het onderwijsbeleid samen met de beroepsgroep deze problemen moet willen oplossen. Politici moeten daar om redenen van kwaliteit én vanwege een goede inzet van onderwijseuro's op blijven hameren. Bijscholing is belangrijk. Desnoods kan, zoals het ook in ons verkiezingsprogramma staat, ontslag plaatsvinden.

Het kabinet Rutte-I heeft met enthousiaste steun van de Kamerfractie beleid ontwikkeld om de lat in het hele onderwijs hoger te leggen als het om presteren gaat. Meer ruimte voor hoogbegaafden. Strengere exameneisen. Medio 2011 heeft de Kamer vijf actieplannen aangenomen die ambitieuze en vooral ook concrete streefdoelen en minimumkwaliteitseisen vastleggen om in het gehele onderwijs het ambitieniveau omhoog te brengen. De VVD heeft die actieplannen warm omarmt. Volgens mij moeten wij in de komende jaren kapitaliseren op die vijf actieplannen, die vooral de volgende tien hoofdpunten bevatten: 1) een effectief lerarenregister voor het primair-, voortgezet en beroepsonderwijs voor alle leraren 2) concrete prestatieafspraken met werkgevers over professionalisering van leraren en schoolleiders in primair-, voortgezet en (hoger) beroepsonderwijs 3) meer aandacht voor zogeheten "opbrengstgericht werken" dat erop gericht is het beste uit alle leerlingen te halen en daarmee hogere leerresultaten bevorderen. 4) meer specifieke aandacht voor excellente leerlingen, waaronder hoogbegaafde leerlingen, 5) invoering van centrale eindtoets voor het hele basisonderwijs 6) meer aandacht voor taal- en rekenen en halvering basisscholen met zwak taal- en rekenonderwijs 7) aanscherping slaag/zak regeling; een leerling moet gemiddeld een voldoende halen voor het centraal eindexamen en maximaal één vijf voor Nederlands, Engels en wiskunde 8) meer onderwijstijd binnen het middelbaar beroepsonderwijs 9) doelmatig aanbod van opleiding in het beroepsonderwijs en voorkomen dat klaslokalen half leeg zijn 10) scherper toezicht op kwaliteit hoger onderwijsdiploma's Laten we ervoor zorgen dat dit concrete en op prestaties gerichte onderwijsbeleid kan worden voortgezet!

Ton Elias,

woordvoerder Onderwijs (en Verkeer)

 
 

Deze nieuwsbrief is een initiatief van VVD Tweede Kamerfractie