Weeklog Dennis de Jong: de slag om de Europese begroting

Met dank overgenomen van C.D. (Dennis) de Jong i, gepubliceerd op zondag 11 november 2012.

De Europese ministers van Financiën slaagden er afgelopen week niet in om overeenstemming te bereiken over het dichten van het gat van maar liefst 9 miljard euro op de EU-begroting over 2012. Ook is er nog geen overeenstemming over de begroting van volgend jaar en over de meerjarenbegroting 2014-2020. De Europese Commissie en het Europees Parlement spreken er schande van. Toch is er veel te zeggen voor een uitermate kritische houding: terwijl lidstaten aan een keurslijf worden onderworpen met strenge criteria voor begrotingstekort en staatsschuld, gaan we in Brussel nog steeds uit van een cheque voor 7 jaar. Stel je dat in Nederland voor: de overheid zou dan gegarandeerd beschikken over een vast budget voor twee (of meer) kabinetten. Dat zou iedereen vreemd vinden, maar voor de EU is dat de normaalste zaak van de wereld. Tijd voor ingrijpende veranderingen.

De begrotingspraktijken in Brussel en Den Haag lopen steeds meer uit elkaar. Terwijl de Tweede Kamer ieder jaar opnieuw een begroting krijgt voorgelegd, en daar in het licht van de financiële en economische ruimte jaarlijks over beslist, doet Europa graag zaken voor 7 jaar tegelijk. Dat heet de meerjarenbegroting. Die legt het financiële kader vast. Als de omstandigheden tussentijds wijzigen, is dat jammer, maar afgesproken is afgesproken.

Dat leidt soms tot problemen. Zo constateerde de Europese Commissie dat er in 2012 nog zoveel betalingsverplichtingen liggen dat er 9 miljard extra nodig is. Afgesproken is immers afgesproken, en in eerdere jaren waren nogal wat verplichtingen blijven staan, zonder dat er concrete uitgaven konden worden gedaan. Bijvoorbeeld voor infrastructurele projecten die traag op gang komen. Dit jaar blijken al die projecten wel concreet geld te kosten, vandaar het verzoek om ophoging van de begroting.

Het is heel vreemd dat de Europese Commissie een heel ander beleid toepast als individuele lidstaten tegen dergelijke problemen aanlopen. Dan wordt de 3%-regel van stal gehaald als maximum begrotingstekort. Tegenvallers moeten altijd worden gecompenseerd door aanvullende bezuinigingen. Voor de Europese Commissie geldt dit niet: daar worden tegenvallers opgevangen door aanvullende nationale bijdragen. Dit is natuurlijk volstrekt onlogisch. De oplossing is enerzijds de 3%-regel soepeler toe te passen en anderzijds tegenvallers in de Europese begroting niet automatisch op het bordje van de lidstaten te leggen, maar eerst te kijken waar je compensatie kan vinden door bepaalde dingen niet te doen. Bijvoorbeeld wat minder studies, workshops, conferenties, een vacaturestop of wat minder geld naar de inefficiënte agentschappen.

Ook zou de meerjarenbegroting best wat soepeler kunnen worden gemaakt. Niet, zoals de eurofielen in Brussel doen, stellen dat Europese uitgaven de economische groei heel Europa ten goede komen en daarom juist in slechte economische tijden extra geld naar Brussel overmaken. Nee, tegenvallers nationaal, moeten ook gevolgen hebben voor Brussel. Daarom moet een meerjarenbegroting tussentijds bijgesteld kunnen worden om rekening te houden met gewijzigde economische en financiële omstandigheden. De SP is zuinig, ook in Europa: het blijft belastinggeld en in Brussel zit er nog heel wat vet op de botten. Besparingen in Brussel leiden uiteindelijk tot minder nationale afdrachten en dat is goed voor de Nederlandse begroting en dus goed voor iedereen in Nederland.