Ontwikkelingslanden niet gebaat bij vrijhandel met EU - Hoofdinhoud
Binnenkort spreekt het Europees Parlement zich uit over de zogenaamde Economische Partnerschapsovereenkomsten met Madagaskar, Mauritius, de Seychellen en Zimbabwe. Voor GroenLinks-Europarlementariër Judith Sargentini is de conclusie is helder: met de overeenkomst spekt de Europese Unie vooral de eigen portemonnee en wordt het voor de Oost- en Zuid-Afrikaanse landen nog moeilijker om zich economisch te ontwikkelen. Sargentini stelde namens de commissie Ontwikkelingssamenwerking een advies op over de overeenkomst. De commissie nam haar advies over.
“Door de economische partnerschapsovereenkomst worden de Oost- en Zuid-Afrikaanse landen gedwongen hun markten open te stellen voor producten uit de EU. Dit dwarsboomt hun eigen economische ontwikkeling, omdat ze eenvoudigweg de concurrentie met de EU nog niet aankunnen”, zegt Sargentini. “De landen moeten de gelegenheid krijgen om hun industrie op te bouwen. Dat kan niet zonder hun markt te beschermen.”
Een ander punt in de partnerschapsovereenkomst dat Sargentini zorgen baart, is het ontbreken van een duurzaamheids- en mensenrechtenclausule. De economische sancties tegen Zimbabwe staan op het punt te worden opgeheven, mits het democratische hervormingen doorvoert en de sancties tegen Madagaskar zijn sinds kort opgeheven. “De Europese Unie maakt haar inzet voor mensenrechten ongeloofwaardig door aan te dringen op overeenkomsten met landen die nog niet hebben bewezen de mensenrechtensituatie structureel te zullen verbeteren.”
Het aangenomen advies wordt duurgestuurd aan de commissie Internationale Handel en later voorgelegd aan het voltallige Europees Parlement.