Discriminatie op arbeidsmarkt onacceptabel - Hoofdinhoud
Uit cijfers van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat er nog steeds sprake is van discriminatie van allochtonen door uitzendbureaus. Voornamelijk de positie van Antilliaanse, Turkse en Surinaamse werkzoekenden op de arbeidsmarkt blijkt hierdoor gehinderd te worden. Het gevolg is hogere werkloosheid onder deze groepen dan onder autochtone Nederlanders. De verschillen in dit kader blijken met name groot te zijn onder jongeren. De Partij van de Arbeid vindt dit onacceptabel en wil dan ook dat het kabinet actie onderneemt om discriminatie op de arbeidsmarkt tegen te gaan.
De uitkomsten van het SCP-onderzoek zijn verontrustend. Het SCP concludeert dat discriminatie niet-westerse migranten hindert op de arbeidsmarkt. Onder niet-westerse migranten lag het werkloosheidspercentage in 2011 op 13 procent, tegenover 4 procent onder autochtone Nederlanders. Ook hebben niet-westerse migranten vaker een tijdelijk arbeidscontract. Onder jongeren zijn de verschillen nog groter. Vorig jaar zat een kwart van de niet-westerse allochtonen zonder werk, terwijl onder autochtone jongeren dit percentage op acht procent lag. Volgens het CPB lijkt discriminatie hierbij een rol te spelen.
In het licht van deze cijfers roept de PvdA de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid opnieuw op om actie te ondernemen om discriminatie op de arbeidsmarkt tegen te gaan. Nog steeds blijkt dat 44 procent van de uitzendbureaus tegemoet komt aan discriminerende verzoeken van werkgevers. Hoewel dit een verbetering is ten opzichte van vorig jaar is het duidelijk nog niet genoeg. De groeiende werkloosheid onder jongeren verdient speciale aandacht. Daarom heeft de Partij van de Arbeid vorige week een actieplan gepresenteerd met specifieke maatregelen om jeugdwerkloosheid te bestrijden.