Eerste stap naar nieuw Europees cultuurbeleid - Hoofdinhoud
Vandaag stemde de Commissie voor Onderwijs, Media en Cultuur (CULT) in het Europees Parlement voor het Creative Europe voorstel. Dit programma bepaalt het Europese cultuurbeleid tussen 2014 en 2020. Ik ben blij met de geplande investeringen: kunst en cultuur zijn essentiële voorwaarden voor een open en verbonden samenleving. Daarnaast zijn de creatieve sectoren belangrijke aanjagers van innovatie, ondernemerschap en economische ontwikkeling. Om administratieve lasten te verlichten en de Europese programma´s zo efficiënt mogelijk te maken, worden de bestaande Europese media- en cultuurprogramma’s samengevoegd.
In de afgelopen maanden werkten de leden van de CULT-commissie aan de details. Vanochtend stemde de CULT-commissie over alle amendementen en compromissen. Omdat het er honderden zijn laat de definitieve tekst nog even op zich wachten. Wel zijn de grote lijnen zichtbaar.
Onder het nieuwe Creative Europe programma moeten de bestaande Europese culturele en audiovisuele programma’s worden samengevoegd. Daarnaast wordt een garantiefonds voorgesteld dat het voor het culturele midden- en kleinbedrijf makkelijker en aantrekkelijker moet maken commerciële leningen af te sluiten. Op deze manier hopen we dat de private sector in kunst en cultuur investeert en dat cultureel ondernemerschap wordt gestimuleerd. Naast het aantrekken van extra private investeringen steunt de CULT-commissie de door de Europese Commissie voorgestelde verhoging van het cultuurbudget van 37%. Dit moet de concurrentiepositie van Europese artiesten in de wereld te verbeteren.
Door de bestaande programma’s te integreren wordt efficiënter gewerkt en worden overbodige kosten geminimaliseerd. Zo komt een groter percentage van het budget bij kunstenaars en artiesten terecht. Ook deden we voorstellen hoe de gefragmenteerde Europese markt geharmoniseerd kan worden, om ook de digitale markt te versterken. Daardoor moeten consumenten makkelijker toegang krijgen tot digitale content, zodat creatieve werken een groter publiek bereiken, tegen een lagere prijs.
Veel Parlementariërs waren huiverig een grote stap voorwaarts te zetten, ze wilden vasthouden aan bestaande structuren. De Europese cultuurprogramma’s worden daardoor minder geïntegreerd dan ik had gewild.
Na de geplande plenaire stemming in het Europees Parlement in maart volgen nog twee belangrijke stappen die de voorwaarden voor het Creative Europe programma bepalen, en of de budgetverhoging standhoudt. De onderhandelingen tussen het Parlement, de Europese Commissie en de Europese Raad (waarin de lidstaten van de EU vertegenwoordigd zijn) zullen onder andere daarover gaan. Het resultaat van deze onderhandelingen bepaalt uiteindelijk het definitieve programma.
Door de crisis letten we terecht op elke euro. Toch ben ik ervan overtuigd dat de investeringen in de creatieve sector zich terugbetalen. Niet altijd in economische zin, maar zeker in het stimuleren van expressie. Bij kunst en cultuur is aan die immateriële waarde nu eenmaal niet altijd een prijskaartje te hangen. Bovendien gaat zelfs met een forse budgetverhoging nog maar 0,18% van de voorgestelde Europese begroting naar kunst en cultuur.
De komende maanden zullen uitwijzen hoe het definitieve programma eruit komt te zien en of Europa daadwerkelijk meer geld voor cultuur uittrekt. Namens D66 en de liberale ALDE-fractie in het Europees Parlement blijf ik me hard maken voor een gestroomlijnd efficiënt programma, waarin kwaliteit voorop staat, regeldruk omlaag gaat en de culturele en creatieve sectoren in Europa serieus worden genomen.