EU-drugsstrategie (2013-2020) - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
29.12.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 402/1 |
EU-drugsstrategie (2013-2020)
2012/C 402/01
VOORWOORD
1. |
Deze EU-drugsstrategie biedt het alomvattende politieke kader en bevat de prioriteiten voor het drugsbeleid zoals deze door de lidstaten en de EU-instellingen zijn vastgesteld voor de periode 2013-2020. Het kader, het oogmerk en de doelstellingen van deze strategie vormen de grondslag voor twee opeenvolgende drugsactieplannen met een looptijd van vier jaar. |
2. |
Deze drugsstrategie is in de allereerste plaats gebaseerd op de fundamentele beginselen van het Unierecht en huldigt in alle opzichten de fundamentele waarden van de Unie: eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, solidariteit, rechtsstatelijkheid en de mensenrechten. Doel is het welzijn van de maatschappij en van het individu te beschermen en te verbeteren, de volksgezondheid te beschermen, het grote publiek een hoge graad van veiligheid te bieden en een evenwichtige, geïntegreerde en empirisch onderbouwde aanpak van het drugsfenomeen te bewerkstelligen. |
3. |
De strategie is voorts gebaseerd op het internationaal recht, op de toepasselijke VN-verdragen (1) die het internationale juridisch kader voor de bestrijding van het fenomeen van illegale verdovende middelen vormen en op de Universele Verklaring van de rechten van de mens. Deze EU-drugsstrategie houdt rekening met de relevante politieke documenten van de VN, waaronder de Politieke verklaring en het Actieplan van de VN betreffende internationale samenwerking met het oog op een geïntegreerde en evenwichtige strategie om het drugsprobleem in de wereld te bestrijden, dat in 2009 is aangenomen en waarin wordt gesteld dat het terugdringen van de vraag en het verminderen van het aanbod elkaar versterkende elementen van het beleid inzake illegale verdovende middelen vormen, alsmede met de politieke verklaring van de VN inzake HIV/AIDS. De strategie is opgesteld op basis van de in het Verdrag van Lissabon opgenomen beginselen en de bevoegdheidsverdeling tussen de Unie en de lidstaten. Er wordt terdege rekening gehouden met subsidiariteit en proportionaliteit, aangezien deze EU-strategie tot doel heeft de nationale strategieën een meerwaarde te geven. Bij de toepassing van de strategie worden die beginselen en die bevoegdheidsverdeling in acht genomen. De strategie strookt voorts volledig met het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met het Handvest van de grondrechten van de Unie. |
4. |
Tegen 2020 moeten de door middel van deze EU-drugsstrategie aangemoedigde en gecoördineerde prioriteiten en acties op het gebied van illegale verdovende middelen een globaal effect op de voornaamste aspecten van de drugssituatie in de Unie blijken te hebben gehad. De prioriteiten en acties moeten zorgen voor een hoog niveau van gezondheidsbescherming, sociale stabiliteit en veiligheid, door het consistent, effectief en efficiënt uitvoeren van maatregelen, interventies en benaderingen om de vraag naar drugs en het drugsaanbod op nationaal, uniaal en internationaal niveau terug te dringen en door de onbedoelde negatieve gevolgen die zich bij de uitvoering van deze acties zouden kunnen voordoen, tot een minimum te beperken. |
5. |
Drugs zijn een nationaal en internationaal fenomeen dat in een wereldwijde context dient te worden aangepakt. Gecoördineerde maatregelen die op het niveau van de Unie worden uitgevoerd, spelen in dat verband een belangrijke rol. Deze EU-drugsstrategie verschaft een gemeenschappelijk, empirisch onderbouwd kader om het drugsfenomeen in en buiten de EU aan te pakken. Door een kader voor gezamenlijke en complementaire acties te verschaffen, zorgt de strategie ervoor dat de op dit terrein ingezette middelen effectief en efficiënt worden gebruikt, en dat rekening wordt gehouden met de institutionele en financiële beperkingen en capaciteiten van de lidstaten en de EU-instellingen. |
6. |
De strategie strekt ertoe bij te dragen tot terugdringing van zowel de vraag naar als het aanbod van drugs in de Unie, alsmede tot beperking van de door drugs aan de maatschappij en aan de gezondheid toegebrachte risico's en schade, door een strategische aanpak ter ondersteuning en aanvulling van nationaal beleid, die een kader biedt voor gecoördineerde en gezamenlijke actie en die de basis en het politieke kader vormt voor de externe EU-samenwerking op dit gebied. Daartoe zal een geïntegreerde, evenwichtige en empirisch onderbouwde aanpak worden gevolgd. |
7. |
Tot slot bouwt deze strategie voort op de lessen die uit de toepassing van de vorige drugsstrategieën van de Unie en de daaraan gerelateerde actieplannen kunnen worden getrokken, waaronder de bevindingen en aanbevelingen van de externe evaluatie van de EU-drugsstrategie 2005-2012, terwijl ook andere relevante beleidsontwikkelingen en acties op drugsgebied, op uniaal en internationaal niveau, in aanmerking worden genomen. |
-
I.Inleiding
8. |
De strategie volgt nieuwe benaderingen en pakt nieuwe uitdagingen aan die de afgelopen jaren zijn gesignaleerd, zoals:
|
9. |
Met de EU-drugsstrategie worden de volgende doelstellingen beoogd:
|
10. |
De strategie bouwt voort op de verwezenlijkingen (2) van de Unie op het gebied van illegale verdovende middelen en wordt van input voorzien door een continue, alomvattende evaluatie van de actuele drugssituatie, met name de van het EWDD afkomstige evaluatie, en onderkent tevens dat proactief op de ontwikkelingen en uitdagingen moet worden ingespeeld. |
11. |
De strategie is opgebouwd rond twee beleidsgebieden: terugdringing van de vraag naar drugs en terugdringing van het drugsaanbod, en rond drie transversale thema's: a) coördinatie, b) internationale samenwerking en c) onderzoek, informatie, monitoring en evaluatie. De twee opeenvolgende actieplannen, die in 2013 en 2017 door de respectieve voorzitterschappen zullen worden opgesteld, zullen een lijst van specifieke acties, met een tijdschema, verantwoordelijke partijen, indicatoren en evaluatie-instrumenten bevatten. |
12. |
Terdege rekening houdend met de huidige situatie op drugsgebied en de uitvoeringsbehoeften van de strategie, zal op elk van de twee beleidsgebieden en de drie transversale thema's een beperkt aantal gerichte acties worden geselecteerd om in de actieplannen te worden opgenomen, op basis van onder meer de volgende criteria:
|
13. |
Teneinde de aandacht doorlopend op de uitvoering van de strategie en de bijbehorende actieplannen gericht te houden, dient elk voorzitterschap, met de steun van de Commissie en de technische input van het EWDD en Europol, te bepalen welke prioriteiten en acties tijdens zijn voorzitterschap follow-up in de HGD vergen en de voortgang dienaangaande te monitoren. De Commissie dient, rekening houdend met de door de lidstaten en de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) verstrekte informatie, de van het EWDD, Europol en andere EU-instanties afkomstige informatie en de uit het maatschappelijk middenveld ontvangen informatie, tweejaarlijkse voortgangsverslagen op te stellen waarin wordt geëvalueerd in hoeverre de doelstellingen en de prioriteiten van de EU-drugsstrategie en het (de) bijbehorende actieplan(nen) verwezenlijkt zijn. |
14. |
De Commissie zal, rekening houdend met de door de lidstaten verstrekte informatie en de van het EWDD, van Europol en andere relevante EU-instellingen en organen en van het maatschappelijk middenveld afkomstige informatie, uiterlijk in 2016 een externe tussentijdse evaluatie van de strategie initiëren, met het oog op het opstellen van een tweede actieplan voor de periode 2017-2020. Wanneer de drugsstrategie en de bijbehorende actieplannen in 2020 aflopen, zal de Commissie een alomvattende externe evaluatie van de uitvoering initiëren. In deze evaluatie moet tevens rekening worden gehouden met informatie die is vergaard bij de lidstaten, het EWDD, Europol en andere relevante EU-instellingen en organen en bij het maatschappelijk middenveld, en uit vorige evaluaties, teneinde te zorgen voor input en aanbevelingen voor de toekomstige ontwikkeling van het drugsbeleid van de Unie. |
15. |
Opdat de EU-drugsstrategie 2013-2020 haar doelstellingen zou bereiken en teneinde de efficiëntie ervan te waarborgen, zal waar mogelijk gebruik worden gemaakt van bestaande instrumenten en organen die actief zijn op drugsgebied, binnen het toepasselijke mandaat, of die relevant zijn voor cruciale aspecten van de strategie, zowel binnen de Unie (met name het EWDD, Europol, Eurojust, het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding en het Europees Geneesmiddelenbureau), alsook van samenwerking buiten de Unie (zoals het UNODC, de WDO, de WHO en de Pompidou-Groep). De Commissie, de Hoge Vertegenwoordiger, de Raad en het Europees Parlement zorgen ervoor dat de activiteiten van de Unie op het gebied van illegale verdovende middelen gecoördineerd worden en elkaar aanvullen. |
16. |
Zowel op uniaal als op nationaal niveau moeten passende en specifieke middelen ter verwezenlijkingen van de doelstellingen van deze EU-drugsstrategie worden toegewezen. |
II. Beleidsterrein: terugdringen van de vraag naar drugs
17. |
Het terugdringen van de vraag naar drugs bestaat uit een reeks van even belangrijke en elkaar versterkende maatregelen, waaronder preventie (omgevingsgerichte, universele, selectieve en geïndiceerde preventie), vroegtijdige opsporing en interventie, risico- en schadebeperking, behandeling, rehabilitatie, herintegratie in de maatschappij en herstel. |
18. |
Wat de terugdringing van de vraag naar drugs betreft, heeft de EU-drugsstrategie 2013-2020 ten doel bij te dragen tot een meetbare vermindering van het gebruik van illegale verdovende middelen, het tijdstip waarop met drugsgebruik wordt begonnen tot op latere leeftijd uit te stellen, en problematisch drugsgebruik, drugsverslaving en drugsgerelateerde aan de maatschappij en aan de gezondheid toegebrachte risico's en schade te voorkomen en te verminderen door een geïntegreerde, multidisciplinaire en empirisch onderbouwde aanpak, en door de samenhang tussen het volksgezondheidsbeleid, het sociale beleid en het justitiebeleid te bevorderen en te vrijwaren. |
19. |
Op het gebied van de terugdringing van de vraag naar drugs gelden de volgende, in willekeurige volgorde vermelde prioriteiten:
|
III. Beleidsterrein: terugdringing van het aanbod van drugs
20. |
De terugdringing van het drugsaanbod omvat de preventie, ontrading en ontwrichting van drugsgerelateerde criminaliteit, meer bepaald georganiseerde criminaliteit, door middel van samenwerking op het gebied van justitie en rechtshandhaving, interdictie, confiscatie van criminele vermogensbestanddelen, onderzoeken en grensbeheer. |
21. |
Wat het verminderen van het aanbod van drugs betreft, heeft de EU-drugsstrategie 2013-2020 ten doel bij te dragen tot een meetbare vermindering van beschikbare illegale verdovende middelen, door het ontwrichten van illegale verdovende middelenhandel, het ontmantelen van georganiseerde criminele groepen die bij de vervaardiging van en de handel in drugs betrokken zijn, efficiënt gebruik van het strafrechtsysteem, doeltreffende rechtshandhaving op basis van criminele inlichtingen en toegenomen uitwisseling van criminele inlichtingen. Op uniaal niveau zal de nadruk worden gelegd op grootschalige, grensoverschrijdende en georganiseerde drugsgerelateerde criminaliteit. |
22. |
Op het gebied van de terugdringing van het aanbod van drugs gelden de volgende, in willekeurige volgorde vermelde prioriteiten:
|
IV. Transversaal thema: Coördinatie
23. |
In het kader van het EU-drugsbeleid wordt met coördinatie een tweeledig doel nagestreefd: zorgen voor synergieën, communicatie en een doeltreffende uitwisseling van informatie en inzichten ter ondersteuning van de beleidsdoelstellingen, en tegelijkertijd aanmoedigen van een actief politiek discours en politieke analyse van ontwikkelingen en uitdagingen op drugsgebied op uniaal en internationaal niveau. Coördinatie is nodig binnen en tussen EU-instellingen, lidstaten, andere betrokken Europese organen en de civiele samenleving enerzijds, en tussen de EU, internationale organen en derde landen anderzijds. |
24. |
Op het gebied van coördinatie gelden de volgende, in willekeurige volgorde vermelde prioriteiten:
|
-
V.Transversaal thema: internationale samenwerking
25. |
Internationale samenwerking is een belangrijk gebied waar de Unie een meerwaarde geeft aan de inspanningen van de lidstaten om het drugsbeleid te coördineren en drugsproblemen aan te pakken. De externe betrekkingen van de Unie op drugsgebied zijn gebaseerd op de beginselen gedeelde verantwoordelijkheid, multilateralisme, een geïntegreerde, evenwichtige en empirisch onderbouwde aanpak, het integreren van ontwikkeling in het beleid op andere terreinen, eerbiediging van de mensenrechten en de menselijke waardigheid, en eerbiediging van internationale verdragen. |
26. |
Op het gebied van internationale samenwerking bestaat de doelstelling van de EU-drugsstrategie 2013-2020 erin om, met betrekking tot drugsvraagstukken, de dialoog en de samenwerking tussen de EU en derde landen en internationale organisaties op een alomvattende en evenwichtige manier verder te versterken. |
27. |
De EU-drugsstrategie is een onderdeel van een algemene aanpak die de EU in staat stelt om op internationaal niveau en met de partnerlanden met één stem te spreken. De Unie zal zich blijven inzetten voor internationale samenwerking en overleg over de uitgangspunten van het drugsbeleid, en zal actief de verwezenlijkingen van de EU-aanpak in het drugsbeleid delen; die aanpak houdt het evenwicht tussen het terugdringen van de vraag naar en van het aanbod van drugs, is gebaseerd op wetenschappelijk bewijs en inlichtingen, en eerbiedigt de mensenrechten. Daarom moet er samenhang zijn tussen het beleid en de acties op uniaal niveau, onder meer wat betreft de externe samenwerking inzake terugdringing van de vraag naar drugs, met inbegrip van risico- en schadebeperking, terugdringing van het drugsaanbod, alternatieve ontwikkeling, de uitwisseling en overdracht van kennis en de betrokkenheid van zowel gouvernementele als niet-gouvernementele actoren. |
28. |
De Unie en haar lidstaten moeten ervoor zorgen dat de EU-drugsstrategie en de doelstellingen ervan geïntegreerd worden in het algemene kader van het extern beleid van de Unie, als onderdeel van een alomvattende aanpak die op samenhangende en gecoördineerde wijze ten volle gebruik maakt van de diverse beleidsmaatregelen en de diplomatieke, politieke en financiële instrumenten die de Unie ter beschikking heeft. De hoge vertegenwoordiger, met de ondersteuning van de EDEO, dient dit proces te vergemakkelijken. |
29. |
Op het gebied van drugs is de aanpak van het extern optreden van de Unie gericht op de verdere versterking en ondersteuning van de inspanningen die derde landen zich getroosten om af te rekenen met de problemen op het stuk van volksgezondheid, veiligheid en beveiliging. Een en ander krijgt gestalte door de uitvoering van in deze strategie omschreven initiatieven en daarna van actieplannen, waaronder alternatieve ontwikkeling, terugdringing van de vraag naar drugs, terugdringing van het drugsaanbod, bevordering en bescherming van de mensenrechten, rekening houdend met regionale initiatieven. Gelet op de gevolgen van de vervaardiging van en de handel in drugs voor de interne stabiliteit en de veiligheidssituatie van bron- en transitlanden, zullen de acties ook gericht zijn op het aanpakken van corruptie, witwassen en de opbrengsten uit drugsgerelateerde misdrijven. |
30. |
Op het gebied van internationale samenwerking gelden de volgende, in willekeurige volgorde vermelde prioriteiten:
|
VI. Transversaal thema: informatie, onderzoek, monitoring en evaluatie
31. |
Het doel van de EU-drugsstrategie 2013-2020 inzake informatie, onderzoek, monitoring en evaluatie bestaat erin bij te dragen tot een beter inzicht in alle aspecten van het drugsfenomeen en het effect van maatregelen, teneinde een deugdelijke en alomvattende feitelijke grondslag voor beleid en acties te verschaffen. Voorts moet de EU-drugsstrategie 2013-2020 bijdragen tot een betere verspreiding van de monitoring, het onderzoek en de evaluatie van de resultaten op uniaal en nationaal niveau, zorgen voor sterkere synergieën, voor een evenwichtige toewijzing van financiële middelen en vermijden dat dubbel werk wordt verricht. Dit kan worden bereikt door de harmonisatie van methodes, netwerking en een nauwere samenwerking. |
32. |
Op het gebied van informatie, onderzoek, monitoring en evaluatie gelden de volgende, in willekeurige volgorde vermelde prioriteiten:
|
-
Het Enkelvoudig Verdrag inzake verdovende middelen van 1961, als gewijzigd bij het Protocol van 1972, het Verdrag inzake psychotrope stoffen (1971) en het Verdrag tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen (1988).
-
Verslag van de onafhankelijke evaluatie van de EU-drugsstrategie 2005-2012 en de actieplannen in het kader daarvan, te raadplegen op http://ec.europa.eu/justice/anti-drugs/files/rand_final_report_eu_drug_strategy_2005-2012_en.pdf
-
Artikel 4 VEU.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.