Belasting op energieproducten - Hoofdinhoud
Contents
| Documentdatum | 22-04-1999 |
|---|---|
| Publicatiedatum | 22-01-2013 |
| Kenmerk | 7520/99 |
| Aan | Working Party on Financial Questions (Energy Taxation) |
| Externe link | originele PDF |
| Originele document in PDF |  |
EUROPESE UNIE
Brussel, 22 april 1999 (29.04)
DE RAAD (OR.en)
7520/99
LIMITE
FISC 91 ENV 147 ENER 48 TRANS 87
NOTA VAN HET VOORZITTERSCHAP
voor de Groep financiële vraagstukken (energiebelasting)
d.d. 30 april 1999
Nr. vorig doc. : 5685/1/99 REV 1 FISC 18 ENV 19 ENER 7 TRANS 18
Betreft : Belasting op energieproducten
Het voorzitterschap is voornemens om op eigen verantwoordelijkheid aan de Raad ECOFIN een compromisvoorstel voor te leggen voor een communautair kader inzake belasting op energieproducten, waarin ruimschoots rekening is gehouden met de problemen die door een aantal lidstaten aan de orde zijn gesteld zonder evenwel nieuwe verstoringen van de mededinging teweeg te brengen. Met een akkoord over dit compromisvoorstel op dit tijdstip zou niet worden vooruitgelopen op een eventueel besluit over een toekomstige richtlijn; het compromisvoorstel moet veeleer het terrein afbakenen waarop de besprekingen volgens het mandaat van de Europese Raad en van de Raad (ECOFIN) dienen te worden voortgezet en de economische gevolgen verder worden bestudeerd in hun relatie tot de concrete problemen.
De delegaties krijgen de gelegenheid hun mening te geven over het bijgaande ontwerp-compromis en worden verzocht mee te delen welke wijzigingen en aanvullingen huns inziens absoluut noodzakelijk zijn voor een aanvaardbaar compromisvoorstel.
7520/99 pw/KS/ap NL BIJLAGE
Een communautair kader voor belasting op energieproducten
Compromisvoorstel van het voorzitterschap
I. Bij de besprekingen over het voorstel voor een richtlijn inzake belasting op energieproducten is
gebleken (1) dat de meerderheid van de lidstaten een communautair kader voor energiebelasting nodig
acht om de werking van de interne markt te verbeteren en om een aantal milieudoelstellingen te bereiken, maar dat enkele lidstaten menen dat het voorstel vanwege zijn economische gevolgen fundamentele problemen zou veroorzaken. Om die problemen te ondervangen en toch de essentie te behouden, legt het voorzitterschap het onderstaande compromisvoorstel voor.
II. Compromisvoorstel (op basis van het richtlijnvoorstel en het tussentijds verslag van de Groep financiële vraagstukken):
-
1.Bijzondere bepalingen voor energieproducten waarvoor krachtens de communautaire regelgeving nog geen speciale verbruiksbelasting geldt
1.1. Aardgas:
Er zou een minimumbelastingniveau met een positief tarief worden ingevoerd; het juiste tarief/exacte bedrag moet nog worden bepaald.
De lidstaten mogen volledige of gedeeltelijke vrijstelling of verlaging van de belasting op aardgas toepassen
. bij gebruik als motorbrandstof . bij gebruik als verwarmingsbrandstof door particulieren.
(1) Tussentijds verslag van de Groep financiële vraagstukken (doc. 5685/1/99 REV 1). Zitting van de Raad
(ECOFIN) van 15 maart 1999.
7520/99 pw/KS/ap NL BIJLAGE 2
De lidstaten waar het aandeel van aardgas op de particuliere en de industriële markt in 1998 minder dan 12,5 % bedroeg, mogen volledige of gedeeltelijke vrijstelling of verlaging van de belasting op
aardgas toepassen gedurende een overgangsperiode van ten hoogste (10) jaar. (2)
1.2. Steenkool:
Voorlopig tot nader bericht zou het minimumbelastingniveau op nul worden bepaald.
1.3. Bruinkool:
Voorlopig tot nader bericht zou het minimumbelastingniveau op nul worden bepaald.
1.4. Turf:
Dit eneregieproduct blijft buiten de werkingssfeer van de richtlijn.
1.5. Elektriciteit:
Er zou een minimumbelastingniveau met een laag positief tarief worden ingevoerd; het juiste tarief/exacte bedrag valt nog te bepalen.
De lidstaten mogen gedifferentieerde belastingtarieven hanteren naar gelang van de gebruikte primaire energie, mits zij het minimumbelastingniveau in acht nemen.
De lidstaten mogen vrijstelling of verlaging van het belastingniveau hanteren voor elektriciteit die
(3)
wordt geproduceerd in waterkrachtcentrales ongeacht de capaciteit ervan.
(2) Zie artikel 14, lid 1, onder h), van het richtlijnvoorstel.
(3) Zie artikel 14, lid 1, onder d), van het richtlijnvoorstel.
7520/99 pw/KS/ap NL BIJLAGE 3 2. Bijzondere bepalingen voor energieproducten waarvoor al minimumtarieven gelden
2.1. Minerale oliën gebruikt als motorbrandstof:
Het voorgeschreven minimumbelastingniveau zou hoger zijn dan de huidige minimumtarieven; de juiste tarieven/exacte bedragen moeten nog worden bepaald. De lidstaten zouden beschikken over de mogelijkheid om een lager belastingniveau te hanteren voor in bedrijfsvoertuigen gebruikte diesel. De lidstaten mogen vrijstelling of verlaging van het belastingniveau hanteren voor motorbrandstoffen die minder schadelijk voor het milieu zijn, zoals LPG.
2.2. Minerale oliën gebruikt als verwarmingsbrandstof:
Het voorgeschreven minimumbelastingniveau zou hoger zijn dan de huidige minimumtarieven; de juiste tarieven/exacte bedragen moeten nog worden bepaald. In het geval van zware stookolie zou een relatief lager minimumbelastingniveau worden vastgesteld voor stookolie met een zwavelgehalte van minder dan 1%. De lidstaten mogen vrijstelling of verlaging van het belastingniveau hanteren voor verwarmingsbrandstoffen voor particulier gebruik.
-
3.Algemeen toepasselijke bijzondere bepalingen en overgangsperiodes
3.1. De geplande data voor inwerkingtreding/voor de toepassing van de nieuwe minimumbelastingniveaus worden met twee jaar uitgesteld (dus vanaf 2000). Over een door de Commissie voorgestelde tweede fase zou later een besluit worden genomen op grond van een nieuw verslag of voorstel van de Commissie.
3.2. De lidstaten die bijzondere problemen ondervinden bij de uitvoering van de nieuwe minimumbelastingniveaus, zouden een passende overgangsperiode krijgen.
De lidstaten kunnen aanspraak maken op langere overgangsperiodes op grond van specifieke beleidsoverwegingen, met name om te voorkomen dat de prijsstabiliteit bedreigd wordt.
7520/99 pw/KS/ap NL BIJLAGE 4 3.3. De lidstaten mogen de belasting die betaald is door een energie-intenstief bedrijf dat met bedrijven in
derde landen concurreert en dat anders een duidelijk concurrentienadeel zou ondervinden, geheel of gedeeltelijk terugbetalen mits het bedrijf stappen onderneemt om de energie-efficiëntie te verbeteren; de nadere voorschriften, met name de criteria op grond waarvan bedrijven als energieintensief aangemerkt worden, moeten nog worden vastgesteld.
3.4. De huidige afwijkingen die ten gunste van geografisch benadeelde gebieden vervat zijn in Richtlijn
92/82 betreffende de accijnstarieven voor minerale oliën, zouden worden gehandhaafd en uitgebreid
tot andere energieproducten.
-
4.Communautaire voorschriften inzake overheidssteun
Het is voor de lidstaten van doorslaggevend belang om de grenzen die uit de communautaire voorschriften inzake overheidssteun voortvloeien op het stuk van nationale maatregelen inzake tariefverlaging of vrijstelling voor bepaalde sectoren, in te schatten en om in staat te worden gesteld de resulterende maneuvreermarge soepel te hanteren; dat geldt vooral als lidstaten om redenen van
milieu of volksgezondheid verder willen gaan dan de communautaire minimumbelasting. (4) De
Raad acht het dringend noodzakelijk de bestaande problemen omtrent de interpretatie en de toepassing van de communautaire voorschriften inzake overheidssteun op te lossen en verzoekt de
Commissie hieraan bij te dragen door de aangelegenheid in een mededeling te verduidelijken. (5)
III. Indien er een beginselakkkoord over dit compromisvoorstel wordt bereikt, zou de Groep financiële vraagstukken opdracht kunnen krijgen om het communautair kader voor belasting op
energieproducten verder uit te werken en zich ook te buigen over de eventuele negatieve economische gevolgen en eventuele nieuwe verstoringen van de mededinging, en om daarover een voorstel bij de Raad in te dienen.
(4) Zie artikel 5 van het richtlijnvoorstel.
(5) Zie tussentijds verslag van de Groep financiële vraagstukken - I.4.
7520/99 pw/KS/ap NL BIJLAGE 5