Betrekkingen met Moldavië

1.

Kerngegevens

Document­datum 27-11-2000
Publicatie­datum 22-01-2013
Kenmerk 13915/00
Van Working Party on Eastern Europe and Central Asia
Aan Coreper/Council
Externe link originele PDF
Originele document in PDF

2.

Tekst

RAAD VAN Brussel, 27 november 2000 (01.12) DE EUROPESE UNIE (OR. fr)

13915/00

LIMITE

NIS 119 PESC 533

NOTA I/A-PUNT van: de Groep Oost-Europa en Centraal-Azië d.d.: 27 november 2000 aan: het Coreper/de Raad

Betreft: betrekkingen met Moldavië

Onder voorbehoud van bevestiging door het Coreper wordt de Raad met het oog op de Trojka van geografische directeuren (Chisinau; Tiraspol; Moskou; Kiev, 6-11 december 2000) verzocht de door de Groep Oost-Europa en Centraal-Azië uitgewerkte elementen voor een gemeenschappelijke aanpak ten aanzien van Moldavië (zie bijlage) goed te keuren.

_________

Moldavië

Elementen voor een gemeenschappelijke aanpak

met het oog op de Trojka van geografische directeuren

(Chisinau; Tiraspol; Moskou; Kiev

6-11 december 2000)

Context

De politieke en economische onzekerheid die de stabiliteit van Moldavië bedreigt, plaatst het land voor een belangrijke keuze: Moldavië maakt van zijn verankering aan de EU een absolute prioriteit. Moldavië wil voorkomen dat het tè afhankelijk wordt van Rusland en verwacht daarom van de EU spoedig krachtige signalen.

De EU heeft er belang bij dat Moldavië, het land met het laagste BBP per inwoner van Europa en toekomstig buurland van de uitgebreide Unie, een stabiele partner wordt. De EU moet daarom een bijdrage leveren tot de politieke stabiliteit en de overgang naar een markteconomie in Moldavië, en moet het hervormingsproces krachtiger en zichtbaarder aanmoedigen. Dit zou het doel moeten zijn van het sterkere engagement van de EU in Moldavië.

In het licht van de talrijke schriftelijke en mondelinge bijdragen over deze kwestie van de afgelopen maanden stelt het voorzitterschap, samen met het secretariaat-generaal van de Raad en de

Commissie, voor om de steun van de EU aan Moldavië op grond van de volgende richtsnoeren te versterken; na het bezoek van de Trojka (december 2000) aan Chisinau, Tiraspol, Kiev en Moskou kunnen die richtsnoeren worden bevestigd.

I - Politieke betrekkingen

  • Betrekkingen tussen de EU en Moldavië:
  • het vooruitzicht bieden op volledige en onverkorte toetreding tot het Stabiliteitspact, met de kanttekening dat 1) voor de EU het Trans-Dnjestrische conflict een kwestie is die niet in dat kader dient te worden behandeld; 2) toetreding niet inhoudt dat op korte termijn over een

    nieuwe overeenkomst wordt onderhandeld en dat de PSO, waarvan de mogelijkheden verder zouden moeten worden benut, het fundament blijft voor de contractuele betrekkingen tussen de EU en Moldavië (vooralsnog komt er geen stabilisatie- en associatieovereenkomst).

  • aangeven dat de EU de pro-Europese keuze van Moldavië erkent. Onderstrepen dat de deur van de EU uiteindelijk voor geen enkel Europees land gesloten is: de uitbreiding is een

    evolutief proces waarvan geen enkele staat bij voorbaat is uitgesloten en zou geen definitieve grens mogen trekken tussen de uitgebreide Unie en Moldavië.

  • de politieke dialoog intensiveren:
    • op het niveau van de politieke directeuren een trojka instellen, als uitgangspunt voor een beter gestoffeerde politieke dialoog tussen de EU en Moldavië (zonder evenwel de

      regelmaat van die dialoog te preciseren). - naar gelang van de gemaakte vorderingen kan voor 2001 een bezoek van een EU-

      delegatie op hoog niveau aan Moldavië worden overwogen.

  • de diplomatieke aanwezigheid in Moldavië versterken, onder meer door bijeenkomsten in

    Chisinau van de in Moldavië geaccrediteerde ambassadeurs.

  • Trans-Dnjestrië [dit stuk moet eventueel worden aangepast naar aanleiding van de OVSE- bijeenkomst op ministersniveau van 28.11.00].

Een regeling voor het conflict in Trans-Dnjestrië is een voorwaarde om de Moldavische staat te consolideren en de stabiliteit in de regio te versterken, en veronderstelt dat: - de Russische troepen het land verlaten en de wapen- en munitiedepots worden opgeheven; - een autonome status wordt gedefinieerd, met inachtneming van de soevereiniteit van

Moldavië.

Het optreden van de Unie zou op hoofdlijnen het volgende kunnen inhouden:

  • ten aanzien van de partijen bij het conflict:
  • oproepen tot initiatief en compromisbereidheid om de vastgelopen onderhandelingen weer vlot te trekken.
  • de Trans-Dnjestriërs aanzetten om zich als verantwoordelijke gesprekspartner op te stellen en waarschuwen voor de verleiding om te volharden in hun weigering om samen te werken met de internationale gemeenschap en met name met de OVSE.
  • de mogelijkheid van een dialoog met de Trans-Dnjestriërs overwegen, inzonderheid met het oog op de periode nadat het conflict is opgelost.
  • aangeven dat de EU bereid is de politieke regeling te begeleiden door bij te dragen aan het herstel van de economische ontwikkeling van de gehele regio, op een gezonde basis.
  • uiting geven aan de bezorgdheid van de EU over de omvang van de sluikhandel en de illegale transacties vanuit Trans-Dnjestrië.
  • ten aanzien van Rusland:
  • een constructieve en regelmatige dialoog over Trans-Dnjestrië opzetten, in het kader van de politieke dialoog met Rusland.
  • beklemtonen dat Rusland belangrijk is voor de stabiliteit in de regio (een gemeenschappelijk punt van zorg voor de EU en Rusland).
  • het land oproepen tot naleving van zijn onvoorwaardelijk engagement van de OVSE-top van Istanbul (november 1999) om vóór 31 december 2002 zijn troepen terug te trekken en de

    depots op te heffen.

  • het land aanmoedigen om zo spoedig mogelijk een datum te bepalen voor de internationale missie die de inhoud van de depots zal evalueren, met de bedoeling de technische en

    financiële hulp voor te bereiden; dit zou op zich reeds een vertrouwenwekkende maatregel zijn.

  • verwelkomen dat Rusland zich ertoe verbindt een op onderhandelingen gebaseerde uitweg uit het conflict na te streven; nota nemen van de voorstellen van de heer Primakov (ontwerpstatus,

    voorstel om een "stabilisatiemacht" op te richten, bestaande uit een Russisch-Oekraïns militair contingent en waarnemers). De eventuele oprichting van een vredeshandhavingsmacht kan echter alleen worden overwogen in het kader van een algemene politieke regeling.

  • ten aanzien van Oekraïne:
  • een constructieve en regelmatige politieke dialoog over Trans-Dnjestrië opzetten, in het kader van de politieke dialoog met Oekraïne.
  • aangeven dat de EU bereid is de inspanningen van Oekraïne te steunen om de grens beter te controleren (in dit verband worden TACIS-projecten overwogen).
  • het land aanmoedigen in zijn inspanningen om te bemiddelen bij het zoeken naar een politieke uitweg.
  • in het kader van de OVSE:
  • een met GBVB-middelen gefinancierde bijdrage van de EU overwegen (bijvoorbeeld via het gemeenschappelijk optreden inzake kleine wapens) voor het hulpfonds dat is opgericht om de vernietiging ter plekke of de afvoer naar Rusland van in Trans-Dnjestrië opgeslagen wapens en munitie te helpen financieren.
  • de inspanningen steunen om met de partijen en de bemiddelaars (Rusland, Oekraïne) onderhandelingen over de status aan te knopen.

II - Economische betrekkingen

  • Handelsbetrekkingen: hoewel het thans duidelijk is dat Moldavië niet voldoet aan de randvoorwaarden voor onderhandelingen over een VHZ (art. 4 PSO), eraan herinneren dat de EU een snelle toetreding van Moldavië tot de WTO steunt en overwegen om een open discussie te houden over een VHZ, bijvoorbeeld in het kader van een studiebijeenkomst over de toetreding tot de WTO. Terzelfder tijd zorgen voor de follow-up van de studie naar de haalbaarheid van een VHZ, door Moldavië via technische bijstand te helpen om de uit die studie als essentieel naar voren gekomen hervormingen uit te voeren.
  • Technische bijstand :
  • voortzetting van de TACIS-steun (70 mln euro tussen 1991 en 1999) op basis van de in het indicatief programma genoemde prioriteiten, en deze actie toespitsen op de uitvoering van de PSO en de steun aan het hervormingsproces in Moldavië, met inbegrip van de toetreding tot de WTO.
  • aan deze en gene zijde van de Dnjestr projecten overwegen die ertoe zouden kunnen bijdragen een klimaat van vertrouwen te creëren met het oog op een regeling van de kwestie-Trans

    Dnjestrië (bijvoorbeeld herstel van de Gura Bicului-brug met TACIS-middelen tussen de lente

    en de zomer van 2001, alsook projecten op energiegebied).

  • wanneer Chisinau en Tiraspol een akkoord hebben bereikt over de status van Trans-Dnjestrië of ten minste op de goede weg zijn om zo'n akkoord te bereiken, kunnen projecten worden

    overwogen: uitbreiding van de communautaire hulp tot het volledige grondgebied, alsmede bilaterale programma's van de lidstaten; de samenwerking met andere internationale donoren bevorderen.

  • Macro-economische steun: zou verder moeten worden toegekend, mits aan de voorwaarden is voldaan en volgens de desbetreffende procedures (de Raad heeft een lening van 15 mln euro gefiatteerd, maar die kan pas worden gestort nadat de samenwerking met het IMF is hervat).
  • Herstel en wederopbouw : de Commissie zou moeten overwegen om Moldavië op te nemen onder de begunstigden van Verordening (EG) nr. 2258/96 i betreffende herstel en wederopbouwacties ten behoeve van ontwikkelingslanden.
  • Programma voor voedselzekerheid: is goedgekeurd door de lidstaten tijdens het Comité

Voedselzekerheid van 13 oktober 2000. Het betreft voorlopig niet meer dan een financieringsbesluit van de Commissie (5,5 mln euro voor 2000). De Commissie zal een nieuw sectoraal programma uitvoeren dat erop gericht is op lange termijn de voedselzekerheid en de terugdringing van armoede in Moldavië te bevorderen. Een en ander zal leiden tot budgettaire steun aan de Moldavische regering, met de bedoeling de structurele hervormingen in de landbouw- en sociale sector aan te moedigen.

  • Verlichting van de armoede/humanitaire hulp : ECHO kan zijn acties in Moldavië niet langer voortzetten, omdat de armoede er te wijten is aan structurele oorzaken en het mandaat van ECHO betrekking heeft op problemen die het gevolg zijn van conflicten of natuurrampen. Het is derhalve aan de lidstaten om op te treden.
  • de verwezenlijkingen op bilateraal niveau moeten eveneens worden benadrukt, zodat de samenhang van het EU-optreden duidelijker wordt voor Moldavië.

______________

 
 
 
 

3.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.