Wij gaan voorlezen! - Hoofdinhoud
2013 is het jaar van het voorlezen. Het thema is, hoe kan het ook anders: ‘Wij gaan voorlezen’. Ik krijg gelijk weer het gevoel terug te zijn op mijn school, of op de bedrand van mijn kinderen. Pluk en de Petteflet, Dribbel, de verhalen van de boze heks, of - en dat blijft toch een van mijn favorieten - Koning van Katoren, van Jan Terlouw.
Sommige mensen vrezen dat kinderen liever internetten en het leesboek opzij leggen. Ik ben daar niet bang voor. Ik heb als onderwijzer gezien wat een goed boek met kinderen doet. Wie opgaat in een mooi verhaal verliest de tijd én de computer eventjes helemaal uit het oog.
Toen mijn kinderen klein waren heb ik ze veel voorgelezen. Voorlezen is belangrijk om kinderen in contact te brengen met taal. Zo leren ze beter te praten, te lezen en te schrijven. Ook leren kinderen hoe een verhaal in elkaar zit en groeit hun woordenschat.
‘Alles moet geleerd worden, ook lezen,’ zei de schrijver Heere Heeresma. Daar ben ik het helemaal mee eens. En wat natuurlijk nog het mooiste is: kinderen zelf hebben niets in de gaten van al die belangrijke voordelen van voorlezen: zij vinden het allang heerlijk om samen met papa, mama, opa of oma, meester of juf, een boek te lezen op de bank.
Komende week is de nationale voorleesweek. Daarom ga ik maandag voorlezen op Brede school de Fontein in Beuningen, woensdagmorgen in de Schilderswijk in Den Haag en vrijdag bij de bibliotheek in Boxmeer.
Mijn tip voor u: pak ook een boek, om voor te lezen of gewoon even voor uzelf.
Deze column werd op 18 januari verstuurd als nieuwsbrief van Emile Roemer