Weeklog Dennis de Jong: Tijd voor een referendum - Hoofdinhoud
Een groep vooraanstaande academici eist in NRC van dit weekend een referendum over de vraag of Nederland onderdeel moet worden van de Europese politieke unie die mensen als Van Rompuy en Barroso bepleiten. Minister van Buitenlandse Zaken Timmermans doet het idee gelijk af als ‘afgezaagd’. In de sociale media is inmiddels een hele discussie losgebarsten, waarbij eurofielen zeggen dat geen referendum, maar politiek leiderschap nodig is. Voor de SP is de zaak echter duidelijk: wij pleiten al jaren voor een referendum, omdat er via het zogeheten ‘economisch bestuur’ al veel macht in Brussel is komen te liggen zonder dat de bevolking hier iets over te zeggen heeft gehad.
Eurofielen, waar ook Timmermans toe behoort, voelen zich duidelijk bedreigd. De oproep in NRC kan op brede steun onder de bevolking rekenen en het laatste waar eurofielen behoefte aan hebben, is verantwoording afleggen aan de burger. Daardoor wordt de kloof tussen gewone mensen en Brussel ook steeds groter. Het referendum over de Europese Grondwet leidde in 2005 tot verhitte debatten en een ruime meerderheid van de Nederlanders stemde toen tegen, niet omdat Nederlanders tegen Europa zijn, maar omdat het idee van een Grondwet teveel naar een superstaat verwees, en bovendien nog een die permanent op neoliberale leest geschoeid zou zijn. Daarna zijn de bepalingen uit de Grondwet via het Verdrag van Lissabon alsnog ingevoerd, zonder dat er opnieuw een referendum werd gehouden. Daar bleef het niet bij, maar het duurde niet lang of er werden via het economisch bestuur nog meer bevoegdheden neergelegd in Brussel. Wederom werd de burger niets gevraagd.
Het argument dat we politici met leiderschap nodig hebben, is niet alleen vreemd, maar ook gevaarlijk. We hebben in de geschiedenis dergelijke politici gehad en er zijn er nog steeds: politici die niet luisteren naar de bevolking, maar hun eigen plan doorzetten. We noemen ze meestal ‘dictators’. In een democratie horen politici zich wel degelijk rekenschap te geven van wat de bevolking wil. Natuurlijk moet je je eigen analyses maken en niet meegaan met de waan van de dag. Als de bevolking echter al meer dan acht jaar aangeeft dat ze met Europa even pas op de plaats wil maken, dan moet je dat serieus nemen.
Een referendum heeft het grote voordeel dat er op straat weer discussie komt over waar het heen moet met Nederland en Europa. Dat was zo in 2005, dat zal bij een nieuw referendum niet anders zijn. De eurofielen hebben dan de kans uit te leggen waarom zij geloven in een superstaat Europa. De SP heeft de kans uit te leggen op welke terreinen we wel willen samenwerken met de andere lidstaten en op welke terreinen we Brusselse bemoeienis niet nodig hebben. Ook kunnen we dan duidelijk maken dat de bezem moet door de Brusselse ivoren toren om de macht flink in te dammen van de grote bedrijven en financiële instellingen enerzijds, en van de eurocraten anderzijds.
Politiek leiderschap is die confrontatie met de burger aan durven. Staan voor je zaak en open zijn over wat er de afgelopen jaren allemaal is gebeurd. Je kiezer serieus durven nemen en vooral ook luisteren naar de argumenten. Het is geen kwestie van bij de Europese Unie blijven of niet: de meeste Nederlanders willen, net als de SP, gewoon lid blijven van de EU. We kunnen echter wel degelijk een referendum houden over het economisch bestuur en de bankenunie. Laten de eurofielen maar uitleggen wat er zo goed is aan het onder curatele zetten van nationale parlementen als het gaat om de vaststelling van de nationale begroting. Of waarom Brussel moet kunnen ingrijpen in de loonontwikkeling, in de pensioenen en op het gebied van de sociale zekerheid. Dan laten wij zien dat we dat in Nederland echt wel zelf kunnen bepalen en dat het economisch bestuur flink op de schop kan en moet. Een referendum, ik heb er nu al zin in!