Wynpark Beabuorren

Met dank overgenomen van P.F.C. (Paulus) Jansen i, gepubliceerd op zondag 3 februari 2013, 16:32.

Samen met de Jos van der Horst, Fenna Feenstra en Jacob van der Hoek van onze Friese Statenfractie bezocht ik vrijdag Titia en Lolle Hylkema, initiatiefnemers van een van de eerste bottom-up windparken van Nederland: Wynpark Beabuorren.

oud en nieuw: op de achtergrond de 1,3MW Siemens molens van het Wynpark Beabuorren, ashoogte 60m

Aanleiding van het werkbezoek was de ontwerp-structuurvisie Windstreek 2012 van de provincie Fryslan, waarin drie gebieden zijn aangewezen waar de provincie de windparken wil concentreren: een gebied in het IJsselmeer ter hoogte van Kornwerderzand; het gebied ten noorden van de afsluitdijk, tussen Makkum, Bolsward en Harlingen; en een gebied ten NO van het autowegen-knooppunt Heerenveen. Op dit moment worden de reacties op de ontwerpvisie onderzocht, waarna provinciale staten waarschijnlijk kort voor de zomer een besluit zullen nemen over het definitieve plan.

De familie Hylkema heeft een boerenbedrijf (60 melkkoeien) in de omgeving van Wons (gemeente Sudwest Fryslan). In 1986 hebben ze hun eerste windmolen aangeschaft, een 80kW Lagerweij. Vrij snel daarna is die vervangen door een 250kW Lagerweij. In 1991hebben ze samen met enkele andere bewoners van het dorp het initiatief genomen voor het eerste windpark: 5 Siemens turbines van 600kW (aanvankelijk 500kW), dat is opgeleverd in 1997. Iedereen die mee wilde doen kon een aandeel nemen in de BV Beabuorren, de behandeling van aandeelhouders die land inbrengen is ook niet anders dan die van andere aandeelhouders. Het project is voor 100% met geleend geld gefinancierd (tegenwoordig volstrekt ondenkbaar) en had een terugverdientijd van 7 jaar.

Tegelijkertijd waren er in de omgeving ook enkele andere windmolens geplaatst. Enkele jaren later heeft men de koppen bij elkaar gestoken en is een plan gemaakt voor een verdere opschaling naar 8 x 1,3MW in lijnopstelling (haaks op de A7), waarbij de sanering van alle bestaande molens in het werkgebied onderdeel van het plan was. Dat project is opgeleverd in 2007.

De molens staan op ca.400m van de boerderijen. Er is gekozen voor turbines met een relatief lage geluidproductie. Ze hebben ook een voorziening die de molens automatisch stilgezet op het moment dat de stand van de zon tot overlast zou kunnen leiden bij een van de omwonenden. Een bewoner die relatief dicht bij een van de turbines woonde is uitgekocht, een ander heeft een planschadevergoeding ontvangen. In de afgelopen periode zijn overigens drie boerderijen op ca. 400m van een van de turbines verkocht, deze hebben allemaal de normale prijs opgebracht. De BV Beabuorren keert jaarlijks €40.000 uit aan de stichting dorpsbelangen, wat gebruikt wordt voor collectieve voorzieningen: de verenigingen, een nieuw schoollokaal e.d. Volgens de familie Hylkema heeft het project een groot draagvlak in het dorp.

De Hylkema’s verbazen zich zeer over de ontwerp-structuurvisie Windstreek 2012, met name de eis dat de ontwikkelaars van de drie grote nieuwe windparken de eigenaren van de bestaande windparken (zoals Beabuorren) moeten uitkopen. Dat vinden zij pure kapitaalvernietiging. Een windpark als Beabuorren produceert tegen €0,045 tot €0,05 per kWh, bij een afschrijving over 20 jaar. De verwachte levensduur van de 1,3MW turbines is overigens veel langer, minstens 30 jaar. Dat betekent dat het uitkopen van de bestaande parken ook peperduur zal worden.

Lolle Hylkema pleit ervoor om bij het realiseren van de provinciale taakstelling voor windenergie vooral uit te gaan van initiatieven van onderop, die al gereed liggen voor uitvoering maar nu geblokkeerd worden door het provinciale plan. De grootste maat windmolens is volgens hem ook veel minder economisch dan molens met een vermogen tussen 1,3 en 3MW, die geoptimaliseerd zijn voor de windsnelheden die het vaakst voorkomen. Op die manier ligt de kostprijs van zijn park onder de vijf cent/kWh, veel lager dan het landelijk gemiddelde dat tussen 8-9 cent ligt. Een park met zwermopstelling in het IJsselmeer is volgens hem minder efficiënt dan een lijnopstelling langs de volledige afsluitdijk, terwijl zo’n lijnopstelling ook een veel rustiger beeld geeft.

Na het bezoek aan de Hylkema’s hebben we nog een gesprek met Willem de Haan en Henk Steving, twee tegenstanders van de grootschalige windmolenplannen. De Haan is lid van de vereniging Te Voet, enthousiast wandelaar en hij organiseert zomeravondwandelingen in het gebied van de Pingjummer Gulden Halsband, Steving is lid van het Nederlands Kritisch Platform Windenergie en woont in het gebied ten noordoosten van het autoweg-knooppunt Heerenveen, dat door de provincie ook is aangewezen als zoekgebied voor een windpark van ca. 90MW.

Conclusie van het werkbezoek is dat het in Friesland mogelijk blijkt om middelgrote (10MW) windparken in te passen met draagvlak onder de lokale bevolking, als die meeprofiteert van de baten van een project. Voor de grote 100-300MW parken is dat een stuk lastiger. De andere kant van de medaille is dat concentratie van de windparken in een beperkt aantal gebieden de rest van de provincie vrijwaart van de hoge masten. Reden te meer om nog eens goed te luisteren naar de mening van de mensen in het gebied zelf.