“EU in de wereld, speler of speelbal?”

Met dank overgenomen van M.R. (Marietje) Schaake i, gepubliceerd op dinsdag 5 februari 2013, 15:08.

EU in de wereld, speler of speelbal?

Afgelopen weekend was ik in München voor de jaarlijkse Security Conference. Traditioneel dé plek waar regeringsleiders en minister van over de hele wereld spreken over geopolitiek. Een enkele invloedrijke journalist, zakenman of academicus zorgen voor de nodige afwisselende inbreng.

Dit jaar stonden Syrië, Iran en Mali hoog op de agenda, maar ook een eventueel handelsverdrag tussen de EU en de VS, en cyber security werden veel besproken. De Amerikaanse vicepresident Joe Biden sprak, maar bijvoorbeeld ook de Iraanse minister van buitenlandse zaken en de leider van de Syrische oppositie.

Hoewel de Duitse gastheren goed vertegenwoordigd waren, was het Europese geluid tijdens de vele discussies niet eenduidig en zwak. ‘Fijn!’ hoor ik de Eurosceptici al denken. Maar wie luistert naar Indiase, Chinese, Russische, Saoedische of Amerikaanse ambities beseft dat het alternatief voor een sterk Europa in de wereld steeds moeilijker voorstelbaar is. We kunnen ons de naar binnen gekeerde houding van dit moment niet veroorloven.

Terwijl de EU met haar rug naar de wereld staat, is het Midden Oosten fragieler dan in de hele periode sinds het Ottomaanse Rijk, zo zei de Israëlische minister van Defensie Ehud Barak. De onderhandelingen met Iran over haar kernprogramma, onder leiding van de EU, verlopen moeizaam en langzaam. Voorlopig wordt er vooral gesteggeld over wanneer en waar de gesprekken plaatsvinden, en het moment dat het onderhandelingsproces als resultaat geframed kan worden is voorbij.

Voor het eerst spraken de Russische minister van Buitenlandse Zaken Lavrov en de aanvoerder van de Syrische oppositie Al Khatib in München. De pers zag dit als een mogelijke doorbraak. Ik vrees dat het niets meer is dan een tête-à-tête die je op dit soort conferenties vaak ziet. Voorlopig zijn Rusland en de oppositie het volstrekt oneens over wat er met president Assad moet gebeuren, zodat het afschuwelijke conflict nog steeds muurvast blijft zitten.

Syrië werd in de introductie van de EU Hoge Vertegenwoordiger Ashton niet eens genoemd. Onvoorstelbaar maar waar, en helaas een tekenende miscalculatie. Wellicht zien we daarom ook de voorzitter van de Europese Raad, Herman Van Rompuy, een steeds actievere positie innemen in internationale betrekkingen. Pas toen hij herhaalde wat Ashton al in November zei, namelijk dat de EU Egypte met leningen zou steunen, barstte de kritiek daarop los. Dezelfde woorden van Ashton bleven onopgemerkt, en de Eurocommissaris Georgieva (Humanitaire hulp) lijkt steeds meer het gezicht te worden van de EU inzake Syrië.

Ook het zelfvertrouwen waarmee vertegenwoordigers van bijvoorbeeld China en Turkije over hun positie in de wereld spraken, viel op. En de ministers van Brazilië en India willen de term ‘emerging economies’ vervangen voor ‘re-emerging economies’. Zij zien hun groei als een wederopstanding en blaken van zelfvertrouwen. Ook de Golfstaten zijn zich via investeringen, zoals een voorgenomen investering van één miljard Euro in het Griekse MKB, ambitieus dus op allerlei plekken in de wereld aan het inmengen.

Afrika raakt steeds meer ondergeschikt aan nieuwe koloniale machten op zoek naar grondstoffen voor explorerende thuismarkten. Dat wil niet zeggen dat de EU niets doet. Nee, we doen van alles ter plaatse, van ontwikkelingssamenwerking tot de aanpak van piraterij in de Golf van Aden. Maar politiek spelen we onze positie niet strategisch uit en zijn we verdeeld. Sterker nog, de Franse President Hollande probeert van zijn Alleingang in Mali alsnog een Europese verantwoordelijkheid te maken.

Nadat Cameron met ‘de Speech’ een knuppel in het Europese hoenderhok gooide, bracht hij opnieuw een bezoek aan Libië. Een land waar hij en vooral oud-president Nicholas Sarkozy onsterflijk zijn, maar Duitsland uiteindelijk niet mee wilde om de bevolking van Benghazi te redden. Toch is Duitsland een belangrijke Europese speler, waarvan internationaal ook wordt verwacht dat het meedoet aan internationale en defensieprojecten. Logisch, nu het economisch als het leidende EU-land wordt gezien. De gevoeligheden van de geschiedenis worden gedeeld als Europa meer gezamenlijk zou nadenken over defensie. Dat helpt ook om de klappen van de bezuinigingen te verdelen op een manier die Europa onafhankelijk houdt, en in staat stelt haar diplomatie kracht bij te zetten waar nodig.

Op de München Security Conference werd duidelijk dat Europa steeds meer een speelbal in plaats van een speler dreigt te worden. Het is natuurlijk terecht dat we hard bezig zijn onze economische en politieke crisis op te lossen. Maar het naar binnen gekeerde perspectief leidt af van de verantwoordelijkheden en kansen voor de EU in de rest van de wereld, juist nu daar de verhoudingen drastisch verschuiven.

De noodzaak tot het snel maken van heldere, democratische afspraken over verdere noodzakelijke Europese integratie is pijnlijk duidelijk voor degenen die naar onze positie in de wereld kijkt. Wie geeft om vrijheid, concurrentie en veiligheid werkt aan een Europa dat een krachtige wereldspeler is. Dit in plaats van haar te laten rondtrappen en verdelen door steeds ambitieuzere machten die wel zien dat de belangen van Azie tot Afrika , van cybersecurity tot handel, cruciaal zijn.