Burgerinitiatief: meer mogen of moeten? - Hoofdinhoud
De overheid stimuleert dat burgers met burgerinitiatieven komen. Maar waarom moet de burger actiever worden? Wil de overheid bezuinigen? Bieden burgerinitiatieven betere oplossingen voor maatschappelijke problemen? En wat zijn de consequenties voor de rol van de overheid?
Een debat over de terugtredende verzorgingsstaat en de relatie tussen overheid en burger in de hedendaagse samenleving, met:
-
-Fleur de Beaufort i, wetenschappelijk medewerker van de Teldersstichting (wetenschappelijk bureau VVD)
-
-Theo Coskun i, wethouder deelgemeente Charlois (SP) met burgerparticipatie in zijn portefeuille
Het debat op vrijdag 15 maart werd geleid door Kars Veling i (directeur van ProDemos) en Roos Wouters (politicoloog, publicist en debatleider). Aanvankelijk had ook Bas Denters, hoogleraar Bestuurskunde aan de Universiteit Twente zijn medewerking toegezegd, maar hij moest wegens ziekte afzeggen.
Inhoudsopgave
Op kleinschalig gebied kan er veel meer met een burgerinitiatief worden bereikt dan veelal wordt gedacht. Maar een aandachtspunt is de kloof die er tussen initiatief en uitvoering ligt. Dit zijn de conclusies van het DID-debat dat werd gehouden op 15 maart in de Centrale Bibliotheek van Den Haag waarbij (on)mogelijkheden van het burgerinitiatief aan bod kwamen.
v.l.n.r.: : Conny Broeyer, Biba Schoenmaker, Theo Coskun en Fleur de Beaufort. De debatleiders zijn Kars Veiling en Roos Wouters.
|