Weeklog Dennis de Jong: Draagvlak voor het Europees Parlement? - Hoofdinhoud
In Buitenhof wees Van Rompuy vandaag een paar keer naar het direct verkozen Europees Parlement. Net als de regeringsleiders die verantwoording afleggen aan hun nationale parlementen, zorgt het EP volgens hem voor het noodzakelijke draagvlak. Ook partijen als Groen Links en D66 noemen vaak het versterken van het EP als oplossing voor het democratisch tekort in Europa. Maar is er wel draagvlak voor dergelijke oplossingen? Deze week publiceerde de Europese Maurice de Hond, de Eurobarometer, een nieuwe peiling. Daaruit blijkt dat juist in Nederland het aantal mensen dat het EP wil versterken is afgenomen van 53% in november 2011 naar 47% nu en dat op dit ogenblik 35% van de Nederlanders het EP een kleinere rol wil geven tegen 30% in 2011. Voor draagvlak moeten we dan ook eerst en vooral de nationale parlementen versterken. Het EP kan aanvullend een belangrijke rol spelen, maar is geen panacee voor het oplossen van het democratisch tekort.
Langzamerhand zijn eurofielen en eurosceptici het over één ding eens: de ontwikkelingen van de afgelopen jaren hebben Brussel op grotere afstand gezet van gewone mensen in Europa. Er moet wat gedaan worden aan dit gebrek aan draagvlak, dat nauw samenhangt met het democratisch tekort. Ambtenaren en regeringsleiders drukken maar door richting meer Europese integratie, terwijl de kiezer deze achterkamertjespolitiek helemaal niet ziet zitten, maar niet weet hoe hij de ontwikkelingen kan beïnvloeden. Eurofiele partijen willen dit oplossen door snel een Europese democratie op te tuigen met echte Europese partijen en een versterkt Europees Parlement. Er is maar één probleempje: ook daarvoor is helemaal geen draagvlak.
De enquête over hoe mensen in Europa over het EP denken, is helder. Slechts 29% van de ondervraagde Nederlanders vindt dat het EP goed naar de burger luistert. Maar liefst 59% vindt het EP inefficiënt. Geen wonder dat het aantal mensen dat het EP juist wil verzwakken stijgt, en het aantal mensen dat het EP wil versterken, daalt. Voor heel Europa gelden vergelijkbare cijfers, maar misschien is wel de belangrijkste constatering dat sinds 2007 het aantal mensen in Europa dat een positieve indruk heeft van het EP gedaald is van 39% naar 27% en het aantal met een negatieve indruk gestegen van 15 naar 28%.
Versterking van het EP is dus niet de oplossing. Burgers in Europa hebben nu eenmaal een veel sterkere band met hun nationale parlement dan met het EP. Dit betekent overigens niet dat goed samenspel tussen EP en nationale parlementen niet van belang is. Liever een goede dubbele controle door zowel de nationale parlementen als het EP, dan, zoals nu bij economisch bestuur het geval is, nauwelijks of geen controle. Europarlementariërs kunnen maar beter met de benen op de grond blijven staan: zij zijn zelf niet de oplossing. Die ligt in Den Haag. Maar als het EP na de verkiezingen in 2014 een socialer gezicht krijgt, en, zou het kunnen, wat minder met Brussel en wat meer met de gewone mensen in Europa bezig is, zou het EP op den duur wel een bondgenoot kunnen worden van sociale krachten in nationale parlementen. Er is dus nog hoop.