Weeklog Dennis de Jong: Waarom doet het Europees Parlement zo geheimzinnig?

Met dank overgenomen van C.D. (Dennis) de Jong i, gepubliceerd op zondag 10 maart 2013.

Afgelopen week was er nogal wat commotie over het idee van de voorzitter van het Europees Parlement, de Duitse sociaal-democraat Schulz, om komende week een geheime stemming te houden over de meerjarenbegroting. De Voorzitter van de Tweede Kamer schreef Schulz er zelfs een brief over. Wat mij betreft volkomen terecht. Volksvertegenwoordigers horen zich niet te verschuilen. Een parlement hoort open te zijn voor de geïnteresseerde burgers. In dat opzicht is er echter nog heel veel te verbeteren.

 
alttekst ontbreekt in origineel bericht
Bron: Blog SP

Met die stemming zal het uiteindelijk wel goed komen. Steeds meer Europarlementariërs willen geen geheime stemming. Er zijn echter andere ontwikkelingen die nog veel belangrijker zijn, maar die veel minder rumoer veroorzaken. Zo onderhandelt het EP steeds meer achter gesloten deuren met de Raad van Ministers over wetsvoorstellen. De parlementaire commissies vergaderen weliswaar eerst openbaar over een wetsvoorstel, maar nadat er in die commissies is gestemd over de positie van het EP, verdwijnt de openheid en beginnen de geheime onderhandelingen. Pas, als er overeenstemming is bereikt met de Raad, krijgt iedereen het resultaat te zien. Dit betekent dat slechts een handjevol Europarlementariërs (in commissies zitten zo’n 30-50 leden) bepaalt wat er met wetsvoorstellen gebeurt. De echte zaken doet het EP dus achter gesloten deuren. Dat lijkt me bepaald niet goed voor het contact met de kiezer en ik zou er dan ook voor zijn dat in het algemeen pas onderhandelingen beginnen nadat de plenaire gestemd heeft over de parlementaire inzet daarbij. Ook zouden regelmatig openbare voortgangsdiscussies gehouden moeten worden. Dat kan allemaal, maar is helaas niet de praktijk.

Alle belangrijke beslissingen over vergoedingen van Europarlementariërs of over integriteit worden genomen in het ‘Bureau’. Als je niet in het bureau zit, is het lastig om erachter te komen wat er zich daar precies afspeelt. Ook daar worden alleen de beslissingen openbaar en ben je afhankelijk van de vertegenwoordiger van je groep of je al eerder iets te zien krijgt. Gelukkig werk ik goed samen met onze vertegenwoordiger, maar ik zie vaak de zweetdruppeltjes op de man zijn hoofd staan, als hij me weer eens een ‘geheim’ document geeft. Juist vergoedingen en integriteit zijn kwesties die veel mensen bezig houden, gelet op de vele mails die ik erover krijg. Dan geeft het geen pas als de onderhandelingen hierover achter gesloten deuren plaatsvinden.

Tenslotte is er nog de kwestie van de nieuwe glazen deuren die Europarlementariërs moeten beschermen tegen ongewenste bezoekers van hun kantoren. Op zich begrijp ik die maatregel wel, want de eurofractie wordt nogal eens lastig gevallen door lobbyisten die onaangekondigd verschijnen en dan druk zetten op de assistenten om mij te zien of hun stukken in ontvangst te nemen. Als er echter voor gekozen wordt een deel van het EP af te schermen, dan moet het openbare deel ook werkelijk openbaar worden. Je moet dan als bezoeker na veiligheidscontrole gewoon binnen kunnen komen, ook als je geen afspraak hebt met een Europarlementariër. Dat is nu niet mogelijk en ik heb al menige toerist verbouwereerd staan kijken voor de ingang, niet gelovend dat je echt nergens naar binnen mag, anders dan in het aparte bezoekerscentrum, het zogeheten Parlementarium. Dat mag wel wat gastvrijer!

Al met al lijkt het EP wel erg op een gesloten bolwerk. Als we zo doorgaan, moet niemand meer klagen over de afstand tussen de burger en het EP. Die komt natuurlijk eerst en vooral door het feit dat burgers veel meer hebben met hun nationale parlementen, maar als je dan al een EP hebt, laat het dan in ieder geval transparant zijn, zowel op inhoud als fysiek.