Weeklog Dennis de Jong: De eurokruik gaat net zo lang te water tot hij barst - Hoofdinhoud
Afgelopen woensdag uitte minister Dijsselbloem zijn zorgen over de kloof tussen de maatschappelijke discussie over de euro en wat er werkelijk gebeurt in Brussel. In zijn woorden: ‘Als wij politici niet een antwoord weten te formuleren, dan zie ik het somber in’. Dijsselbloem denkt daarbij aan verbeterde communicatie en wat versterkingen van de democratie. De kern van het probleem ligt echter niet daar. Als de kloof met de burgers werkelijk gedicht zou moeten worden, dan zouden we een fundamentele discussie over de euro moeten durven voeren. Dan moeten politici toegeven dat tot nu toe de eurocrisis is bestreden met halve maatregelen die zowel in Noord- als Zuid-Europa de anti-Europese gevoelens alleen maar hebben aangewakkerd.
Cyprus toont op dit ogenblik aan hoe het werkt. De regeringsleiders en in hun voetspoor de ministers van Financiën hopen erop dat door €10 miljard ter beschikking te stellen de bankencrisis op het eiland bedwongen kan worden. De hele discussie gaat op dit ogenblik over de vraag of Cyprus in staat is om de resterende €7 miljard bijeen te sprokkelen, waarmee de banksector kan worden geherstructureerd. Cyprioten geven zelf echter aan dat als gevolg van het ineenstorten van hun economie in de naaste toekomst waarschijnlijk zo’n €30 miljard nodig zal zijn om te komen tot een hanteerbare staatsschuld van minder dan 100% van het BBP. Over aanvullende reddingspakketten hoor je de ministers van Financiën niet. Eerst zal de Cypriotische bevolking moeten lijden. Pas in het uiterste geval komt er aanvullende steun. Net als in Griekenland.
Uit de rapportages van Saskia Dekkers van Nieuwsuur blijkt waar dit halfslachtige beleid toe leidt. Zoals een Cypriotische visser het zei: kijk, arm worden we toch, maar zonder euro en zonder een uit de hand gelopen bankensector is het onze eigen armoede. Steeds meer mensen vragen zich dan ook af of de komende tien jaar de lijdensweg binnen de euro eigenlijk minder erg is dan de lijdensweg buiten de euro. De kruik gaat net zo lang te water tot hij barst.
In heel Europa neemt de steun voor Europa trouwens sterk af. In september vorig jaar publiceerde Eurobarometer de resultaten van een nieuwe enquête waaruit bleek dat t.o.v. een jaar eerder het aantal mensen dat zich alleen identificeert met de nationale staat en dus niet met Europa is gestegen van 39% tot 44%. Dat komt niet alleen door de toenemende euroscepsis in Zuid-Europa. Voor de bevolking in de rijkere eurolanden geldt hetzelfde: mensen zijn niet gek en weten dat de eurocrisis nog lang niet voorbij is en dat er iedere dag een nieuw euroland om steun kan aankloppen. Ik noem Slovenië en Italië, maar zelfs Frankrijk is niet stabiel.
Voor een echte oplossing is het nodig dat de schuld van de zwakke eurolanden massief wordt afgeschreven. Als SP roepen we dat al jaren, maar de regeringsleiders weigeren dit, omdat de gevolgen ervan voor de financiële instellingen in de rijkere eurolanden enorm zullen zijn. Dat vertaalt zich in nog meer banken die failliet dreigen te gaan. Daarom blijven regeringsleiders kiezen voor halfslachtige oplossingen die zwakke eurolanden net genoeg lucht geven om door te gaan, maar dan wel tegen een enorme sociaal-maatschappelijke prijs: torenhoge werkloosheid en iedere dag toenemende armoede. Niet alleen leidt dit tot steeds meer euroscepsis, maar ook tot de opkomst van nieuwe, fascistische groepen. Het is onduidelijk hoe lang dit voort kan duren. Een ongeorganiseerd uiteenvallen van de eurozone zou de slechtst mogelijke uitkomst zijn, maar doorgaan met halfslachtige oplossingen is ook levensgevaarlijk. De kruik gaat zolang te water tot hij barst. Het is alleen nog wachten waar dat het eerst gebeurt.