Een oefening in flexdenken

Met dank overgenomen van A. (Bram) van Ojik i, gepubliceerd op vrijdag 22 maart 2013.

De agenda van het debat legde al meteen het manco bloot. Alle stukken die er op stonden waren maanden oud en dus achterhaald. Hoeveel mensen moeten er werkloos zijn voordat de alarmbellen gaan rinkelen bij dit kabinet?

Per dag komen er 700 werklozen bij. Sinds deze week zitten meer dan 600.000 mensen werkloos thuis. En wat doet dit kabinet? Bijster weinig. Dus ik had genoeg te bespreken met minister Asscher tijdens het Kamerdebat afgelopen woensdag over het arbeidsmarktbeleid.

Alarmbellen

Hoeveel mensen moeten het zijn om nu in actie te komen en niet te verwijzen naar het sociaal overleg en de plannen uit het regeerakkoord die ooit, misschien, in de toekomst zullen leiden tot meer economische groei en dus meer banen?

Voer voor historici

Het is blijkbaar nog altijd niet tot het kabinet doorgedrongen: het Regeerakkoord kan de prullenbak in. Voer voor historici, maar als kader voor kabinetsbeleid heeft het geen waarde meer. Omdat de sociale partners aan het overleggen zijn, omdat we te maken hebben met een minderheidskabinet, maar vooral omdat er in het akkoord geen plannen staan om hét probleem van deze tijd, de enorme werkloosheid, aan te pakken. Het woord werkgelegenheid komt er twee keer in voor! Maar helaas. Ook woensdag blonk minister Asscher weer uit in vaagheid en stilzwijgen over de echt wezenlijke vragen.

Hoe kun je arbeid goedkoper maken? Hoe ziet de investeringsagenda van het kabinet er uit? En welk instrumentarium gaat het kabinet inzetten om de problemen nu aan te pakken? Komen er dit keer Asscherbanen? Moeten we weer de deeltijd-WW inzetten? Meer werk gaan maken van deeltijdpensioen? Het blijft oorverdovend stil.

Zo kan ik het ook

De minister zweeg overigens ook imponerend over een ander actueel onderwerp: de staking in de distributiecentra van Albert Heijn. U heeft het vast gelezen. De FNV eiste onder andere een betere balans tussen mensen met een vast contract en de uitzendkrachten. Terecht. Er is in Nederland een flinke disbalans tussen vast en flex. Mensen met een flexcontract hebben minder rechten en dus last van forse onzekerheid. Dat erkent ook het Kabinet. Asscher wil vast en flex meer in balans brengen, zo las ik in de stukken.

Dat klinkt natuurlijk prachtig. Maar hoe willen ze dit mooie doel bereiken? Het evenwicht tussen vast en flex wordt volgens de PvdA en de VVD hersteld door... beperking van de WW-rechten en de versoepeling van het ontslagrecht. Zo kan ik het ook. Je haalt zekerheid weg bij mensen met een vast contract. Je doet niets voor de flexwerkers. En, tadaa, de balans is hersteld.

Flexdenken

Door de rechten van mensen met een vast contract te beperken doe je natuurlijk niets voor mensen met een tijdelijk contract. WW-rechten heeft die groep meestal nauwelijks en ze vallen niet onder het ontslagrecht. Logisch ook, want het gaat immers om een tijdelijk contract. Hoe zeer ik er m'n hoofd over breek, ik zie niet hoe deze maatregelen de positie van flexwerkers versterkt. Maar volgens het kabinet werkt het dus wel. Dat vergt een buitengewone lenigheid in het denken. Niet het flexwerken, maar het flexdenken; dát staat hoog op de agenda.

De blogs van Bram Ojik verschijnen tot de zomer ook op The Post Online