Kiezen voor wat je heilig is - Hoofdinhoud
Wat is ideologie? Alle politieke partijen hebben beginselen, waarin de ideologische uitgangspunten zijn vastgelegd. Mijn eerste kennismaking met de SP was het Congres in 1999, waar het beginselprogramma ‘Heel de mens’ werd vastgesteld. Jarenlang hadden alle leden in alle afdelingen over deze tekst gediscussieerd. Dat had geleid tot heftige debatten, maar ook tot verbroedering. In hun beginselen formuleert een groep burgers hoe zij aankijken tegen de mens en de samenleving. Daarmee geven zij ook aan wat voor hen ‘heilig’ is: wat de kern raakt, wat niet onderhandelbaar is.
In partijen speelt ideologie een heel verschillende rol. In mijn partij zijn de beginselen vooral een weerslag van de gedeelde waarden en normen van de leden: dit is de meetlat waaraan wij huidige voorstellen toetsen. In andere partijen wordt de ideologie vooral gezien als een politiek programma: dit zijn de waarden die wij zouden kiezen voor het toekomstig beleid. Het project ‘Van Waarde - sociaaldemocratie voor de 21e eeuw’ van de Wiardi Beckman Stichting past in die laatste visie. Het wetenschappelijk bureau van de PvdA kent een lange geschiedenis van ideologisch bijsturen, zoals in 1988 ‘Socialisme op sterk water’ van Paul Kalma, op basis waarvan Wim Kok in 1995 de ideologische veren afwierp. Diezelfde Paul Kalma hield in 2004 in ‘Links, rechts en de vooruitgang’ een pleidooi om die veren weer op te steken. Zijn opvolger Monika Sie zet die koers voort.
In het manifest ‘Van Waarde’ presenteert de Wiardi Beckman Stichting een herkenbaar sociaaldemocratisch verhaal. Afscheid wordt genomen van de neoliberale politiek van meer markt en eigen verantwoordelijkheid, kanttekeningen worden geplaatst bij de schaalvergroting en de managementcultuur en een beroep wordt gedaan op de beroepseer en de professionaliteit van mensen op de werkvloer. De basis voor deze analyse is ‘Vooruit. De verzwegen politiek van het dagelijks leven’, interviews met vijftig mensen over hun werk en hun leven. Een schoonmaakster, een verpleegkundige, een horeca-ondernemer, een welzijnswerker etc. De portretten zijn allemaal interessant, maar toch blijft onduidelijk wat we moeten met dit boek. Vragen als ‘Wat ging er goed of slecht de afgelopen weken?’ en ‘Waar werd je boos of blij van?’ geven niet blijk van een doordachte methode.
De Wiardi Beckman Stichting keek met een schuin oog naar het Wetenschappelijk Bureau van de SP, dat al jaren intensief onderzoek doet op de werkvloer. Zelf heb ik een onderzoek gedaan onder tienduizend agenten, een kwart van alle politiemensen. Dat leidde niet tot publiceerbare interviews, maar dompelde me wel onder in de wereld van de politie. Tienduizend verhalen van gewone agenten leren veel over de problemen met alcohol, de omgang met jonge Marokkanen of de gevolgen van armoede en bezuinigingen. De interviews in ‘Vooruit’ blijven wat steken in oppervlakkigheid. Dat geldt ook voor de opdracht die aan de politiek wordt meegegeven: ‘Op basis van de beste beschikbare inzichten en analyses zoeken naar oplossingen voor de problemen die de mensen ervaren, die in de weg staan van hun geluk.’
Het project ‘Van Waarde’ is niet alleen een poging tot nieuwe sociaaldemocratische beginselen, maar leest ook als een kritiek op het huidige regeringsbeleid, waarvoor de PvdA juist onlangs verantwoordelijkheid heeft genomen. Dat maakt dit project ongeloofwaardig. Je kunt niet nieuwe politieke beginselen opstellen, maar tegelijk een beleid voeren dat deze beginselen schendt. Als je formuleert wat voor jou politiek ‘heilig’ is, dan moet je daar ook voor kiezen. Dat is geen taak voor alleen partijideologen, maar een opdracht aan alle leden.