Weeklog Dennis de Jong: Nieuwe richtsnoeren voor diplomaten over godsdienstvrijheid - Hoofdinhoud
Het Europees Parlement heeft weinig te zeggen over de buitenlandse betrekkingen van de Europese Unie. Daarom besteedt de eurofractie hier over het algemeen minder aandacht aan. Er zijn echter uitzonderingen. Afgelopen week vond een constructief overleg plaats met de dienst van Catherine Ashton over het recht op vrijheid van godsdienst en levensovertuiging. Op dit onderwerp ben ik in 2000 gepromoveerd en ook bij Buitenlandse Zaken was ik op dit gebied werkzaam. In het Europees Parlement word ik dan ook vrijwel automatisch aangesproken op deze expertise en dat leidt tot een aantal concrete activiteiten, zoals bijvoorbeeld de bijeenkomst afgelopen week.
De vrijheid van mensen om zelf te bepalen welke godsdienst of levensbeschouwing, incl. niet-godsdienstige, zij aanhangen en aan hun godsdienst of levensovertuiging uiting te geven, is niet alleen op zichzelf een enorm belangrijk mensenrecht, maar vaak is het ook een goede lakmoesproef voor de naleving van andere fundamentele mensenrechten.
Eind vorig jaar richtte ik samen met Peter van Dalen, Europarlementariër voor de ChristenUnie, een werkgroep op voor de bescherming van de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging via de externe betrekkingen van de Europese Unie en haar lidstaten. Eén van onze eerste activiteiten was het, samen met een groep van gelijkgezinde Europarlementariërs, opstellen van commentaar op de door de dienst van Ashton opgestelde richtsnoeren over godsdienstvrijheid. De richtsnoeren gaan dienen als handboek voor diplomaten tijdens hun werk in landen buiten de EU. Via ons overleg zorgen we ervoor dat de diplomaten straks de best mogelijke richtlijnen hebben die zowel praktisch in het veld te gebruiken zijn als op breed politiek draagvlak kunnen rekenen.
De opgestelde richtlijnen vormden een goede aanzet, maar waren niet altijd even nauwkeurig geformuleerd. Een van de aspecten waar we meer aandacht voor vroegen, was het recht om van geloof te veranderen of om helemaal niet te geloven. Er zijn veel problemen bekend in landen waar het wettelijk onmogelijk is om van geloof te veranderen of je geloof af te wijzen. Dit heeft dan ook weer gevolgen voor je mogelijkheden tot trouwen en het verkrijgen van paspoorten en andere burgerlijke documenten. Daarnaast hebben we ook verduidelijkt dat je het recht hebt om godsdienstvrijheid samen met anderen te beleven en hiervoor ook eigen organisaties op te richten. Zelfs in Oost-Europese landen wordt dit recht beperkt en in andere delen van de wereld wordt het eenvoudig onmogelijk gemaakt om bijvoorbeeld gebedshuizen op te richten. De definitieve richtsnoeren worden de komende maanden vastgesteld, maar ik heb er vertrouwen in dat ze niet alleen van goede kwaliteit zullen zijn, maar ook zo opgesteld dat de diplomaten effectief met deze complexe materie kunnen omgaan en schendingen snel en doortastend aan de orde zullen stellen.