Weeklog Dennis de Jong: De vierde macht in het Europees Parlement draait door - Hoofdinhoud
De ambtelijke dienst die Europarlementariërs moet ondersteunen in hun werk, is gek geworden. In een 280 pagina’s rapport doen ze een reeks van voorstellen om meer te zeggen te krijgen, onder meer bij het buitenlands beleid. Daartoe moet het Europees Parlement meer bevoegdheden krijgen en om dat te bereiken gaan de ambtenaren er gemakshalve van uit dat er rond 2025 een federaal Europa is. Als klap op de vuurpijl moeten kritische burgers worden bestreden met tegeninformatie, vooral via de sociale media. De ambtenaren hadden hun tijd beter moeten besteden. Dit rapport vertegenwoordigt alleen een ambtelijke bubbel binnen de grotere Brusselse bubbel en heeft niets te maken met de realiteit in Europa.
In de vier jaar die ik nu in het Europees Parlement zit, heb ik goede ervaringen met ambtenaren van het secretariaat van het EP. Ze doen nuttig werk bij het begeleiden van de talloze wetgevende en andere rapporten die er in het EP geschreven worden. Tegelijkertijd is het me opgevallen dat er eigenlijk alleen maar volstrekt eurofiele mensen werken. Ze zien ‘populisten’ als hun vijand en eurokritische burgers als mensen die je moet opvoeden.
Dat blijkt ook uit het rapport dat de dienst in januari presenteerde. Natuurlijk is het goed als een ambtelijke dienst aangeeft hoe toekomstige ontwikkelingen kunnen doorwerken op het aantal benodigde ambtenaren, op de vereiste kwalificaties en op logistiek en infrastructuur. Zo’n rapport moet echter wel realistisch zijn. Het moet gebaseerd zijn op feiten en die laten zien dat het overgrote deel van de burgers in de Europese Unie geen federaal Europa willen. Het is behoorlijk arrogant als je dan een rapport schrijft, waarin je ervan uitgaat dat die federatie in 2025 een feit zal zijn.
De ambtenaren gaan ervan uit dat in 2025 de Europese Unie zal beschikken over ministers en dat er niet alleen een Europees buitenlands beleid is, maar ook een Europese kustwacht, een Europees leger, een Europese politie en een Europees Openbaar Ministerie. Daar willen ze op voorbereid zijn en daarom moet het EP niet alleen wetgevende, maar ook uitvoerende taken gaan verrichten. Zo moet er parlementaire diplomatie komen, waarbij het EP andere landen Europese waarden gaat opleggen. Overal in de wereld moeten vertegenwoordigers van het EP in de EU-ambassades worden opgenomen, als er al niet kantoren van het EP geopend worden. De informatiebureaus van het EP in de lidstaten moeten worden omgevormd tot echte vertegenwoordigingen die het nationale beleid van de lidstaten in de gaten houden. Het EP zelf moet de naleving van EU-wetgeving door lidstaten gaan controleren en daarmee een van de kerntaken van de Commissie overnemen.
Zo gaat het maar door. De ambtenaren leven duidelijk in een droomwereld. Het rapport is niet alleen federalistisch maar ook neoliberaal. Het EP moet de waakhond worden tegen ondermijning van de beginselen van de Wereld Handels Organisatie: onbeperkte vrijhandel is de boodschap. Over ontwikkelingssamenwerking staat er letterlijk dat dit niet alleen is om armere landen te helpen, maar ook om de strategische belangen van de EU veilig te stellen.
Tenslotte vinden de ambtenaren dat de Europese politieke partijen die immers betaald worden vanuit het EP voor hun contacten buiten Europa een contract moeten sluiten met het secretariaat van het EP. Zij moeten die contacten dus dienstbaar maken aan het belang van het EP. Ambtenaren die politici en hun staf aan zich onderwerpen? Het moet niet gekker worden.
Je zou kunnen zeggen: ach, een ambtelijk rapport, wat doet het ertoe? Toch is het gevaarlijk. Het wordt niet aan alle Europarlementariërs voorgelegd, maar besproken in een klein clubje waarin iedere politieke groep welgeteld één vertegenwoordiger heeft. Er zijn geen consultaties over met de Europarlementariërs die hierin geen zitting hebben en er wordt niet over gestemd. Daarom kan zo’n rapport in de praktijk jarenlang doorwerken, en dat in een richting die wij als SP verwerpelijk vinden. Als ambtenaren de tijd hebben voor dit soort wereldvreemde rapporten, moet er wat mij betreft eens goed gekeken worden of zij allemaal wel zo hard nodig zijn.
Het rapport is hier te vinden: http://www.europarl.europa.eu/the-secretary-general/en/activities/recent_activities/articles/articles-2013/articles-2013-january/articles-2013-january-1.html