Kunstenaar Ai Weiwei verwacht geen verbetering vrijheid in China - Hoofdinhoud
Op de tweede dag van ons bezoek aan Peking ontmoeten we tal van creatieve en politieke personen. Meest opvallend is Ai Weiwei, het 'enfant terrible' van de hedendaagse Chinese kunstwereld. We treffen hem in het kunstdistrict 798, vernoemd naar één van de fabrieken die daar ooit operationeel waren. Nu wemelt het er van de kunstgalerieën en artistieke werkplaatsen.
Harry van Bommel is Tweede Kamerlid voor de SP
Ai Weiwei maakt niet alleen tot de verbeelding sprekende kunst maar geldt ook als een criticaster van de Chinese overheid. In 2008 kreeg hij een belangrijke Chinese kunstprijs voor zijn complete oeuvre. Hij werkte mee aan de ontwikkeling van het Olympisch stadion van Peking maar trok zich terug vanwege de repressieve houding rond de Spelen.
Tot een echte botsing met de autoriteiten kwam het toen hij na de aardbeving in Sichuan in mei 2008 een campagne startte om het exacte aantal en de namen van de slachtoffers te verzamelen. Veel scholen voldeden, vaak door corruptie, niet aan de bouwvoorschriften. Ai Weiwei sprak zich daarna nog uit over het gebrek aan democratie en vrijheid. Uiteindelijk werd hij in 2011 opgepakt op verdenking van belastingontduiking en zat hij ruim 80 dagen vast. Toen kreeg hij huisarrest maar uit protest daartegen en als steun aan de kunstenaar gooiden sympathisanten wekenlang geld over de schutting rond zijn studio.
Weiwei mag dan een forse man zijn, tijdens de lunch eet hij nauwelijks. Hij praat des te meer en vertelt ons dat hij geen verbetering verwacht van de nieuwe regering. Hij hoopt dat verslechtering uitblijft. Met een duur abonnement slaagt hij erin om toch op het voor de meesten in China afgesloten twitter actief te zijn en heeft hij veel volgers. Weiwei staat nog onder verscherpt toezicht maar zegt wat hij wil en iedereen mag dat horen. Zijn paspoort heeft hij echter nog niet teruggekregen dus naar het buitenland reizen zit er even niet in.
In de avond ontmoetten we interessante gasten in een speeddate diner waarbij de Kamerleden bij elk gerecht van tafel wisselen om zo alle gasten te kunnen spreken. We spreken met advocaten, onder meer over de vrijheid van meningsuiting en Falun Gong.
De Falun Gong wordt door de autoriteiten gevreesd vanwege de organisatiegraad, de kritiek op het machtsmisbruik in China en vanwege de gedachte dat de Falun Gong een religie is die bedreigend zou zijn voor de communistische ideologie.
Voorvechters van homo-emancipatie leggen ons uit dat hun strijd een echte stimulans kreeg door de internationale vrouwenconferentie in 1995. In 1997 verdween homoseksualiteit uit de strafwet en sinds 2003 wordt het niet meer gezien als een geestesziekte. Toch blijven veel homo's in de kast en zou zelfs 80% van hen heteroseksueel zijn getrouwd. Het één-kind-beleid zou daar een rol bij spelen. Jongens zonder broers kunnen in een homorelatie in China geen nageslacht van met dezelfde familienaam voortbrengen. Voor hun ouders is dat een groot verdriet of zelfs een schande.
Ook de predikant waar ik samen met Raymond de Roon (PVV) en enkele andere collega's in de ochtend een dienst heb bijgewoond is aanwezig. De man spreekt zich makkelijk uit over van alles en nog wat. Misschien helpt het feit dat hij tevens zakenman is en het dus met iedereen moet kunnen vinden.
We zullen nog heel veel mensen te spreken krijgen deze week maar slechts bij uitzondering kunnen er namen worden genoemd. De Chinese overheid vreest voortdurend de kritiek die mogelijk wordt geleverd want een Chinese lente, daar zitten ze niet op te wachten. Of beter gezegd: een aanzet daartoe is er al geweest toen studenten in 1989 op het Plein van de Hemelse Vrede in opstand kwamen. Die protesten werden toen bloedig neergeslagen. De hoop is nu dat aanhoudende economische groei de stabiliteit zal garanderen. Omgekeerd kan dat juist ook tot meer hang naar vrijheid leiden. We zullen de komende dagen politici vragen hoe zij daar tegenaan kijken.
Deze opinie verscheen eerder in Trouw.