Opheffen EU-sancties Burma verkeerd signaal - Hoofdinhoud
De sancties tegen Burma hebben het democratisch proces effectief ondersteund. Nu verdwijnt die stok achter de deur.
Harry van Bommel is Tweede Kamerlid voor de SP
Na decennia van keiharde onderdrukking door de militaire junta in Burma zijn er de laatste jaren veelbelovende ontwikkelingen in het land. In maart 2011 kwam er een civiele regering die het militaire regime verving. Honderden politieke gevangenen werden vrijgelaten, demonstraties werden voor het eerst toegestaan en rond de jaarwisseling werden wapenstilstanden gesloten met een aantal van de etnische groepen waarmee het leger jarenlang in een bloedige gewapende strijd verwikkeld was. Uiteindelijk won in april 2012 de onbetwiste leider van de oppositie in Burma Aung San Suu Kyi overtuigend de gedeeltelijke parlementsverkiezingen.
Vanwege deze positieve ontwikkelingen besloot de EU vorig jaar de vele politieke en economische sancties die jarenlang tegen Burma waren ingesteld voor één jaar op te schorten. Het wapenembargo bleef wel intact. Sinds de EU de sancties tegen Burma vorig jaar opschortte, zijn er meer positieve berichten gekomen. Zo gaven vorige maand vier onafhankelijke kranten na een verbod van bijna vijftig jaar hun eerste edities weer uit. Eerder al werden nog meer politieke gevangenen vrijgelaten.
Als beloning voor die vooruitgang besloot de EU eind april om de sancties - op het wapenembargo na - op te heffen. Ondanks deze zeer welkome ontwikkelingen is dit toch geen wijs besluit. Wie dit voorstaat, sluit de ogen voor de vele en grote problemen die het land parten blijven spelen. Een tragisch voorbeeld hiervan is het ernstig toegenomen geweld in het overwegend boeddhistische Burma tegen de moslimgemeenschap. De Rohingya worden hard onderdrukt in Burma en tot op de dag van vandaag worden zij zelfs niet eens erkend als rechtmatige bewoners van het land. Vorige maand leidde een uit de hand gelopen ruzie tussen een boeddhistisch stel en islamitische goudhandelaren nog tot tientallen doden, 800 afgebrande huizen en 12.000 vluchtelingen.
Zonder meer zorgwekkend met betrekking tot dit religieuze geweld is het feit dat de Burmese autoriteiten niet of pas veel te laat ingrepen. Verder is het bedenkelijk dat zelfs oppositieleider Suu Kyi het tijdens deze geweldsuitbarstingen niet voor de onderdrukte moslims opnam. Ook zij bleef lange tijd opvallend en onacceptabel stil.
Verder is de grote rol die militairen in de Burmese politiek blijven spelen problematisch. In naam is de regering sinds 2011 weliswaar civiel, maar het is veelzeggend dat president Thein Sein een oud-generaal is. Hij is niet de enige uit het oude, militaire bewind die het legeruniform voor een maatpak heeft omgeruild. Civiel is de regering vooral in naam. Onlangs zei het hoofd van de Burmese strijdkrachten, generaal Min Aung Hlaing zonder enige schroom dat zijn militairen een leidende rol in de politiek blijven spelen.
Gezien de betrokkenheid bij vele mensenrechtenschendingen in het land, bijvoorbeeld in de noordelijke staat Kachin, is deze grote rol voor het leger zeer onwenselijk. In deze staat is al jaren een gewapende opstand gaande. Vele tienduizenden zijn voor het geweld gevlucht en leven in vluchtelingenkampen. Nog in januari dit jaar ontketende generaal Min Aung Hlaing een militair offensief met stevige luchtbombardementen. Dit laat duidelijk het belang zien van de keuze om het wapenembargo in stand te houden.
De regering heeft al honderden politieke gevangenen vrijgelaten maar dat neemt niet weg dat er nog altijd veel politieke gevangenen opgesloten zitten. Zo lang zij achter slot en grendel zitten, is volledige afschaffing van de sancties een verkeerd signaal. De internationale sancties tegen Burma hebben het democratisch proces effectief ondersteund. De bijna volledige afschaffing betekent dat die stok achter de deur verdwijnt.
Deze opinie verscheen eerder in Trouw.