NRC journalisten: neem een voorbeeld aan de schoonmakers - Hoofdinhoud
NRC Handelsblad dreigt in problemen te komen, omdat NRC Media een ‘superdividend’ moest betalen van 12,5 miljoen euro aan investeringsmaatschappij Egeria, dat eigenaar is van de krant. Het is niet de eerste keer dat de kwaliteitskrant financieel wordt uitgekleed. NRC was vroeger onderdeel van PCM, dat werd geplunderd door het Britse opkoopfonds Apax. Hetzelfde gold voor de Volkskrant, Het Parool, Trouw en Algemeen Dagblad. Bij deze kranten werken allemaal intelligente mensen, die zouden moeten weten hoe de wereld in elkaar steekt. Waarom hebben zij zich dan toch zo laten uitkleden?
‘Maar Ronald, in Nederland zijn bijna geen arbeiders meer.’ Dat zei historicus Gerrit Voerman in april 2011 tijdens een discussie in Nieuwspoort. Het debat ging over de crisis in de politiek. Ik zei dat politieke partijen weer de belangen van werkende mensen moesten vertegenwoordigen, maar die bestonden volgens Voerman dus niet. De zaal was gevuld met opiniemakers, columnisten en verslaggevers. Ik dacht, laat ik eens de proef op de som nemen. En vroeg: ‘Wie van u is in loondienst?’ Schoorvoetend gingen de vingers van de aanwezigen omhoog. Iedere journalist is een arbeider.
NRC Handelsblad is boos en scheef: ‘de krant is geen pinautomaat.’ Het gaat hier niet alleen om het geld, maar ook om de eer. Journalist is een eervol beroep, een krant meer dan een kostenpost. Misschien kunnen de journalisten van NRC Media een voorbeeld nemen aan de schoonmakers, die vorig jaar langdurig actie voerden voor betere werkomstandigheden. Zij hebben ook een stevige vakbond opgericht, met een actief ledenparlement. Hier kunnen journalisten leren wat arbeiders moeten doen: jezelf verenigen en opkomen voor je belangen. En voorkomen dat je in de uitverkoop wordt gedaan.