Het Fyra-fiasco - Hoofdinhoud
Een bouwval op wielen. Dat is de Fyra vanaf het begin geweest. In 2008 was het duidelijk dat aan deze treinen letterlijk en figuurlijk alles rammelde. Ik heb toen minister Eurlings voorgesteld om de aanschaf van de Fyra te annuleren, in te zetten op andere treinen en het aankoopbeleid van NS grondig te onderzoeken.
Helaas zonder resultaat. Net als zijn voorgangers én opvolgers hield Eurlings vol: alle problemen zouden worden opgelost… Niet dus, zo weten we sinds deze week. De Fyra gaat niet meer rijden, honderden miljoenen aan belastinggeld dreigen door het afvoerputje te verdwijnen.
Partijen die nu het hardst roepen om een parlementaire enquête hebben sinds de jaren negentig de Nederlandse Spoorwegen verzelfstandigd. De overheid moest zich vooral niet teveel met NS bemoeien. Beter zou het een écht bedrijf worden met dito topsalarissen, het afstoten van regionale lijnen en een flinke achteruitgang in dienstverlening en service. De aanschaf van de Fyra past daarbij: veel prestige, slechte kwaliteit en veel geld over de balk.
VVD, PvdA, CDA en D66 vonden ook dat de aanleg en het onderhoud van het spoor niet door hetzelfde bedrijf mocht gebeuren als het bedrijf dat het spoorvervoer regelt. Sinds die tijd laat NS de treinen rijden en regelt ProRail de aanleg en het onderhoud van het spoor. De gevolgen zijn bekend: bedrijven werken langs elkaar heen en geven elkaar de schuld van vertragingen. Het belang van de reiziger is sinds de verzelfstandiging en de splitsing steeds verder uit beeld geraakt.
Opeenvolgende kabinetten hebben sinds de jaren negentig aangedrongen op marktwerking, Europese aanbestedingen, concurrentie en ‘bedrijfsmatig denken’ op het spoor. Net als in de zorg en bij woningcorporaties hebben commerciële jongens bepaald hoe belastinggeld besteed moest worden. De publieke moraal - het besef dat wie voor de overheid werkt ook daadwerkelijk het publieke belang dient - is met dit marktdenken overboord gegooid.
De conclusie die we nu al kunnen trekken, is dat de politiek er zelf een zooitje van heeft gemaakt. Een parlementair onderzoek kan daarover meer duidelijkheid scheppen.
Maar we hoeven niet stil te zitten. Het is nu aan de politiek om orde op zaken te stellen. We moeten de trein terug pakken: waar publiek geld besteed wordt, moet de politiek verantwoordelijk zijn. Met de aanschaf van snelle treinen gaan we dus niet experimenteren, maar we kopen bewezen goede treinen gewoon van de plank. En niet een dikbetaalde NS-directeur, maar de minister zélf zou de baas moeten zijn over het spoorvervoer. Draai daarom de verzelfstandiging terug. ProRail en NS moeten samengevoegd worden tot één bedrijf en we stoppen met het geldverslindende Europees aanbesteden van overheidstaken. En voor de reizigers moet in ieder geval de Beneluxtrein snel volledig gaan rijden én rechtstreeks blijven rijden van Amsterdam naar Brussel.