De kern van het debat ‘de weigerambtenaar’ - Hoofdinhoud
Inbreng Vera Bergkamp bij debat over de weigerambtenaar
Het debat over de weigerambtenaar is het debat van de vergelijkingen geweest. Veel is de revue gepasseerd: gewetensbezwaarde dienstplichtigen, Kamerleden die de eed niet wilden afleggen bij de kroning, Wat is een liberaal?, Wat is een socialist? Maar ook de vergelijking met het weigeren van een huwelijk door een orthodox christelijke Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van een paar waarvan er een gescheiden is. En de vergelijking met tolerant zijn versus intolerantie naar minderheden.
Vergelijkingen zijn waardevol in maatschappelijke debatten, ze bieden ons de mogelijkheid zaken in perspectief te plaatsen en geven gelegenheid te reflecteren vanuit een breder perspectief.
Vergelijkingen kunnen echter ook vertroebelend werken en afleiden van de kern van een discussie. In het debat over de weigerambtenaar lijkt dit aan de hand.
Als samenleving hebben we besloten homoseksuelen niet anders te behandelen dan heteroseksuelen. Dat doen we niet alleen als het gaat om het recht op een veilig bestaan. Dat doen we niet alleen als het gaat om het recht op gelijke kansen. Dat doen we óók, steeds beter, als het gaat om het recht lief te hebben wie we liefhebben.
Wat verandert er aan dat uitgangspunt op het moment dat die vrije keuze van mensen om lief te hebben, zich vertaalt in een huwelijkse verbintenis? Waarom trekken sommigen op dat moment een streep tussen de rechten van heteroseksuelen en de rechten van homoseksuelen? Waarom staan we toe dat wij als overheid op dat moment een oogje dichtknijpen als een ambtenaar in overheidsdienst op persoonlijke titel besluit dat de rechten van heteroseksuelen toch niet volledig gelijk zijn aan die van homoseksuelen?
Dat doen we omdat het openstellen van burgerlijk huwelijk ons een erfenis heeft meegegeven. Toen Nederland in 2001 besloot het huwelijk open te stellen voor paren van gelijk geslacht, was dit uniek in de wereld. Zo uniek dat de gevolgen ervan op dat moment niet te overzien waren. Wie toentertijd had beweerd dat 13 jaar later 13 landen ons zouden volgen was waarschijnlijk niet geloofd. Toentertijd was de kern van de discussie de vraag in hoeverre dit besluit een eeuwenlange traditie zouden schaden. De vraag in hoeverre we een nieuwe traditie creëerden kwam op de tweede plaats. Misschien was er daarom minder oog voor de uitvoering. En hielden we losse eindjes.
De wereld anno 2013 is niet dezelfde als de wereld anno 2000. In de loop der jaren is gebleken dat we niet alleen een voorloper waren, we zijn een voorbeeld gebleken. De tijd is nu daar om afscheid te nemen van de losse eindjes.
De kern van dit debat is niet, ondanks dat confessionele partijen ons dit willen doen geloven, of wij met het afschaffen van de weigerambtenaar de rechten van een minderheid inperken. De kern is dat wij besluiten de rechten van een minderheid volledig toe te kennen. Zonder daarbij een oogje dicht te knijpen. Zonder bang te zijn een nieuwe traditie te bestendigen.
Het afschaffen van de weigerambtenaar betekent de volledige gelijkstelling van het burgerlijk huwelijk van paren van gelijk geslacht aan het huwelijk van heteroseksuelen. Dat doen we niet om te discrimineren. Dat doen we om niet meer te discrimineren.