Arbeiders Jeugd Centrale (AJC) - Hoofdinhoud
De Arbeiders Jeugd Centrale (AJC) diende als scholings- en vormingsinstituut voor de SDAP i. De AJC is met een geschat ledenaantal van ongeveer 11.000 misschien wel de grootste politieke jongerenorganisatie die Nederland ooit gekend heeft. De AJC organiseerde befaamde kampen, waar de AJC-jeugd samen kwam. Hoewel de AJC zichzelf ophief aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, keerde de organisatie in 1945 weer terug. In 1959 ontbond het ledencongres de AJC echter definitief.
De AJC probeerde met de jeugdkampen jongeren een socialistische leefstijl aan te leren. Deze leefstijl had een bepaalde manier van kleden en kende geen alcohol en tabak. Muziek en dans namen een belangrijke plaats in binnen het gedachtegoed van de AJC, met veel socialistische liederen. Van AJC'ers werd verwacht dat ze de toekomstige generatie van de SDAP waren.
De SDAP en AJC waren nauw met elkaar verweven. Zo was SDAP-kopstuk Koos Vorrink zeer betrokken bij beide organisaties. De jongeren mochten zich niet inmengen met politieke standpunten. Deze maatregel was door de SDAP ingesteld na vervelende ervaringen met vorige jongerenorganisaties.
In 1901 richtte de voorganger van de PvdA i, de SDAP i, als eerste politieke partij een jongerenorganisatie op: De Zaaier. Deze organisatie kwam in diskrediet na een succesvolle flirt met het communistische SDP i, waarna de SDAP de banden met De Zaaier verbrak. De Zaaier bracht later nog een aantal prominente communisten voort.
In 1910 probeerde de SDAP opkomende jongerenorganisaties te kanaliseren door ze onder te brengen in Jongelieden-Organisaties (JO). De JO werden bestuurd door jongeren, maar met strengere controle vanuit de SDAP. In 1918 hielden de JO door verschillende conflicten op te bestaan en de organisaties gingen verenigd verder als de Arbeiders Jeugd Centrale.
De AJC organiseerde tijdens de jaren twintig en dertig van de twintigste eeuw veel jeugdkampen en verschillende bijeenkomsten. In het begin waren deze kampen gericht op de socialistische jeugd, tijdens de crisis verlegde de AJC de aandacht vooral naar werklozen. Op het hoogtepunt had de AJC ongeveer 11.000 leden (in 1932). Het ledenblad van de AJC, met Koos Vorrink i als bekende redacteur, heette Het Jonge Volk.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog besloot de AJC, als één van de weinige organisaties binnen de socialistische zuil, zichzelf op te heffen. In 1945 keerde het AJC direct weer terug in de zuil. De jongerenorganisatie ging niet mee met de moederpartij in de fusie tot de PvdA i, omdat het genoeg potentieel zag om zelf verder te gaan. Het ledenaantal schoot in de periode na de oorlog omhoog. Gedurende de jaren vijftig zakte het ledenaantal snel en uiteindelijk besloot het AJC-congres op 28 februari 1959 de organisatie op te heffen.
Gegevens
Naam |
Arbeiders Jeugd Centrale |
Moederpartij |
|
Opgericht |
18 maart 1918 |
Opgeheven |
28 februari 1959 |
Ledenaantal |
Ongeveer 11.000 (in 1932) |
Ledenblad |
Het Jonge Volk |
Meer over