Leider van ‘kleine luyden’ of man van ‘kleine stapjes’ - Hoofdinhoud
In aanloop naar de verkiezing van de beste premier van Nederland vraagt ‘NRC Handelsblad’ SP-Kamerlid Ronald van Raak naar zijn voorkeur. Hij twijfelt tussen de twee meest bevlogen en kiest Joop den Uyl.
Kan een socialist kiezen voor Abraham Kuyper, een calvinist wiens ‘worgwetten’ uit 1903 ambtenaren verboden te staken - een verbod dat feitelijk tot 1983 standhield? De man van de ‘antithese’, die samenwerking met socialisten uitsloot? Toch heb ik respect voor de eerste premier van de twintigste eeuw. Hij was een idealist, die zijn politiek baseerde op een christelijke ideologie. Hij was een bevlogen leider, die de protestantse ‘kleine luyden’ verenigde in een krachtige politieke partij. Hij keek daarbij goed naar de socialisten, hoe zij organiseerden en mobiliseerden, en wist juist daardoor veel arbeiders voor de eigen protestantse zuil te behouden.
De vraag is ook niet wie de beste politieke leider was, maar de beste premier. Daar zijn de successen van Kuyper erg beperkt. Hij vergrootte de greep op de andere ministers - werd daarmee de eerste echte ‘premier’ - maar kon weinig afdwingen. Uitbreiding van de sociale wetgeving, gelijkstelling van het bijzonder onderwijs, het bleef allemaal liggen. Zijn ‘worgwetten’ waren ook geen teken van kracht, maar een wanhoopsdaad tegen de groeiende macht van de vakbonden. De gevierde leider van het calvinisme leidde als premier in 1905 een gevoelige verkiezingsnederlaag en verdween vervolgens van het politieke strijdtoneel.
Gelukkig hebben we nog een premier die idealistisch was en bevlogen en die voor mij een veiliger keuze is: Joop den Uyl. De meest linkse premier van Nederland, wiens slechte naam niet alleen is veroorzaakt door de kritiek van rechtse tegenstanders, maar vooral door het gebrek aan enthousiasme in zijn eigen partij. De PvdA is niet trots op Den Uyl. Hij wordt hier zelden geëerd en nog minder tot voorbeeld genomen. En dat terwijl hij als premier zijn partij trakteerde op een verkiezingswinst, in plaats van opzadelde met een verlies, zoals vaak het geval is. Hij behaalde in 1977 maar liefst 53 zetels.
Ook Den Uyl viel het regeren niet gemakkelijk. Hij accepteerde dat in de politiek kleine stapjes moeten worden genomen, ‘de smalle marges van de politiek’. Maar daarbij had hij een helder politiek doel voor ogen, ‘de spreiding van kennis, macht en inkomen’. Den Uyl zette uiteen hoe sociale achterstand mensen vervreemdt van de samenleving, waarom hervorming van het onderwijs nodig is om ongelijkheid te bestrijden en waarom de overheid een verantwoordelijkheid heeft om tegenstellingen in de samenleving te overbruggen. Daarmee is Den Uyl niet alleen de meest linkse, maar ook de meest actuele van al onze premiers. Ik kies dus voor Joop den Uyl.
Dit artikel verscheen op 10 september 2013 in het NRC Handelsblad